wensen

Ze was met 2 vrienden binnengekomen. Gezichten die ik nog niet eerder had gezien. Ze lachte naar me, zoals ze altijd om me moet lachen. Of naar me moet lachen, dat weet ik eigenlijk niet: om of naar.
Ik drentelde achter de bar. Keek goed wie m’n collega’s aan ’t helpen waren, of ik kon plannen dat ’t precies goed uitkwam. Ik moest op een gegeven moment wel ’t risico nemen nog een klant te helpen, ook al zag ik dat zij mijn kant op kwam, maar Roen was ondertussen glazen halen & Peet deed een grote bestelling. Ik was op tijd klaar om haar te woord te staan.
‘Hoi, Ton,’ zei ze.
‘Hoi,’ zei ik, want ik wist nog steeds haar naam niet.
Maar als ik leuk lach, merkt niemand dat. Dus ik lachte leuk. ’t Kostte me niet al te veel moeite. Geen, eigenlijk.
Ze bestelde voor haar & haar vrienden. Terwijl ik daarmee bezig was, bedacht ik hoe ik ’t voor elkaar moest krijgen haar gelukkig nieuwjaar te wensen. ’t Was tenslotte alweer 3 dagen later.

Even daarvoor was de dame uit Tanzania op me afgekomen. Ook haar naam weet ik niet, maar een paar jaar geleden was ze met haar man naar Tanzania vertrokken. Inmiddels woonden ze vanwege zijn werk alweer ergens anders, maar ik sprak haar slechts 1 keer per jaar, als ze rond de feestdagen haar familie bezocht & uit nostalgie nog even ons proeflokaal aandeden.
Ze stond op ’t punt weg te gaan. Haar man stond al in de deuropening. ’t Kleine groepje vrienden was reeds verdwenen.
Ze liep op me af.
‘Ik moet nog,’ kwam uit haar mond, terwijl ze m’n hand vastpakte.
‘Ja,’ beaamde ik, onhandig m’n hand in die van haar voegend.
& Terwijl we 3 keer zoenden, zeiden we zachtjes: ‘Gelukkig nieuwjaar.’
‘Maar nog even m’n hand goed,’ zei ik na de 3e zoen.
Ze lachte, onze handen gleden voor een kort moment in een nog onhandiger samengaan, & ze vertrok, nog 1 keer over haar schouder naar me glimlachend.
Ik herinnerde me nog kort dat ik lang geleden had opgemerkt dat je toch niet vanwege je man zonder werk naar ’t buitenland vertrok. Toen had ze die zelfde lach op haar gezicht.

Ik kwam terug met de 3 biertjes. Ik zette ze voor haar neer.
‘€ 5,40,-, asjeblieft,’ zei ik.
‘Nog een gelukkig nieuwjaar,’ zei zij.
‘Weet je,’ begon ik langzaam, nam ondertussen ’t geld aan, ‘dat jij ontzettend boft.’
Een korte pauze. Adempauze. Ik moest me aan m’n tekst houden, maar haar glimlach, die eeuwige vrouwenglimlach, die leidt af.
Ik trok ’t biljet in m’n handen een beetje uit de kreukels.
‘Je boft ontzettend dat je vrouw bent,’ ging ik verder, ‘want dat betekent dat je met me mag zoenen.’
Ik genoot van haar gladde wangen die bereid waren ’t gewicht van mijn lippen op te vangen & besefte me pas later dat ik me voor deze gelegenheid misschien beter had kunnen scheren.

Daar ergens tussenin zat Mario.
Roen keerde onmiddellijk z’n rug naar ‘m toe.
‘Doe jij Mario even?’ fluisterde hij naar mij.
‘Is goed.’
& Vervolgens: ‘Hoi, Mario.’
‘Een gelukkig nieuwjaar.’
‘Dank je. Jij ook.’
Ik was blij dat ik natte handen van ’t spoelen had. Dat betekende dat ik zijn weeë handen niet hoefde aan te raken.
‘Voor jou ook, Roen,’ schreeuwde hij naar iets verder weg. ‘Ja, want je mag tot de 6e januari gelukkig nieuwjaar wensen. Want op 6 januari is ‘t 3 Koningen.’
‘Wat wil je hebben?’ vroeg ik.

’t Meisje dat zweeds sprak stond voor me. Blozende wangen van ’t naar hier fietsen. Er zat een bar tussen ons in.
Ik zei: ‘Als ik straks glazen kom halen, bij jou aan tafel, vind je ’t dan goed dat we ’t dan doen, gelukkig nieuwjaar wensen. Want dan krijg je tenminste ’t hele pakket.’
’t Was een meer verlegen lachje, maar evengoed overtuigend.
5 Minuten later, aan haar tafel, met slechts 1 glas in m’n hand, vroeg ik: ‘Ben jij er klaar voor?’
Ze keerde zich om.
‘Ja, kom maar op.’
Ze ging er zelfs voor staan. Haar wangen gloeiden nog steeds.

Sluitingstijd. & Ik stond aan de verkeerde kant van de kroeg een tafel schoon te maken. In de verte zag ik dat zij & haar 2 vrienden op ’t punt stond te vertrekken. Ik wist nog steeds haar naam niet.
Zij zag mij ook. Tussen 5 partijen schouders & enkele hoofden door hielden wij kort oogcontact.
Ik besloot ergens anders schoon te maken. Je moet je eigen prioriteiten stellen. Achter me doemde Mario al op.
Bij de uitgang trof ik haar nog net.
‘Doeg, Ton,’ zei ze.
‘Doen we nog een keer,’ zei ik, ‘dat nieuwjaar wensen.’
Lach. Een herinnering van wangen trilde door m’n lippen.
Ze knikte. Een opmerking die verloren ging in mensen die naar buiten wilden.
‘Ik verheug me nu al op volgend jaar,’ was ’t laatste dat ik verstaanbaar kon maken, terwijl haar gezicht door de deur verdween.
‘Zeg, Ton,’ zei Mario van achter me, ‘vind je niet dat ik veel minder druk ben geworden? Veel minder jachtig?’
‘Ja, da’s inderdaad zo,’ antwoordde ik, ‘maar je schreeuwt nog steeds te hard.’

’t Wordt snel 6 januari in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *