diagnose

‘Ik reed richting Noord & ik voelde me een beetje treurig.’
‘Oh?’ zei Rachel met een vraagteken.
‘Somber. Een beetje.’
‘Hoe kwam dat?’
‘Weet ik eigenlijk niet. Misschien omdat ik niet kon schrijven. Ik kon vanochtend geen onderwerp verzinnen om over te schrijven.’
‘Dat schrijven is misschien een soortement broertje van je geworden. Je bent gehecht geraakt aan de dagelijkse bezigheid.’
‘Ja, da’s inderdaad wel zo. Toen heb ik in Noord maar een heleboel spullen voor m’n tuin gekocht. Dat hielp.’
‘Hoe gaat ’t trouwens met je rug?’
‘Oh, daar heb ik geen last meer van. Alleen nog als ik een verkeerde beweging maak.’
‘Goed zo.’
‘Maar gisteravond, op ’t feestje van m’n buurvrouw, toen ik net m’n roes van de middag weggeslapen had, & vanochtend weer, onderweg naar Noord, had ik opeens last van m’n buik.’
‘Oh?’
‘Buikkanker.’
Rachel barst in lachen uit. Ik probeer er serieus bij te blijven kijken.
‘Binnenkort ga ik dood.’
Rachel lacht nog harder, m’n blik houdt gelijke tred de andere kant op.
‘Da’s wel handig dat die diagnose zo snel gesteld is,’ hikt Rachel tussen enkele uithalen door.
‘Ja, hè. Zonder enige bemoeienis van een huisarts.’
‘& Hoe is ’t nu met je?’
‘’t Is over.’

Donderwolken vliegen snel voorbij in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *