paasbrunch

Ik nam bier mee. Ze hadden alleen nog maar Leffe in de koeling liggen. Voor henzelf, voor ’s avonds laat. Die bleek Quint uiteindelijk te drinken toen ik de achtertuin betrad. Mijn flessen werden in de koelkast gelegd.
‘Zal ik die grote fles Oud Beersel in de vriezer leggen?’ zei Carel grappend. De vorige was de dag ervoor op die manier gebarsten. Lade vol met bevroren kriek.
‘Doe ’t toch maar,’ zei ik, ‘ik hou ’t wel in de gaten. Kriek is met dit weer lekkerder als-ie koud geserveerd wordt.’
Ik vulde ’t speelgoed van m’n nichtje met water. Speelgoed voor neefje nichtje terwijl wij praatten. De kleinste lag nog in bed voor ’t middagdutje.
‘Waar is Ma?’ vroeg ik. ‘Die zou toch om 12 uur hier zijn, had ze gezegd.’
Maar men wist ’t niet.
Niemand zei iets over Pa. Vreemd genoeg. Achteraf.
Ik liep heen & weer met de gieter toen m’n moeder binnenkwam.
‘Wacht even, Moe,’ zei ik, ‘dan zeg ik je straks wel gedag als ik klaar ben.’
In de keuken bedelde ik een plak cake van m’n schoonzus.
‘Als je straks maar wel ’t eten nog lust,’ zei Franchet, ‘’t moet wel op.’
‘’t Moet wel op,’ zei Carel, die me de plak in de mond zag stoppen.
We aten salade, met van die kleine tomaatjes, & aardbeien, met van die pitten als extra vulling, & eikenbladsla. We aten broodjes bedekt met filet américain, of tapenade, groen of rood. De zalm moest vooral zo snel mogelijk op, dus stak ik er 2 plakken van in m’n mond. De felle zon zou zeer snel schade kunnen berokkenen aan de heerlijke smaak. We dronken Oud Beersel Oude Kriek, terwijl Quint ’t volgende flesje Leffe leegde. We aten sneetjes uienbrood, & rauwe ham gevuld met gesmolten kaas. & Als toetje aten we ook nog een vruchtensalade, waarvan de kinderen & ik ’t sap mochten uitlepelen. We waren de koning te rijk, de 1 at veel, de ander at weinig, maar iedereen genoeg, de buiken vol, de glazen leeg, de zon scheen.
‘Hoe is ’t nu met Pa?’ vroeg iemand.
‘Goed, hoor,’ zei m’n moeder.
‘Wat doet-ie de hele dag?’
‘Hij zit op een stoel in de zaal.’
We bleven neutraal, niet geëmotioneerd. We wisten hoe ’t ervoor stond, maar niet de details.
‘Leo zei dat ’t misschien wel slecht kon zijn dat-ie op zo’n zware groep was gezet,’ zei m’n moeder, ‘want die mensen nemen elkaars gedrag over. Als er iemand door de zaal loopt te zwalken, doet al gauw iedereen ‘t. Als iemand de hele tijd alleen maar stil zit te zitten, doet een nieuweling dat later ook.’
‘Leo, Leo,’ zei Fanchet, ‘Leo is 80 & hoelang is ’t geleden dat-ie op Den Koogh heeft gewerkt? Ik heb er zelf 12 jaar geleden nog rondgelopen, maar er is vast heel veel veranderd in die tijd.’
‘Ik heb er 13 jaar geleden nog gewerkt in de kapsalon,’ zei Ilse.
‘Heel lang geleden kwam ik er langs om op visite te gaan bij Opa,’ zei ik.
‘Maar Pa maakte ’t voor de rest goed,’ ging m’n moeder verder. ‘Ik mocht de dagrapporten doorlezen. Hij had slechts 1 keer gevraagd of-ie naar huis mocht.’
‘Vrijdag komt-ie terug,’ zei iemand.
‘Ja, vrijdag komt-ie terug,’ zei nog iemand.
Carel & ik dronken Einbecker Mai-bock, Quint Leffe. Anderen dronken thee. Maar er was ook koffie & yogi-drink.

Pasen is alweer lang voorbij in Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *