Cornelis Vreeswijk is dood, & dat is-ie al een tijdje. Ik geloof dat mn vader t toentertijd meldde. Hij zette vervolgens een plaat van m aan. We konden t hebben. t Was zondag, dan mocht-ie.
Ik keek naar de documentaire. Ik viel er in nadat t al 10 minuten bezig was. Ik keek onmiddellijk naar de klok: hoeveel heb ik gemist?
Een buik wordt me voorgeschoteld. Hangende borsten met haren ertussen. Lichtjes ging de camera omhoog & liet een sik zien, die boven de borst uitstak. Ik wist waar ik was. Ik hoefde slechts te weten wanneer t begonnen was.
Een persoon die zweeds spreekt. t Raakt me in de borst. Ik ben onderweg iets kwijt geraakt, maar weet dat ik er zelf schuld aan heb.
Ik hoor mn vader de vraag stellen: Vraag gelijk even aan de docent of er iets bekend is over de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella.
Ik had mn 1e les in de zweedse taal nog niet achter de rug.
Victor Jara, Evert Taube, Carl Michael Bellman.
Ik weet dat van de 1000en mensen die kijken slechts een enkeling weet waar t over gaat. Ik krijg de 1e tranen aan de achterkant van m’n oogkassen.
‘Somliga går med trasiga skor, säg vad beror det på….’
Ik zie mezelf fluitend langs de kant van de zweedse weg staan liften. Onbekommerd, de moed er in houdend, ziek van heimwee, een zweeds liedje, waar geen enkele toerist de zweedse woorden van kent. Ik hoop dat men t herkent, de enkele voorbijganger te voet, & dat ik antwoord zal krijgen met een volgende regel.
Ik voel me eenzaam, ben onderweg naar huis, droom van contact.
Een auto stopt, een echtpaar gebaart, ik stap in & krijg pas geplukte wilde aardbeien om in ieder geval aan te sterken. Vakantie kost al zoveel energie, zegt de vrouw. Ze weet ’t van haar zoon.
Ondertussen worden op tv willekeurige voorbijgangers aan t zingen gezet. In camera zetten ze blindelings in met somliga går…... t Galmt in de metro van Stockholm. Ik zwijmel in herinnering.
Ik zie geen Cornelis. Ik zie herinnering. Proef t aan een wijsje.
Medestudenten, Scandinavische taal & letterkunde, waarvoor ik interesse wil opbrengen, maar waar ik me door afgewezen voel.
Geen belangstelling van hun kant.
Ik verbeter de docente literatuurgeschiedenis. Ze reageert verontwaardigd, verbaasd, wil van niks weten.
Niemand geeft een kick. Ze weten niet waar t over gaat.
Ik had t boek te vroeg uit. Zij gaf al jaren dezelfde les, waar studenten pas begonnen te lezen als de colleges voorbij waren.
Ik breng bandjes mee naar huis. Cassettes met Cornelis. Nu eens in t zweeds. Om mn vader te plezieren.
Hij luistert een keer. Vindt zn jazz belangrijker. t Is tenslotte zondag. & In ’t nederlands begrijpt-ie Cornelis tenminste.
Ik fluit mee met tv. & Tranen lopen over mn wang. Ik ben onderweg iets kwijt geraakt, maar weet niet meer of ik er zelf schuld aan heb.
Ik kan me herinneren dat de aardbeien in mn rugzak platgedrukt werden bij de volgende lift.
Er liep een rode streep door Zijperspace.