Hij staat rijzend voor me als ik binnentreed. Hij steekt zn hand uit als ik m nader.
Hoe is t? vraagt-ie met een voor hem doen serieuze stem.
Uitstekend, antwoord ik. & Nog een gelukkig nieuw jaar.
Maar dat laatste hoort OG niet. Hij heeft zich alweer tot de bar gewend.
Goedemiddag, zeg ik tot de rest.
Hoi, Ton, zegt Wieger, t flesje Brand Up al gereed.
Hij wacht enkel op t moment dat ik ja-knik voordat-ie m opent.
Ook een spelletje? vraagt-ie er achter aan.
Ik knik. Naast t flesje komt er ook een muntje van 2 naar me toe.
OG gaat aan de bar zitten als ik de kelder in duik.
Een kwartier later kom ik weer boven. JP zit ondertussen naast OG.
Geef die mensen ns wat te drinken, roept OG met een handbeweging naar ons.
Ja, OG, zegt Wieger, ik kom zo bij je.
Ik ga aan t puntje van de bar staan. Waar ik altijd sta.
Kan jij nou niet even mn huisarts bellen? vraagt OG aan JP.
Nee, joh, antwoordt JP, die assistente zei toch dat hij zelf terug zou bellen.
Ja, die huisarts, zegt OG, die heeft me 2 jaar geleden ook met allerlei smeerseltjes aan t lijntje gehouden. Elke keer kreeg ik wat anders van m.
Je moet gewoon een beetje geduld hebben.
OG zucht. Kijkt ons schuins aan. Daardoor meen ik te zien dat zn rechterwang wat dikker is.
t Is niet zo erg hoor als ik drink, zegt OG tegen Wieger, maar als ik eet, wil t niet.
Hij voelt aan zn keel.
Alan komt binnen. Die dribbelt op de manier die we van m gewend zijn heen & weer.
Alan! roept OG, bel jij nou ns met de huisarts.
Maar Alan heeft nergens oog voor. Hij zit al in de kelder voordat OG zn zin af heeft.
Anders bel ik straks zelf, zegt OG.
Hij belt straks heus wel, zegt JP.
Waarom eigenlijk? waag ik te vragen.
Hij heeft een medicijn nodig voor zn keel, vertelt JP, terwijl OG somber voor zich uitkijkt. Maar t spreekuur voor morgen zit alweer vol.
Wieger: Als ze weten dat t pijn doet, dan bellen ze heus wel naar je terug.
Zon pijn doet t niet, zegt OG, nogmaals zn hand naar de keel.
Ik zie daarbij de rechter wangkwab met zn strelingen meebewegen.
Doe die mensen nog ns wat te drinken van me, zegt OG weer met een handbeweging. Ik moet nog minstens tot € 70,- komen.
Terwijl Wieger met de drank bezig is, stapt OG achter m langs voor de telefoon.
Ik ben vandaag met m naar t ziekenhuis geweest, fluistert JP me toe. t Is inderdaad niet zo goed. Hij heeft allerlei uitzaaiingen naar zn keel. Ziet er niet goed uit. Maar over 3 weken krijgt-ie pas de uitslagen van vanmiddag.
Ze nemen niet op, zegt OG. Zie je wel dat die huisarts me vergeten is. 2 Jaar geleden liet-ie me ook allerlei zalfjes voor mn neus gebruiken die nergens toe dienden.
Tja, maar wat die huisarts doet, dat doet-ie soms ook alleen maar op de gok, zeg ik.
Ja, op de gok! zegt JP.
De rest lacht. Ik moet even nadenken wat er bedoelt wordt. t Volgende moment gaat de telefoon.
Daar zal je m hebben, zegt Wieger, & neemt de telefoon aan.
OG kijkt hoopvol naar wat Wieger zegt. Een tel later krijgt-ie de telefoon aangereikt.
Hij zit hier naast me, zegt Wieger erbij.
Ja, met Wijbenbach, zegt OG. Ja. (..) Ja. (..) Ja. Ja, kijk, ik ben vanochtend naar t ziekenhuis geweest, ziet u. t Blijkt dat er allerlei uitzaaiingen zijn. Ik heb er geen last van hoor. Behalve dat ik t naar mn oor toe voel & in mn kaak. Als ik mn eten slik dan voel ik t ook. Dat wou ik u dus vragen: heeft u misschien iets waardoor ik minder last heb bij t slikken. (..) Ja. Nee, geen pijn voor de rest. (..) Ja, das mooi. (..) Maar moet u ns zien. Ze hebben nu over 3 weken een uitslag. Ik ben 72, begrijpt u. Ja, u weet wel hoe t de vorige keer is gegaan. Toen ik bij u weg ben gegaan, 2 jaar geleden, toen is er heel wat gebeurd. Maar ik ben nu 72. & Als ik nu (..) Ja. Dat bedoel ik, ja. Daar hoef ik niet over in te zitten? Mooi.
Buiten aan de overkant, op de brug over de prinsengracht staat er een hond stil. Hij staart zn baas aan. Met een vragende blik. Hij wacht tot de baas terugkijkt. Die kijkt pas om als ze merkt dat de hond niet mee is gegaan naar de overkant van de weg. De hond blijft kijken. Een verwijtende blik. Schuine kop. t Lijkt alsof de baas wat zegt, maar t gezicht is net niet te zien. De hond maakt een kleine beweging, alsof om te zien hoe de baas reageert. Richting lantaarnpaal. Als de baas niet noemenswaardig reageert loopt-ie verder naar de boom. ½ Zn poot nog opgetild van de lantaarnpaal. Maar bij de boom komt t pas daadwerkelijk tot een plas. Dan loopt de hond met een treurige kop weer achter de baas aan.
Er zit een prop in de stem van OG. Zn hoofd hangt voorovergebogen naar de bar. Met zn linkerhand krabt-ie aan zn nek. Wij zwijgen.
Ok. Dan kan ik morgen t recept ophalen? vraagt OG. Goed. Tussen 2 & 4. Mooi. Bedankt.
Hij hangt op.
Ik krijg een drankje dat t slikken makkelijker moet maken. Maar daar zal t boeltje niet zo snel van gaan doorlopen. Dus zal ik er wel bij moeten drinken.
Dat laatste lacht-ie. Hij pakt zn glas vast.
Wieger! roept-ie, geef die heren ns wat te drinken.
Nee, joh, zegt JP, we hebben nog.
& Euthanasie was ook bespreekbaar, gaat OG onverstoorbaar verder. Wat wil je nog meer? Hij belt gewoon de kroeg op als-ie me moet spreken. Zón huisarts heb ik! 2 Jaar geleden heeft-ie me ook elke keer weer een ander zalfje gegeven voor mn neus. Wieger, geef die heren ook ns wat te drinken van me. Die € 70,- moet nog op.
& Naarmate t van binnen stiller werd, groeide de gezelligheid in Zijperspace.