Coachtalk

Ze zei me dat ik dat dan maar eens moest proberen.
Ik knikte amechtig, vertwijfeld, niet krachtig. Maar was vooral druk doende alles te onderdrukken dat de vorige keer bij ‘tzelfde onderwerp boven was gekomen.

Kort & goed: dat onderwerp is dít! Waar men nu naar kijkt, wat geschreven staat, & niet verloren mag gaan. Dat ‘t onherroepelijke definitief grenzeloos lang blijft. ‘t Onoverzichtelijke in mijn hoofd geordend wordt, op wat voor discutabele manier dan ook, als er maar een vorm komt, ergens ingegoten wordt & substantie krijgt.

– Hoe of ik dat dan zou doen…
– Er een vorm aan geven, een onderwerp.
– Mensen die je ontmoet… Gesprekken die je hebt…
& Nog wat meer stimulans mij te laten antwoorden, antwoorden te vinden.

Ik zei dat ik niet kon navertellen wat ik had meegemaakt, conversaties van mensen, mijzelf incluis, kon citeren. Dat ik er achter was gekomen dat mijn geheugen niet op die manier werkte, hoe graag ik ‘t ook wilde.
& Ondertussen kwam de conversatie terug na een avondje Kolonisten met mijn collega’s. Hoe ik Fret uitlegde hoe een slipje werkte dat lusjes als een tanga had. Waarom ik ‘t toen wel had gekund.
Ik liet dat achterwege. Weer uitweiden, verhalen lang maken, weg van de essentie.

Ik zei dat ik bij onbenulligheden moest beginnen. Wat me overkwam, waar ik me mee bezig hield.
Niets bijzonders. Dat niets bijzonders vanzelf zichzelf zou ontstijgen. Als je jezelf maar blijft herhalen & daar variatie in probeert aan te brengen. Niet te groot, noch klein, maar m’n denkende typevingers weer moest trainen in ‘t onverwachte, in de hoek om lopen, de trap op gaan, een slechts voor blinden zienbare glimlach tonen.

Dat alles zei ik niet. Niet zo.
Maar m’n coach lachte haar lach van begrip. Dat moest ik dan maar doen.

Ziedaar, dit is Zijperspace, waar men toch al niet meer weet welke woorden zijn gezegd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *