buik

Ik kijk naar beneden & zie een bobbel. Ik constateer ‘t: ‘t is meer dan ik gewend ben. Nog niks vergeleken met wat andere mannen elke dag met zich meedragen, mannen die niet eens kunnen zien dat ze iets tussen de benen hebben hangen, mannen die misschien wel denken dat hun lichaam niet verder loopt dan die afgrond daar beneden, terwijl de rest van de mensheid kan constateren dat dat slechts ½erwege is, mannen die geen weet hebben, wellicht hun jeugdherinneringen verdrongen om geen traumatisch zelfbeeld te kweken, van hoe ze zich tegenwoordig voortbewegen & -planten; maar ik moet constateren dat ’t zich daar bevindt.
Een heuveltje. Een heuveltje van een late maaltijd & bier als toetje. O nee, voor ‘t bier was daar nog een bak thee. Toch ook bijna een ½e liter vocht.
Die thee wil er nu uit. Daarom sta ik voor de toiletpot. Dat is de reden dat ik zo’n fraai uitzicht over m’n lichaam heb. Een verticale horizon. Ik heb ’t t-shirt wat hoger opgetrokken om te zien of ’t waar is wat ik zie. & Ja, de buik lijkt momenteel niet verder te gaan dan vlak voorbij de navel. Daarna de genoemde afgrond.
Proberen zoveel mogelijk eruit te plassen, denk ik, dan slinkt-ie vanzelf.
Ik zet er dus nog even wat extra kracht achter. 3 Druppels bonus levert dat op. & Een voldaan gevoel.
Ik kan me overigens niet herinneren, bedenk ik me, ’t zaakje op de tast weer opbergend, dat een vrouw heel genoeglijk haar oor op mijn buik heeft gelegd. Zoals ik pleeg te doen als ik me volledig op m’n gemak voel in ’t gezelschap van een vrouw. Daar zijn de vrouwenbuikjes voor, pleeg ik dan te denken, om genoeglijk je oor op te rusten te leggen. Voor de rest denk ik dan niks. Behalve dat ik dan eigenlijk van regeringswege verplicht gesteld zou willen hebben dat alle vrouwen een vrouwenbuikje onderhouden. Een kleine bobbel, ter hoogte ong van de navel beginnend. Dat die door de vrouwen zelf niet wegbezuinigd mag worden door minder te gaan eten. Dat die vrouwenbuikjes gewoon bij elke vrouw aanwezig zijn, in allerlei soorten & maten. Dat zou veel mannen gemoedsrust geven. Meer gemoedsrust. Zolang ze tenminste hun oor daarop te ruste kunnen leggen.
Vroeger werd er altijd gewaarschuwd: ‘Wacht maar tot je 30 bent, dan zul je zien dat jij ook een buik hebt.’
Maar toen was ik 30 & er was niks.
Toen pasten ze de uitspraak aan: ‘Wacht maar tot je 35e, dan zul je zien dat jij ook een buik hebt.’
35 Jaar oud was ik & ik kon nog steeds niets onderscheiden. Alsof er aan een dwerg beloofd is dat-ie later groot zal worden.
Op m’n 37e zei ik dat ik toch iets van een buikje bij mezelf begon waar te nemen. Ik pakte demonstratief een vetrol beet van onder m’n shirt & wachtte op commentaar.
‘Nee, jij wordt niet dik,’ werd er ontkent. ‘Bij jou groeit er geen greintje spek.’
Alsof ik daardoor meteen een minder mens was, zo voelde dat. Bij mij zou de groei nooit komen. Een volledige volwassen status zou mijn lichaam niet bereiken.
& ’s Avonds laat, da’s ’t treurige, kan ik bij mezelf constateren dat ’t er wel degelijk is. Zo’n gezwollen heuvel, precies op de plek waar ’t hoort te zijn. Maar niemand die kijkt.
Gefrustreerd sta ik dan voor de pot, de liters overtollig vocht er weer uit te plassen, in de wetenschap dat de mensen mij de volgende ochtend weer zullen herkennen.
‘Oh, daar heb je die man weer die geen buik wil krijgen.’
& Dan pers ik er weer 3 druppels extra uit. Om toch nog een beetje mee te doen.

Met 3 druppels doet men al aardig mee in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *