burenpraat

‘Die man met z’n pitbull zegt me tegenwoordig ook wel ‘ns gedag,’ zeg ik. ‘Hij lacht altijd wel vriendelijk.’
‘Ja, dat is een hartstikke aardige man,’ zegt Suze van 2-hoog. ‘Maar hij woont nu alleen. Z’n vrouw woont nu verderop.’
Ze wijst waar we die ex van hem moeten plaatsen.
‘Die heeft die 2 brede witte dogs meegenomen. Woont nu samen met een vroegere vriend van hem. Enkele 100-en meters verder,’ lacht ze.
‘Jemig, je raakt wel op de hoogte van de buurt bij zo’n etentje,’ zegt Nienke van hiernaast.
‘Ja, daarom is ’t zaak dat je elk jaar op dit kerstmaal aanwezig bent,’ zeg ik. ‘Maar ‘t wordt ook wel tijd dat jij je bijdrage levert. We willen nu eindelijk wel ‘ns weten hoe ’t zit met dat stelletje boven jou.’
‘Oh, daar is niks mee aan de hand. Gewoon een leuk stel.’
‘Ja, & op 3-hoog bij jou woont die duitse, toch?’ vraagt Nienke van dit huis. ‘Die had toch zo’n moeite met ’t feit dat ze in de steek was gelaten door haar man?’
‘Ja, heb jij ook wel ‘ns een praatje met haar gemaakt?’ zegt de Nienke van hiernaast. ‘Ik ook. Ik dacht dat ik niet meer van haar afkwam. ’t Ging ’t ene oor in, ’t andere oor uit. Dat soort dingen kan ik nooit zo goed onthouden. Ik weet alleen nog dat ze lerares wiskunde is.’
‘Lerares wiskunde?’ vraagt Suze enthousiast. ‘Dat kan handig zijn. Moet ook maar ‘ns een praatje met haar maken.’
‘Maar ik wilde ’t hebben over dat stelletje boven jullie,’ begin ik weer. ‘Dat vind ik veel interessanter.’
‘Wat vind je daar dan zo interessant aan?’ vraagt Hanneke van 1-hoog.
‘Oh, ik heb ze wel ‘ns ruzie horen maken toen ik in de tuin zat. Dat ging op een bepaalde manier. Misschien dat Nienke daar meer informatie over heeft. Of ze vaak ruzie maken & zo. Is toch best belangrijk dat je dat weet als buur zijnde.’
‘Volgens mij denken ze van ons ook wel dat ik vaak ruzie maak met Edward, de manier waarop ik praat,’ zegt Nienke van hiernaast. ‘Mijn stem klinkt volgens mij overal doorheen.’
‘Jammer, nog nooit gehoord,’ reageer ik. ‘Terwijl ik toch naast je woon.’
‘Maar nu we ’t over ruzie hebben,’ zegt Nico van 2-hoog, ‘hebben we de laatste tijd nog ruzie met de overkant gehad?’
‘Met Hans?’ vraagt Suze. ‘Hier recht tegenover?’
‘Hoe weet jij nou weer zijn naam?’ vraagt Nienke van hiernaast.
‘Hé, Hanneke,’ zeg ik, ‘ik zie jou wel ‘ns een praatje met die Hans maken. ‘Dus jij moet meer over hun weten.’
‘Ach, daar word je heel moe van,’ zegt Hanneke. ‘Er is altijd wel wat aan de hand dat niet klopt. Nooit iets positiefs. Hij wilde 2 jaar geleden docent worden. Handenarbeid. Volgde hij een opleiding. Maar binnen de kortste keren kwam hij met verhalen dat niets goed was aan die opleiding. Dus na een ½ jaar was-ie daar mee gestopt. Zat-ie weer in de uitkering. Kreeg ik alleen maar verhalen te horen wat dáár weer aan mankeerde. Wat-ie nu doet weet ik niet.’
‘Hij doet klusjes, toch?’ zegt Nico. ‘Dat staat tenminste op z’n bus. Kan me niet voorstellen dat je zo’n chagrijn terug vraagt als-ie langs is geweest.’
‘Maar als z’n vrouw een praatje met je maakt dan is ze heel aardig, hoor,’ zegt Hanneke. ‘Van een afstand lijkt zij ook zo, net als die Hans van haar, maar dan moet je eens een praatje maken, dan is ze heel leuk. Ze denkt er over om haar opleiding sociologie weer op te pakken.’
‘Mijn wasbak die lekte laatst,’ vertelt Nienke van 3-hoog. ‘Dus ik dacht: dan haal ik wel aan de overkant een waterpomptang; dat moet zo’n klusjesman toch wel op voorraad hebben. Wel een beetje raar, want je praat nooit met ze. Maar ik bel aan & zij doet open. Oh, was geen probleem, zei ze, kom maar even verder.’
‘Oh, je bent in ’t hol van de leeuw geweest?’ vraagt Suze.
‘Ja, & ik loop achter haar aan naar binnen. Kreeg de juiste sleutel zo mee. Toen moest ik ’t een paar uur later terug brengen. Bel weer aan, kom weer naar binnen. De hele familie om de tafel, slavinkjes eten & zo.’
‘Mmm, lekker,’ zeg ik. ‘Dus jij wordt onmiddellijk uitgenodigd aan tafel?’
‘Nee, maar die Hans zegt: ach, dat had ik zo voor je kunnen doen. Was geen moeite geweest.’
‘Zo zijn ze dan ook wel weer,’ zegt Suze. ‘Goed, zeg, dat je naar binnen ging.’
‘Ja, maar hoe is ’t nou afgelopen met die slavinkjes?’ vraag ik.
‘Ach,’ zegt Suze naast me, & ik krijg een lachende douw tegen m’n schouder.
‘Daar ging ’t verhaal toch over?’ vraag ik zachtjes aan Nico, die aan m’n andere kant zit.

’t Kerstmaal vloog voorbij, recht de monden in van Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *