denig-personeel

‘Zo, kom je in werkkledij?’ vroeg ik.
Hij keek me verbaasd aan. Hoe of ik dat wist, zo keek-ie.
‘Want dat bloesje draag je volgens mij ook altijd als ik schoenen kom kopen bij jou in de winkel,’ legde ik m’n opmerking uit.
Ik had ‘m vooral herkend omdat z’n vrouwelijke collega naast ‘m stond. Die werkt ook al jaren bij Carl Denig, had ik op dat moment gedacht; beiden werkten ze op de schoenenafdeling. Maar zij had na afloop van haar werkdag zichzelf de gelegenheid gegeven nog even iets anders aan te trekken.
Licht stotterend antwoordde hij: ‘Ja, we zijn net klaar met werk.’

Bij ’t glazen ophalen moest ik nog wat extra’s kwijt. Kon ’t niet gewoon laten bij een opmerking aan de bar; ze moesten doorhebben dat ik mijn vakantiespullen bij hun kocht.
‘Maar aan de andere kant,’ begon ik terwijl ik de lege glazen aannam vanuit de inmiddels groot gegroeide groep Carl-Denig-medewerkers, ‘als ik inkopen bij jullie doe, ben ik ook altijd in werkkledij. Altijd een t-shirt & een broek die ik op mijn werk ook draag. Zelfs m’n schoenen draag ik op m’n werk.’
Hij lachte. Hij begon zich op z’n gemak te voelen.
‘Dat wou ik nou net zeggen.’
Helaas was-ie niet zo bijdehand als ik. & Anders begon-ie te stotteren.

We hebben vaak een tekort aan pindabakjes. Ze zijn niet makkelijk mee te nemen. ’t Risico is te groot dat ze van de glazen af vallen als je ze daar bovenop stapelt. Dus stop ik ze in m’n broekzak. Niet meer dan 3 per ronde.
Carl-Denig-medewerkers houden van pinda’s. Of ‘t kan zijn dat ze op hun werk niks te eten krijgen. Een groot gedeelte van de weekendvoorraad pinda’s ging op aan de groep.
‘Mag ik de lege pindabakjes ook, alsjeblieft?’ vroeg ik nadat ik alle lege glazen had mogen ontvangen.
5 Handen reikten naar de bakjes.
Een ijverig publiek, winkelpersoneel, moest ik toegeven. Heel gedienstig.
‘Nee, sorry,’ zei ik. ‘Ik kan er maar 3 per keer meenemen.’
Ik nam ze aan & stopte zoals gewoonlijk 2 in m’n rechter achterbroekzak, 1 aan de voorkant rechts. ’t Publiek keek mee.
‘Je hebt daar nog ruimte,’ zei 1 van de meisjes, wijzend naar m’n linkerbroekzak.
‘Nee, dat zou slecht zijn voor m’n nageslacht,’ zei ik.
Ik weet dat die opmerking ’t altijd goed doet. Gehinnik met handen voor de mond was ’t resultaat. Dat weet ik ook van tevoren.
’t Meisje bleef kijken alsof ze dat moest controleren.
‘Dan is ’t natuurlijk niet fatsoenlijk,’ zei ik, ‘om mijn opmerking ter plekke op waarheid te gaan checken. Dan hoor je heel braaf voor je uit te kijken. Die seksistische blikken van vrouwen ook altijd!’
Onmiddellijk keerde ze haar hoofd om. Gegeneerd. ’t Meisje van de schoenen deed ‘Pffffffffff’. Zoiets had ze vast nog nooit meegemaakt van een barman. De mannen in ’t gezelschap lachten luid.

Ik moest naar Carl Denig. Vragen of m’n schoenen nog te repareren waren. De jongen die lichtjes stotterde was bezig een klant nieuwe wandelschoenen aan te meten. Hij had weer dezelfde bloes aan.
‘Kan ik je helpen?’ vroeg-ie terwijl de klant een testrondje liep met de schoenen.
‘Kijk,’ zei ik.
Ik liet de binnenkant van m’n rechterschoen zien.
‘Is dit nog te repareren?’
De voering bij de hiel hing er in flarden bij.
‘Draag je ze dagelijks?’
‘Ja. & Er komt ook veel bier op. Dat is volgens mij ook slecht.’
‘’t Is wel mogelijk, denk ik,’ opperde hij mbt reparatie.
Hij legde uit wat voor mogelijkheden er waren. Kunststof of leer. Hoelang ’t nog zou meegaan. Ook gezien ’t feit dat er een barst aan de buitenkant van de schoen zat.
& Ik dacht ondertussen aan m’n opmerking. & Dat ze na mijn opmerking snel verdwenen waren. Eigenlijk was ik bang dat ik te ver was gegaan.
‘Dat zou betekenen,’ ging hij tijdens die gedachtengang verder, ‘dat als je beide schoenen zou laten doen, ’t op ong € 30,- zou komen.’
‘Oh, dat valt best mee.’
Ik lachte naar hem. Ik moest ’t toch ‘ns vragen, dacht ik onderwijl.
‘Jullie hebben je wel geamuseerd bij ons?’ vroeg ik plots.
‘Oh, ja, hoor.’
Alsof-ie me nu pas herkende. Een glimlach.
‘Was ’t een personeeels-uitje?’
‘Ja, 1 van onze collega’s zou naar Nieuw Zeeland vertrekken. Een afscheidsborrel. We hebben erg lekker gedronken.’
‘Jullie waren zo plotseling weg.’
Ik moest er toch een beetje op aansturen.
‘Ja, jullie zijn altijd zo vroeg dicht. We konden geen bier meer krijgen.’

De zorgen voeren weg uit Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *