boeken

Er liggen nu 3 boeken opengevouwen in m’n kamer, op een tafel of ergens op een bank. 3 Boeken waar ik aan begonnen ben. Nr 4 heb ik maar weer dichtgeslagen. Daar ben ik nog niet aan toe. Nr 5 evenzo. Die gaat van de week terug naar de bieb.
Nr 6 ligt in m’n tas. ’t Boek voor onderweg. Of als ik pauze op m’n werk heb. Of in de wachtkamers. Daar bevind ik me de laatste tijd wat vaker. Ik moet altijd een boek bij me hebben. Ook als ik naar de wc ga. Er mogen zich geen verloren momenten voordoen.
’t Zijn er teveel. Ik kan geen beslissing nemen. Weet niet wat me momenteel interesseert. De bijbel nader bekijken onder begeleiding van een gids, de kunst van ’t redevoeren bestuderen, of toch weer duiken in een verhaal. Ik weet niet wat me ’t best kan wegvoeren gedurende ’t uurtje zon dat ik wil pikken vanuit m’n tuinstoel. Welk boek me kan dwingen dat zo lang vol te houden.
Dan maar geen van allen.
Weer een nieuw boek.
Na 1st als uitstel alle magazines van ’t weekend doorgenomen te hebben. Op zoek naar geen nieuws.

Voor me ligt nu een ander boek. Iemand zei dat ik dat moest lezen. Verbaasd dat ’t nog niet was gebeurd. Ik kan me de verbazing herinneren, maar niet ’t gezicht. Opeens kwam een collega naar me toe.
‘Iemand heeft dit voor je achtergelaten. Voor je verjaardag, zei hij erbij.’
Da’s dus alweer 1½ maand geleden. Ik heb nog geen opmerking van een onbekend, of eigenlijk vergeten persoon gekregen. De vraag hoe ik ’t boek nou vind. Dat ’t toch ’t allerbeste van ’t allerbeste is. Op ’t gebied van literatuur. Met hoofdletter.
Ik kan me ’t gesprek vaag herinneren. ’t Gezicht niet. Onnoemelijk irritant. Daardoor weet ik ook de details niet meer. De gelaatsuitdrukking. De overtuiging. Misschien wel de zelfgenoegzaamheid.
Nee, dat kan niet. Ik ga geen gesprek met zelfgenoegzame mensen over literatuur aan. Ligt niet in m’n aard. Bang te verliezen.
Ik had gedronken. ’t Was op m’n werk in m’n vrije tijd. Dat is zeker. Daarom ben ik ’t ook vergeten. Daarom is ’t ook een gesprek geworden. ’t Is zonde tijd onbesteed te laten, ’t verliezen van een herinnering is onvergefelijk, ’t kwijt raken onderweg; alsof je herinneringen bij ’t afval gooit. Op de stoep voor als de vuilnisman langskomt. Je weet dat je geconsumeerd hebt, je bent ervan gaan groeien, maar hoe de groei tot stand gekomen is? De verpakking kan dan net zo goed ook overboord.

Maar ik moest ’t lezen. ’t Beste boek zal ’t wel geweest zijn. Dat zal-ie wel in z’n mond hebben genomen. Mensen weten dat altijd met veel overtuiging te vertellen. Kan ik ook. Over De bliken trommel. Oskar Matzerath van Grass. Over hoe geuren werken, nooit meer ‘tzelfde worden als je dat boek gelezen hebt. Ik ben nog steeds op zoek naar de vrouw die naar perzik ruikt. Tot in ’t diepst van haar poriën.
Ik heb ’t boek opengeslagen. ’t Boek dat ik moet lezen.
Titelpagina. Opgedragen aan . De blz ervoor staat van wie ’t ooit was, in blauwe pen, maar ik kan ’t niet ontcijferen. Over de rand loopt een vlek. ’t Kan koffie zijn. Oud. De hoeken beginnen te ezelsoren. Elke blz is gelezen. Da’s makkelijk. Dan buigt ’t boek soepeler op de blz waar je gebleven bent. Boeken moeten gelezen worden. Slechts enkele mogen met fluwelen handschoenen gepakt worden. Voor ’t museum. Ook noodzakelijk. Maar mijn boeken moeten gelezen. Elke letter. Elke alinea. Ik ben afgestapt van diagonaal. Dan schiet ’t leven voorbij alsof je een postbode bent & niet af & toe een bakkie doet bij de buren. Nog net in z’n kaft hangend van afgekloven letters maakt ’t verhaal van ’t boek mooier.

Ik ga maar ‘ns beginnen. Dan heb ik wat te zeggen als ik straks een onbekende tegenkom.
‘Mooi boek gelezen,’ zeg ik dan.

Maar 1st moeten we nog overtuigd worden in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *