Ik schud haar de hand. We hebben beiden een glimlach op de lippen.
Ga maar vast in mn kamer zitten. Aan t einde van de gang links.
Ik was daar al 1 keer eerder geweest. Vind t meteen. Ik weet aan welke kant van de tafel ik moest zitten. Ook al omdat die stoelen een houten zitting hebben.
In afwachting kijk ik om me heen. Voor me ligt een beduimeld boek over hoe men laboratoriumonderzoek moet interpreteren. Een studieboek dat nog veel waarde schijnt te hebben. Achter t bureau 2 koppen koffie. Uit beiden was slechts genipt. Bij een moment van ontspanning zou ik straks kunnen vragen of ze t zo druk heeft dat ze zelfs geen tijd voor koffie had, bedenk ik.
Op tzelfde moment komt de specialist binnen.
Heb je bloed laten prikken?
Ja, vorige keer. Meteen na t gesprek.
Niet een paar dagen geleden?
Oeps. Ik heb t verkeerd begrepen. Alle instructies van de vorige keer. Ik ga verzitten naar mn linkerbil.
Ik heb totaal geen gegevens van je. Wel van de scan, maar niet van enig bloedonderzoek. Ben je de vorige keer ook wel geweest?
Ja. Dat weet ik zeker. Ik werd geholpen door een oude vrouw die chagrijnig was.
Ik zie de blik weer voor me. De vrouw had t druk. Ze wilde naar huis. Ze had ook iets gemompeld dat iedereen naar huis was & zij alles op kon lossen. Ze mompelde de hele tijd in zichzelf, herinner ik me.
Ik ben toch niet gek, ook al is t computerscherm helemaal leeg. De specialist wijst nog een keer nadrukkelijk naar de plek waar de resultaten van t bloedonderzoek hadden moeten staan. Een lege plek.
& Hoe bevalt t medicijn?
Ik dacht dat ik pas na deze afspraak een recept mee zou krijgen?
Nee, meteen na de scan moest je er aan beginnen.
Maar dan had ik toch een recept moeten hebben?
Die heb ik je toch gegeven?
Ik kijk verbaasd. Dit wist ik zeker. Er had geen dun receptenpapiertje gezeten tussen alle andere formulieren, vragenlijsten & afsprakenkaarten.
Die zal dan wel verloren zijn gegaan tussen de papierwinkel, concludeert ze.
Ze pakt de telefoon. Krijgt iemand van t laboratorium aan de lijn.
Ja, ik heb hier een patiënt van wie ik allemaal resultaten had moeten ontvangen, maar ik zie niets in t systeem staan.
Mn gegevens worden doorgegeven.
Weet u nog hoeveel buisjes er gevuld werden? wordt mij tussendoor gevraagd.
Ik tast in mn geheugen. Doe er een zwaai naar.
t Zouden er 3 kunnen zijn geweest.
Dat wordt meegedeeld aan de dame van t lab.
Nee, ik ga niet naar jullie toe, zegt mn dokter. Jullie hebben een fout gemaakt, dus dan zoeken jullie maar even uit wat er gebeurd is.
Ha, denk ik, dit is dus niet mijn fout. t Wordt nu immers telefonisch bevestigd.
Ja. Ja. Ja, gaat de dokter verder. Oké. Bedankt.
Ze hangt op & wendt zich weer tot mij.
Ze hebben alleen bloed afgenomen voor t onderzoek van t AMC. Dat mag voor de rest niemand inzien. Dus heb ik daar niks aan. Je moet opnieuw bloed voor mij laten prikken.
Ik kijk alsof ik dat geen probleem vind. Maak ik toch nog iets goed, denk ik.
Heb je trouwens de vragenlijsten van t AMC teruggestuurd?
Nee, zeg ik.
Ik wil er aan toevoegen dat ik er nog niet aan toegekomen ben. Maar zie dat dat geen zin heeft.
We nemen door wat er de komende tijd allemaal moet gebeuren. Hoeveel pillen ik moet slikken. Wanneer ik moet laten prikken.
Dus elke keer vlak voordat ik ter controle kom? herhaal ik.
& Elke dag een pil.
We staan op. De deur open. Ze begeleidt me naar de secretaresse van de afdeling. Ze lacht ondertussen weer.
Die vragenlijst moet u ook zo spoedig mogelijk versturen.
Ik zal m weer tevoorschijn halen.
Kan t zijn dat u een beetje vergeetachtig bent? vraagt ze onderweg.
Ojee, toch nog een beschuldiging. Snel schieten mn gedachten naar allerlei voorvallen van de laatste tijd. Om te kijken of ik vergeetachtig ben geweest. Dan schiet me te binnen dat ik beter gewoon kan toegeven dat ik enkele fouten heb gemaakt.
Ja, ik vergeet wel ns wat, zeg ik.
t Kan heel goed zijn dat dat minder wordt als u een tijdje t medicijn gebruikt. Dan wordt u waarschijnlijk minder gejaagd.
‘Zou ‘t?’ gaat er door me heen.
Hebben we straks weer meer herinneringen in Zijperspace.