trip

Ik zit nog steeds op de 4 balkjes als m’n 3 belgische buurjongens ‘t toilet uitkomen. Ietwat wanordelijk doen ze dat. De 1e loopt meteen richting tent, de andere 2 lijken hun meningsverschil ter plekke te moeten oplossen. Op een meter afstand van mij. Zodat ‘t lezen van m’n boek moeilijk zal gaan.
Björn (hun namen kom ik later te weten) probeert zich los te rukken van ‘t vermanend gepraat van Pascal. Die houdt ‘m op een gegeven moment zelfs vast.
‘Nee, ge moet niet over de camping heen gaan & uzelf voor iedereen te aap zetten.’

Een ½ uur eerder was Björn al op mij afgekomen, toen ik hun tent passeerde.
‘Heer, ik moet u iets persoonlijks vragen. Ik hoop dat ik u er niet mee ontrief. ‘t Is nl dat mijn moeder een ongeneeslijke bloedziekte heeft. Daardoor vindt er teveel stolling in haar aderen plaats. Mijn lichaam is met ‘tzelfde door erfelijkheid belast. Daarom heb ik medicijnen nodig, zodat er wat vedunning kan plaatsvinden. Ik wil u verzoeken mij met de auto naar een apotheek te brengen.’
‘Sorry, maar ik ben hier lopend gekomen.’
‘Ah, u heeft geen auto. Dan zal ik mij tot de receptie moeten wenden.’

Ze lijken mij in hun discussie te willen mengen. Terwijl ze praten vallen hun blikken geregeld op mij. Björn heeft in ieder geval de neiging om naast mij op ‘t bankje te gaan plaatsnemen, maar draait zich 1st om. Hij houdt z’n polsen onder een straal water uit de kraan. Ondertussen praat-ie verder. Pascal neemt ‘t bankje aan de andere kant van de toiletdeuren in beslag.
‘Hij heeft een bad trip,’ vertelt Pascal mij. Oja, vandaar die ogen gericht op mij, bedenk ik me.
‘Daar had ik ook last van,’ gaat Pascal verder, ‘maar ik ben er weer uit gekomen. Hij denkt dat-ie ernstig ziek is. Maar hij is gewoon moe van de afgelopen dagen. Net als ik.’

Dat heeft Pascal me al eerder uit de doeken gedaan. Toen ik ‘m vanavond om een vuurtje voor m’n brandertje vroeg, begon-ie als vanzelf te verhalen over hun reizen van stad naar stad & hun tekort aan slaap. Ik had blijkbaar een verkeerde vraag gesteld, of niet door gehad wat voor effekten ‘t stellen van vragen kan hebben in de vlaamse conversatie, want hij stak meteen daarmee van wal. Ze waren in wel 5 steden geweest in 3 dagen tijd, div festivals bezocht; nu zouden ze eigenlijk ook nog naar Kopenhagen trekken, via een stad in Duitsland. Maar ze zouden hier 1st gaan rusten; ‘t was misschien een beetje te veel geweest. Waarschijnlijk zouden ze Kopenhagen laten zitten. Duitsland ook.

‘Zou je niet wat suiker nemen,’ stel ik voor, ‘dat ontnuchtert als je te veel geblowd hebt.’
Ah, toch een luisterend oor, denken de jongens, want ze luisteren een tijdje naar me.
‘U blowt ook?’ vraagt Pascal.
‘Nee, niet meer. Maar waarschijnlijk heb ik vroeger meer geblowd dan jullie tot nu toe met z’n 3-en.’
Toch raken de ogen van de jongens weer door elkaar afgeleid. Björn zit in z’n angst, Pascal in z’n missie Björn te overtuigen van z’n waanbeeld.
‘Kom,’ zegt-ie, als ik langs ze sluip om naar m’n tent te gaan, ‘ge moet gewoon naast ons komen liggen. Er is niets aan de hand. Als u morgenochtend wakker wordt, zal alles in orde blijken.’

‘Gaat u rustig slapen, meneer. Er is niets aan de hand.’
Er is wel iets aan de hand. Anders staat die politie-agent niet midden in de nacht met z’n zaklantaarn in m’n ogen te schijnen. & Anders zouden ze m’n buurjongens ook niet ondervragen of ze drugs bij zich hebben.
Ik moet m’n tent weer in, van de agent. Komt ook wel goed uit, want dan kan ik me beter op ‘t gesprek concentreren.
De jongens worden ondervraagd over hun drugsgebruik & de toestand van Björn voordat-ie ‘m gesmeerd is.

Op gegeven moment trek ik toch maar m’n broek aan om naar de wc te gaan. In m’n onderbroek voel ik me niet op m’n gemak met die uniformen in m’n nabijheid. & Tegen een boom pissen kan je beter niet doen als er 2 agenten & een beheerder enkele meters van je af staan.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om m’n dorst te lessen op ‘t toilet. Met een droge mond zal ik toch niet meer in slaap kunnen vallen.
Ik passeer op de terugweg opnieuw de tent van de belgische jongens. De agenten doen de jongens verslag van de laatste info die op de receptie is binnengekomen.
Björn zat daar. Al een tijdje. ‘t Zou goed met ‘m komen. Z’n vader was al vertrokken vanuit Kortrijk om ‘m op te komen halen.

We konden gerust gaan slapen in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *