Ik heb onderwijl een reputatie opgebouwd,
1tje Die teruggaat tot een paar jaar her.
t Is dan zaak dat ik me daar aan houd,
Das mijns inziens niet meer dan fair.
t Was een ideetje, dat mij ooit te binnen schoot,
Een aardigheid, waar eenieder lol aan kon beleven,
t Vergde een enkeling misschien wat extra gekloot,
Men hoefde echter niet naar perfectie te streven.
Een stokje die men telkens weer doorgaf
Zo luidde vervolgens mijn plan.
Ik noemde dat stokje de Staf,
Naar die van Sint, de goede man.
Men moest, meer was t niet,
Als ontvanger van de staf een gedicht verzinnen
& Die dan weg geven, geheel in stijl van Sint & Piet
Waarna de ontvanger ook aan rijmen kon beginnen.
Omarmend of kruizend, dat deed er niet toe,
Een epistel of een sonnet, abab of aabb.
Niks geen metrum, geen moeilijk gedoe,
Met t simpelste rijm was ik al tevree.
Ik dacht: zo heeft Sint t bedoeld,
Daar zal hij zelf ook nooit moeilijk over doen,
Als zoiets maar op een leuk gebaar is gestoeld,
Er is geen verliezer & ook geen kampioen.
Maar elke keer hoorde ik bijna iedereen klagen
Ik heb geen zin of Ik kan dat niet
een rijmpje verzinnen, dat kon men niet behagen,
5 Minuten over een stukje schrijven was hun limiet.
Vooral s lands djs klaagden steen & been,
Toen, t is nu juist een jaar gelee,
De staf in hun contreien uiteindelijk verscheen,
Praten kunnen ze, maar dichten is niet hun metier.
Dat gezanik, van Rijmen is niks voor mij,
Daar heb ik dit jaar eens geen boodschap aan
De Staf van Sint gaat dit jaar aan Weblogland voorbij
Misschien betekent t wel t eind van zijn bestaan.
Tuurlijk mag iemand t op zich nemen,
De Staf nieuw leven in te blazen,
& Mag t initiatief als t zijne claimen
Ik heb er genoeg van, t zal u niet verbazen.
Dus, adieu, farewell & al t goede,
Van hier voor Sintvierend Weblogland,
vooral voor hen zonder gedichtenvrees.
In de hoop dat men zich zal behoeden,
Van iets waar ik sterk tegen ben gekant:
Angst voor inspanning, verblijf ik hier in Zijperspace.