bloot

Liever had ik een zusje erbij gehad; we hadden al zoveel van ’t mannensoort. Of een klein hondje, dat leek me ook wel leuk. Als gezelschap, als opvulling, als nog een extra mond van gezelligheid.
M’n tantes hadden m’n wens wel grappig gevonden, zeiden: ‘Dan vraag je ’t toch voor je verjaardag, of Sinterklaas.’
Waarop ze met elkaar begonnen te lachen & me een vriendelijk tikje gaven op m’n zeemleren bil, omdat dit zo lekker kletste.
& M’n moeder zei: ‘Doe niet zo mal.’
Maar even later, ’t gezin weer alleen: ‘Wil je dan écht zo graag nog 1tje erbij?’
‘Ja, een zusje,’ zei ik. ‘Want die hebben we nog niet. & Meisjes lijken me lief.’

Met Sinterklaas zat er een meisje in m’n schoen. Bij anderen stelde ’t chocola een Zwarte Piet voor, of een haas.
‘Maar deze is niet echt,’ zei ik, bang dat met deze chocoladen versie mijn wens verloren was gegaan, vervuld, niet voor herhaling vatbaar.

’t Zusje bleek uiteindelijk een broertje. Hoewel de procentuele kans daarop miniem had geleken, na reeds 5 mannelijke voorgangers. Een 6e zoon had m’n ouders onwaarschijnlijk geleken.
‘Maar ach, deze blijft ook veel langer goed dan die chocoladen,’ zeiden ze, mij troostend, ‘deze kan je ook wiegen, zoenen, knuffelen & aaien. & Je krijgt er ook minder vieze vingers van.’
Waarop m’n nieuwste broertje begon te piesen met een straal van wel een meter hoog. Theo sprong naar achteren, maar werd toch geraakt.
Geen vieze vingers, maar wel een schone trui voor Theo. & ’t Kleine broertje werd door m’n buurvrouw in een bad gelegd.
‘Zo, jullie hebben wel genoeg gezien,’ deelde deze gepensioneerde kraamverzorgster ons mee.
Waarop we de kraamkamer werden uitgewerkt.
Beneden gekomen deden we de verzamelde familie verslag van ’t niet-chocoladen broertje met z’n niet-chocoladen fonteintje, die de trui van Theo had ondergesproeid.

Kleine jongetjes worden groter & klein broertje Marc mocht mee op vakantie.
‘Zou hij wel beseffen dat we nu in Denemarken zijn?’ vroeg ik m’n moeder.
‘Oh, kinderen, hele kleine kinderen spreken alle talen,’ zei zij, ‘een taal spreken ze die iedereen verstaat.’
Waarop ze een pets gaf op zijn billen, roze billen, net verschoond & een ‘bllbbllblllbll’ deed op z’n buik.
& Marc begon te lachen als ’t meisje van de deense tent naast die van ons.

Hij kon ook krijsen als datzelfde meisje.
‘Zie je,’ zei m’n moeder, ‘daarom zijn jongens & meisjes eigenlijk gelijk.’
Hij piste ook dezelfde soort luiers onder & de derrie uit diezelfde pakketten zag dezelfde kleur groen of bruin. & De buurvrouw van de deense tent tilde ’t meisje bij de benen omhoog, net als m’n moeder vlak ervoor met Marc, om met een zelfde soort washand, maar dan van ’t deense soort, de billen te wassen. Die verschoonde ze dan in deens water, maar dat deed m’n moeder tijdens deze vakantie net zo. & Even later liepen beide baby’s in ‘tzelfde merk deense luiers, op blote voeten over deens gras.

Tot de luiers op waren.
‘Niek, ik had je toch gezegd dat we wat in moesten slaan’?’
& M’n vader zei dat hij had gedacht dat m’n moeder ze vervolgens mee had genomen.
De billen gewassen, maar niks om er omheen te doen. Pa werd ’t dorp in gestuurd & Marc werd de vrijheid gegeven.
‘Maar, Mamma,’ zei ik, ‘hij heeft nou toch niks aan?’
’t Broertje huppelde tussen de tenten in z’n blote niksie, zoals wij gewend waren dat te noemen.
‘Ja, dat vindt-ie blijkbaar lekker,’ antwoordde m’n moeder daarop.
Waarop Marc een demonstratie gaf om m’n moeders woorden kracht bij te zetten. Draaiend om z’n eigen as, tollend, kirrend & uiteindelijk steeds weer vallend op z’n blote gat.
Voorbijgangers lachten met hem mee, wezen elkaar op ’t lachende jochie, terwijl ik me schaamde om ’t broertje dat blijkbaar te arm was om kleding te kunnen dragen. Bovendien met een plasser bovenaan tussen z’n benen. Alsof ’t gewoon was dat deze familie dat allemaal maar bij zich droeg.
’t Enthousiasme van Marc sloeg over naar onze buren & ’t buurmeisje werd ook van haar luier bevrijd, eropuit gestuurd te gaan dansen in ’t gras met die kleine naakte vent. & Ze begonnen rondedansjes & kopduikeltjes & te boemsen met hun gat plat in ’t gras.
‘Zie je,’ zei m’n moeder, haar glimlach naar onze buren gericht, ‘kinderen spreken alle talen.’
Maar ik had me verstopt. Ergens diep in de tent kon ik haar niet verstaan. Ik schaamde me dood voor ’t naakte mannetje dat m’n broertje was. Liever las ik een stripboek. Ik wilde niet zien hoe meisjes er uit zagen. Zeker niet die deense.

Dat heeft nog jaren geduurd voordat die weer mochten verschijnen in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *