gemist

Ik hoop dat men ’t mij kan vergeven. Weer ‘ns geen stukje vandaag. Ik moet me ervoor excuseren, maar ’t is nu 1maal niet anders.
Ik zei gister nog in Utrecht dat ik om 11 uur moest beginnen. Waarop gereageerd dat dat toch best wel meeviel.
‘Maar ja, ik moet ook nog een stukje schrijven,’ voegde ik er aan toe.
& Dat is ook zo. Er moet een stukje geschreven worden. Er dient continuïteit geboden te worden.
‘Oja, ja,’ zei Jenneke.
Ze begreep ‘t.
De laatste trein, volgens mijn berekeningen de meest gunstige trein om nog een beetje bijtijds thuis te zijn, zou vertrekken om 23.08 uur. Die miste ik. Want ’t was prettig om nog een laatste biertje te accepteren.
Om ¼ over 10 dacht ik nog: ‘’t Is nog lekker vroeg. Maar dat betekent dat vanaf nu de tijd opeens veel sneller zal gaan.’
Dat is een wet. Ik weet niet waar ik die wet vandaan heb. Maar ’t komt altijd zo uit. Vanaf ’t moment dat ’t einde nadert, gaat de tijd zich onevenredig versnellen. Waardoor je geneigd bent de bus of de trein te missen.
Niet met opzet. ’t Gebeurt gewoon.
’t Werd de trein van 23.37. Waarbij de conducteur opeens de deuren sloot. Op ’t moment dat ik samen met een andere heer juist de trein had betreden. Dan ga je denken dat dit degene is die richting remise gaat.
Bestaat er ook een remise voor treinen? Of geldt dat slechts voor trams?
‘Nee,’ legde de conducteur ons snel uit, ‘julie waren er al ingestapt voordat ik ze kon sluiten. We openen met deze trein altijd alle deuren, op 1 na, zodat iedereen langs de conducteur moet om binnen te komen.’
‘Maar dat ben ik toch helemaal niet gewend,’ was mijn reactie.
Braaf m’n kaartje laten zien. & Ik begon ook al te wriemelen naar m’n kortingskaart, maar dat geloofde meneer de conducteur wel.
Meneer de conducteur zag ik 5 minuten later weer. Toen we reden. Ik stond in ’t donker van ’t toilet, een onverlaat had de lamp tot onnuttig & niet werkend omgebouwd, waarbij hij bovendien de plee had volgestopt met een drol, gehuld in kms wc-papier; ik stond dus in ’t donker van ’t toilet te pogen of ik kon plassen, deur op een kier, toen de conducteur z’n hoofd de hoek om stak.
Ik laat m’n plasser nooit vrijwillig aan een conducteur zien, dus dat diende verklaart. Maar dan moest ik wel klaar zijn met de boodschap.
Hij bleek om de hoek geduldig te staan wachten. Dat dwong mij tot een extra verklaring.
‘Ja, niet alleen ’t licht is uit,’ zei ik, ‘hij zit ook helemaal verstopt.’
‘Ik was al van plan ‘m helemaal af te sluiten.’
Hij voegde de daad bij ’t woord.

In die trein zat ik dus. De trein van net te laat. De stoptrein tussen Utrecht CS & Amsterdam CS. Omdat ik had bedacht dat Amsterdam Muiderpoort een handige opstapplek was voor mij.
Ik weet inmiddels beter.

Thuis gekomen zat er onrust in m’n lichaam. Dat dwingt mij altijd tot ontspannend vertier. Wat op zijn beurt weer tijd vergt.
’t Is allemaal niet makkelijk, moet men begrijpen, zomaar een avondje ’t huiselijke verlaten voor buitenstads.
Ik werd vanochtend wel op tijd wakker. Hoewel ‘wakker’ misschien niet ’t juiste woord is. Ik wist me ertoe te zetten ’t bed te verlaten. Maar vervolgens heb ik me op de bank gelegd. Een bakje thee was ondertussen ’t enige dat zich in m’n maag bevond. Ik wilde even niet nadenken, geen boek lezen, geen stukje schrijven. Moe, vooral moe.
Vandaar dus.
Als ik me nu nog een beetje haast, dan kan ik me nog net voorzien van een 2e bakje thee. M’n boterhammen heb ik gegeten, terwijl ik u deze mededeling doe. Dan ga ik na de thee mezelf een ietwat verschonen, zodat ik fris & toch nog redelijk fruitig op m’n werk verschijn. Maar geen stukje dus. ’t Spijt me. Geen stukje.

Maar een gek die daar op let in Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *