binnenkant/buitenkant

Nou zit ik me weer af te vragen welke kant ik moet gebruiken. Net als bij ’t wc-papier dat iedereen mijns inziens omdraait naar de verkeerde kant. Ik ben de mening toegedaan dat ’t flapje van de volgende te gebruiken tissue richting de muur aan moet hangen. Van je af. & Die gekke zanger van Normaal durfde eens op tv (’t was een waarlijk diepte-interview, ze lieten hem in z’n eigen omgeving uren achtereen voor de camera ouwehoeren) te beweren dat juist andersom standaard hoorde te zijn. Hij vertelde dat-ie zo brutaal was om op visite die boodschap te prediken door eigenhandig, ongevraagd, de closetrol te draaien. Tijdens die handeling onderwijl ijverig doorzeikend (zonder spetters, zo beweerde hij).
Ik vond die vent al niet leuk. Daarna vond ik ‘m nog meer niet leuk.
Aangezien ik vaak de toiletten op m’n werk dien te verschonen, ‘t is nou 1maal deel van ‘t werk, ze ook van nieuwe voorraden dien te voorzien, kom ik in de gelegenheid om aldaar mijn opinie de boventoon te laten voeren. Zogauw aan ’t eind van de dag ze gedraaid, de verkeerde kant op hangen, dan ga ik over tot ‘t nemen van maatregelen.
Maar ik raak danig van slag als ik mensen over de vloer heb gehad die á la Joling hebben laten blijken dat ze er anders over denken dan ik. Haastig hang ik de rol dan weer in de juiste stand. Alsof ik ze zodoende nog een verwijt naar hun hoofd kan slingeren, hoewel ze al lang & breed mijn woning verlaten hebben, door ’t extra snel, extra agressief, terug in oude staat te brengen.
‘Jullie lijken wel fans van Normaal,’ denk ik er dan bij, & dat bedoel ik dan niet als compliment.
Dat diepte-interview met Benny krijg ik niet uit m’n hoofd.

De fabrikant van de papieren zakdoekjes zal toch wel een voorkeur hebben over welke kant hij wijselijk acht te gebruiken? Daarvoor laat-ie ’t op juist die bepaalde manier vouwen & voegen in ’t plastic omhulsel, lijkt me. Je haalt ’t zakdoekje uit ’t plastic, vouwt ‘m open & snuit je neus er in. Zonder er over hoeven na te denken welke kant je gebruikt, als ’t goed is, want dat heeft de fabrikant & zijn in dienst genomen vormgever voor ons reeds gedaan.
& Toch vind ik mezelf op een gegeven moment voor ’t dilemma geplaatst of ik nu de boven- dan wel onderkant moet gaan gebruiken. Dan heeft de zakdoek een tijdlang liggen drogen (momenteel bevinden zich op diverse plekken verspreid over ’t huis een 10-tal zakdoeken, zodat ik in kritieke toestand waar ik me ook bevind nooit mis hoef te grijpen, wat bij enkele zakdoeken resulteert in uitdrogingsverschijnselen), zich gevoegd in niet terug te herkennen kreukels, slechts ’t plekje waar duim & wijsvinger de neus samenknepen zijn te herleiden doordat ’t er nog net zo bijligt als dat ’t eerder aan de neus geplakt stond. Er valt echter niet uit te concluderen wat eerder als binnen- dan wel buitenkant heeft gefungeerd. Daarvoor ligt ‘t geheel er te opgefrommeld bij.
Want ondanks ’t feit dat zakdoekjes gebouwd zijn om zo min mogelijk irritatie op te roepen, is ’t wel degelijk zo dat er aan de rand een profiel is waar te nemen. Je kan ’t ook voelen. Blijkbaar om ze ook bruikbaar voor blinden & slechtzienden te maken.
Is dit slechts ter decoratie, of wellicht om een betere grip van de vingers op de neus te hebben? Of misschien is ’t juist andersom: de vingers moeten meer grip hebben op ’t zakdoekje, zodat ze niet wegglippen op ’t moment dat er krachtige winden uit de neus ’t ding doen vullen.

Ik heb besloten de hele dag binnen te blijven. Of anders in ieder geval zolang ’t lukt. Dit noopt mij tot ’t overdenken van mijn situatie. Niet diepgaand, daar lenen zich de omstandigheden niet voor. ’t Kan nl elk moment gebeuren dat ik voorover sla vanwege weer een niesbui. Ik lijk op m’n vader, wat dat betreft, maar gelukkig zijn de buren nog niet komen klagen. Ze zullen wel horen dat ’t lawaai dat tot hen komt, door ’t plafond of de muren, veroorzaakt wordt door een te vol gemoed. Men is dan al snel vergevingsgezind. Zou ik in ieder geval wel zijn in hun geval (hoewel we vroeger Pa wel verweten dat-ie ’t expres deed, zo hard, zo toeterend, zo oorverdovend plotseling).
Deze omstandigheden doen mij aan niet veel anders denken dan aan wit papier. ’t Witte papier dat ik nodig heb om m’n neus te legen. Om mensonwaardige omstandigheden te voorkomen. Ik heb vroeger altijd veel meelij gehad met de kinderen op de kleuterschool die nog niet op de hoogte gebracht waren van ’t bestaan van een handig gereedschap om dat groene slijm dat welig vanonder hun neus naar beneden stroomde op een simpele wijze te verwijderen. Ik vond dat zij slordige ouders hadden.
Jammer genoeg heb ik zelf niet opgelet op ’t moment dat mijn moeder, ik vermoed dat ’t toentertijd de taak van moeders was, de uitleg over binnen- & buitenkant van de zakdoek gaf. Wellicht dat ’t in mijn opvoeding niet aan bod is gekomen, daar wij jarenlang, tegen beter weten in, doorgegaan zijn met ’t hergebruiken van steeds weer dezelfde linnen zakdoeken.
Ik bedenk opeens dat de wasmand van toen verdacht veel lijkt op de grote gele prullenmand die momenteel dienst doet als vergaarbak van de gebruikte zakdoeken.

Alles komt terug, ooit, in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *