kerstprognoses

‘Theo & Yvon vroegen of we bij hun langs willen komen met Kerst,’ zegt m’n moeder, ‘maar ik heb ‘t afgewimpeld.’
Ik probeer te snappen waarom. ‘t Heeft altijd te maken met Pa. De vraag is alleen wat m’n moeder denkt dat hij wil. Of ik dat kan achterhalen uit haar woorden. Maar daar zijn te weinig woorden voor gegeven.
‘U blijft liever thuis?’ vraag ik.
‘Ja, ‘t is waarschijnlijk ‘t laatste jaar dat Pa bewust Kerst kan meemaken. Dan moeten we er thuis maar wat moois van maken.’
‘Je hebt gelijk, Moe. Ergens anders zou hij zich toch alleen maar druk maken over ‘t tijdstip dat jullie weer naar huis moeten.’

‘t Is voor ‘t 1st dat ik m’n moeder zo’n opmerking hoor maken. Voor ‘t 1st dat ze de sombere toekomst van m’n vader in zulke bewoordingen durft te omschrijven. Ik moet onwillekeurig denken aan m’n eigen opmerking 1 week ervoor. Ik had gezegd dat Sinterklaas misschien wel de laatste keer was dat m’n vader bij mij over de vloer was. Een boude uitspraak, vooral omdat ik ‘m in gezelschap had gemaakt, maar we beseften allemaal dat ‘t waarschijnlijk niet bezijden de waarheid was.

Eigenlijk zijn we afscheid aan ‘t nemen. Op een hele trage manier. Elke keer dat we samen zijn weten we dat we weer een deel van Pa achter ons hebben gelaten. Dat we dat deel maar mee moeten nemen in onze herinnering. Goed koesteren in ‘t geheugen. We moeten ‘m zien zoals-ie vroeger was, & ondertussen aanvaarden dat-ie geleidelijk aan aan ‘t veranderen is. & Tuurlijk blijft ‘t een lieve man, een langzame, vergeetachtige man, stuntelend met woorden, totaal niet meer de stoere man van vroeger, dunner & soms ook erg breekbaar, een lieve man, zo lief als-ie vroeger nooit kon zijn, maar hij is zo totaal niet meer de vader van toen. De man van m’n moeder.

Ik zie m’n moeder volgend jaar al zitten. In verzorgingstehuis De Koogh. Zoals m’n Oma vroeger bij Opa op visite was. Ik kan me niet anders meer herinneren dan dat Oma naast Opa op een stoel zat. Een beetje voor zich uit starend. Veel meer kon ze niet, met haar ogen. Opa maakte af & toe een opmerking, waaruit duidelijk bleek dat-ie niet wist waar-ie zich bevond. Een enkele keer stelde hij een vraag aan m’n Oma. M’n Oma stelde hem gerust met steeds ‘tzelfde antwoord. Een levenslang huwelijk weerklonk in haar antwoorden. & Soms haalde ze een nieuwe sigaar uit z’n vestje. Als Opa zelfs z’n sigaren niet meer uit z’n vestje wist tevoorschijn te halen.

M’n vader hoort stemmen.
‘Hoorden jullie dat ook?’ vroeg-ie tijdens de lunch.
‘Wat?’
‘Ik dacht dat ik daar een stem vandaan hoorde komen.’ Hij wijst naar de muur.
‘Nee, Pa. Ik ben met ‘t mobieltje van Ma bezig,’ zeg ik.
Maar iets later vertelt m’n moeder dat ‘t aan de medicijnen ligt. Schizofrenen hebben precies tegenovergestelde klachten, herinner ik me plots weer van psychologie. Dus krijgt m’n vader schizofrene verschijnselen door hoge medicatie.

M’n moeder wil me ff later met de auto wegbrengen naar ‘t station. Pa ligt al op bed voor z’n middagdutje. Ik zit reeds in de auto als ik bedenk dat ik iets vergeten ben van boven mee te nemen. Als ik op de 1e etage ben, komt Pa uit de slaapkamer.
‘Wat is er, Pa?’
‘Ik hoorde allemaal stemmen.’
‘Nee, dat waren Ma & ik. We waren wat vergeten.’

‘Komt er iemand langs met Kerst?’ vraag ik aan m’n moeder.
‘We weten ‘t nog niet. Marc maakt in ieder geval ‘t eten klaar, heeft-ie al gezegd. We wachten wel af wie zich aandient.’
‘Ik heb allebei de kerstdagen vrij. Voor ‘t 1st dat ik vrij heb genomen met Kerst. Ik weet nog niet wat ik ga doen, maar ik denk niet dat ik langskom.’
‘Nee, we weten dat we met Kerst niet op jou hoeven te rekenen.’
‘Sorry, Moe. Ik zou ‘t echt heel graag doen, maar ik krijg al de kriebels als ik aan Kerst denk. Je moet ‘t maar zien als een afwijking waar ik nooit meer vanaf kom. Maar ik kom waarschijnlijk wel de dag voor Kerst. Is dat goed?’

Maar sommige vragen hoef je niet te stellen in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *