patattekes

Hij stapt ten 1e al langzamer op. Waarschijnlijk deels door z’n wat molliger lichaam. Maar zeker ook vanwege mijn persoon. Dat weet ik bijna zeker. Ik zie ’t aan de lusteloosheid in z’n gezicht. Z’n armen die hangen. ’t Onbegrip om m’n bestelling. De moeizaamheid waarmee hij m’n bestelling uit z’n hoofd leert. Om ’t traag, traag, langzaam in ’t vet te gooien.
Ik doe alsof er niets aan de hand is. Altijd. Even leuk, even aardig.
‘Hallo,’ bij binnenkomen.
‘Fantastisch, bedankt,’ bij ’t meenemen van m’n plastic tasje voedsel.
Breed lachend, in beide situaties.
Je bent een rund als je mijn goede bedoeling niet ziet.

Gister heb ik ’t bij de Albert Heijn geprobeerd.
‘Bedankt! Tot ziens!’
Maar niets. ’t Meisje bleef stil. Terwijl de groet in haar gezicht uiteenspatte. De kassa rinkelde ervan. Geschokt, besef ik me achteraf. Want niets kwam terug.
Toen ben ik mompelend: ‘Tot ziens’, ‘Bedankt’, ‘Tot kijk’, ‘Nog een prettige dag’, de winkel uitgelopen. M’n tas vol boodschappen meezeulend. De hele rij bij de kassa kon ‘t horen. Mijn dankwoord. & Mijn wens elkaar weer te mogen ontmoeten. Zoals ’t hoort, was me ooit verteld. Ik barstte van de goede bedoelingen, moet iedereen gedacht hebben.

Maar goede bedoelingen hebben geen effect bij de assistent-frietverkoper. Stoïcijns blijft-ie. Af & toe een lachje als z’n collega een grapje maakt vanachter de telefoon. Want deze kan me slechts dan niet helpen als-ie aan de telefoon dient te verblijven. Grappen makend. Die assistent-friet weet te waarderen. Zelfs dan zou hoofd-frietverkoper ’t maar wat graag zelf doen. Niet voor niets geklommen tot de functie van hoofd van de frietenverkoop.
De assistent-frietverkoper heeft dan opeens oogjes die twinkelen van onverwacht genoegen. Lief lachje richting hoofd-friet. Ik weet niet waarom, want ik spreek de taal niet van ‘t huidig friet bakkende volk. Ik begrijp slechts twinkelingen, glimlachjes & ongeïnteresseerde blikken.
Daarbij vergeet-ie dat ik meteen wil afrekenen. Sta ik al die tijd met een briefje van 10 te wapperen. Schuin hangend over de toonbank. Hoofd-friet heeft me al menig maal uit deze houding weten te bevrijden.

Dit keer liet ik ’t niet zover komen. Bij ’t bestellen zelf had ik m’n 10tje reeds tevoorschijn. Lag ½erwege tussen de blikken van assistent & mij. Schuldbewust over die aanwezigheid gooide hij de pikanto & de patatten in ’t vet. Schielijk zich omkerend in een poging ‘t toch te vergeten aan te nemen. Maar ’t briefje werd ‘m ditmaal onder de neus gewreven. Ik wilde meer doen dan slechts wachten op. Ik beschouw wachten op patat 1 van de meest onnutte dingen in ’s mens leven.
Met ’t wisselgeld kon ik een bamischijf in m’n mond proppen, terwijl photoplay genoten werd.
Ondertussen ben ik me er volledig van bewust dat assistent m’n eten probeert te versjteren. Op enigerlei wijze.
Ik speel ’t spelletje photoplay zo bekwaam, jarenlange training, steeds ‘tzelfde spelletje spelen, dat ik onderwijl af & toe een blik over de schouder kan werpen. Gedecideerd aanschouw ik assistent z’n handelingen. Laat ‘m voelen dat ik kijk.

Hij had me niets kunnen flikken. Dacht ik.
Maar de zak patat & bijbehoren stonden verrassend snel op de toonbank. Spel ternauwernoods beëindigd.
Ik zei hoofd-friet gedag. Kwam net tevoorschijn met z’n mobiel. De zak in m’n handen nemend. & Toen assistent.
‘Fantastisch, bedankt.’
In ‘tzelfde enthousiasme. Misschien zelfs iets meer. Degenen die tegen je zijn moet je om de tuin leiden. Laten denken dat je van ze houdt. Waardeert. Aanwezigheid op prijs stelt. Maakt je sterker.
Waarvoor sterker weet ik echter niet.

Thuis bemerkte ik dat ik geen servetjes had gekregen. Terwijl hoofd me altijd minstens 2 geeft. Ik had de laatste tijd juist een methode gevonden om m’n dankbaarheid in vette vlekken er op achter te laten. Een vertaalslag. Vooral omdat ik ze normaliter nimmer gebruik.
Vorkjes waren ook niet aanwezig. Die ik anders altijd nederig accepteer. De man weet niet beter of iedereen is blij met de plastic gift. Gratis vorkjes bij patat.
Zoals je vroeger een plastic speeltje mocht uitzoeken na bezoek aan tandarts. Tandarts stond trots te kijken hoe je ‘t 1-dagspeelgoed tegen beter weten in toch weer accepteerde.
& Bovenal was de patat klein. Kleiner dan ooit. Alle restafvalpatatjes waren in m’n maaltijd gestopt. Bij elkaar geschraapte harde brokjes. Kruimelige, moeilijk hanteerbare, niet door te prikken, patattekes. Zoals je ze slechts in vlaams frietenland krijgt aangeboden. Maar weten de marokkanen veel.
Ik genoot. Zat te kliederen met m’n vingers zoals ’t vroeger een lieve lust was. Bij moeders thuis. Waar ’t ook al niet mocht.
Tot aan ‘t 1e kootje in de smurrie van patat speciaal met extra sambal. Glibberend & klevend met m’n vingers wroetend door uitjes, tomaat & mayo, waar zich af & toe een minuscuul gefrituurde aardappel liet zien. Die zich knisperend liet verpulveren in m’n mond.
Patat zoals patat bedoeld was, besloot ik toen ik likkebaardend lekker m’n vingers van de restanten ontdeed.

Die vent moest niks van Zijperspace weten, dat was duidelijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *