communiceren

‘Hé, boekenman,’ roep ik ‘m vrolijk toe terwijl-ie binnenkomt. Hij lacht er z’n guitige grijns bij. Ondanks z’n verleden & z’n leeftijd blijft-ie toch die twinkeling in z’n ogen houden. Zolang hij maar in een goed humeur is.
‘Nou Boekenman?’ Hij pauzeert kort om naar bepaalde woorden te zoeken, zo lijkt ‘t. ‘Je kan beter Beroepenman zeggen. Iedereen vraagt maar de hele tijd of ik voor ze wil werken.’
‘& Je verkoopt geen boeken?’
‘Nee, ik praat vooral. & Da’s niet goed. Doordat ik zoveel praat krijg ik veel te veel werk.’
Ondertussen loopt Boekenman naar de koelkast.
‘Daarom moet ik maar een biertje drinken. Dan word ik tenminste stiller. Misschien dat de communicatie dan wat beter gaat.’
‘Des te minder jij praat, des te beter je communiceert?’
‘Ja, inderdaad. Dan denk ik op een gegeven moment: ik moest maar niet gaan werken, niet ‘t werk gaan doen dat ze me proberen aan te bieden. Ik moest maar ‘ns naar huis om een biertje te drinken.’
Hij blikt nog een keer terug. Lacht z’n wenkbrauwen ondeugend & heft z’n biertje op.
‘Proost, ik ga lekker communiceren.’

‘t Wordt tijd voor een rondje in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *