blind

Weken later hebben we ’t er nog over. M’n broer lachend. Ik kwaad. Een jaar later nog. Nog steeds kwaad. Verontwaardigd. Carel lacht onder z’n bril door. Hij had toen nog een bril.

Elke maandag gym. ’s Avonds van 7 tot 8. Met een maag die nog redelijk vol zat van de maaltijd. We moesten daarom extra vroeg eten. Speciaal daarvoor had Ma ’t eten voor ons vroeg op tafel. Een tafel voor 2 personen. Tafelkleed opzij, & een kort stukje zeil aan ’t eind. Ook al was de rest van de familie er niet, ik wilde evengoed aan ’t hoofdeind zitten.
Gym van Ruud. Een jonge vent nog. Maar dat wisten we pas op latere leeftijd. Toen wij zijn leeftijd bereikt hadden.
Ruud drilde ons. Wist elke keer weer een nieuwe oefening te verzinnen. Wist precies wie er goed waren & wat er aan ons mankeerde. Keihard probeerde hij meer soepelheid in ons lichaam te kweken.
‘Verder!’
& Hij duwde onze achterwaarts gekruiste armen nog wat hoger boven de schouderbladen.
‘Als je dat vaak genoeg doet dan komt er vanzelf rek in.’
’t Zal wel, dachten Carel & ik. ’t Enige dat wij deden was niet de slechtste worden. Er waren altijd nog wat dikkerdjes die minder lenig waren. Voor hen was OKK een strafkamp. Oefening Kweekt Kunst. Daar waren de dikkerdjes & stijf van leden ’t niet mee eens. Wij waren tenminste nog bereid die naam te aanvaarden.
& Met dat beetje gym bij OKK waren we tenslotte leniger dan de rest van de klas. Op de lagere school, & later op de middelbare school. Zo slecht als we bij OKK waren, zo goed waren we ten opzichte van de leerlingen in de schoolklas. Elke keer werden we naar voren geroepen om ’t voorbeeld te geven. Bij OKK was dat altijd iemand anders. Daar dienden wij hooguit om te laten zien hoe ’t niet moest.
We waren echt niet slecht. Maar de rest was beter.

We wilden van gym af, niet langer elke maandag naar de gymzaal. Omdat ’t geen bevrediging gaf. Nooit ‘ns de beste zijn. Altijd ging ’t om jezelf. Niet om een team. Andere kinderen zaten op teamsport.
Maar daar hadden wij de padvinderij voor, vonden onze ouders.
Eigenlijk vonden wij padvinderij toen al kinderachtig. Dat vonden de andere leerlingen van school in ieder geval ook. Dus moesten we wel tegensputteren.

Maar braaf liepen we elke maandagavond naar gym. Verderop in de Marsdiepstraat. 5 Minuten lopen. Zo laat mogelijk vertrekken om zo min mogelijk mee te maken.
& Opgelucht weer naar huis. Als ’t voorbij was. Als we nog genoeg energie overhadden om met elkaar te klieren. Wedstrijdje wie ‘t 1st thuis was. Of met een blikje trappend omstebeurt. Hoewel we niet op voetbal zaten. Daarom stopten we daarmee zogauw er een voorbijganger aankwam.

Blind lopen. De 1 houdt de ander vast, die z’n ogen dicht heeft. Om te voelen hoe ’t is om blind te zijn.
‘Ik ga wel als 1e,’ zei Carel.
Waarna we 100 meter liepen.
‘Nou mag ik.’
‘Nee, ik ben nog niet klaar.’
‘Ja, maar we zouden omstebeurt.’
Hoewel ik rekening moest houden met ’t feit dat hij de oudste was. Hij had meer macht. Meer kracht om gelijk te hebben.
Maar toch zei hij: ‘Ok.’
‘Hoever zijn we nu?’ vroeg ik na een tijdje.
Want die vraag had Carel tijdens zijn beurt ook gesteld. Je moest weten hoe ’t was om blind te zijn, maar je moest ook weten waar je was. Ook wel handig als je de stoep af moest.
‘Wat?’ vroeg Carel.
‘Hoever zijn we nu?’
Waarschijnlijk heb ik die zin nooit afgemaakt. De lantaarnpaal zal dat wel belet hebben. Keihard liet-ie weten waar ik was, waar hij stond. Dat ik al die tijd dichter op ‘m toegelopen was. M’n hand in de hand van m’n broer. M’n broer die niet blind mocht zijn, maar evengoed ook z’n ogen dicht had. Tot de lantaarnpaal liet weten dat ik niet verder kon.

M’n broer lachte. Elke keer weer.
‘Ik had gezegd dat ik blind zou zijn,’ smaalde hij.
‘Ja, maar ik was aan de beurt.’
& Iedereen kon zien dat ik ongelijk had. Want ik had een blauw oog. & Carel lachte. Waarop iedereen mee ging lachen. Carel zag er grappig uit met z’n bril als-ie lachte.
Ik wilde niet meer met ‘m meelopen naar OKK. Of terug. Dus ging ik alleen. & Oefende ik mezelf in ’t heel snel aankleden, & ’t nog sneller veters strikken. Om weg te zijn als hij klaar was.

Oefening kweekt kunst in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *