Neem nou de manier waarop ik mensen gedag zeg: zij zeggen hai & onmiddellijk, binnen een 10e van een seconde, zeg ik tzelfde terug: hai.
Das eigenlijk ongelofelijk. Dat ik dat kan. Zo snel. Als je goed na zou denken, dan zal je beseffen dat t eigenlijk helemaal niet kan. Je hebt je nl binnen dat korte tijdsbestek van die 10e van een seconde helemaal niet beseft dat die persoon hai gezegd heeft, maar toch zeg je tzelfde terug. Zo snel kan een mens toch niet nadenken? Stel dat ze goedemorgen hadden gezegd, dan had mn echo net zo snel weerklonken.
Om een ander voorbeeld te geven: t afscheurplakbandje van de bakker. Waar alle broden vers door blijven. Je krijgt je in plastic verpakte brood bijna niet meer anders afgesloten aangeleverd. Altijd dat papieren strookje, handig afscheurbaar aan de 2 uiteinden van t plakbandje, zodat je geen moeite met scharen of puntige messen hoeft te doen, niet met je nagels hoeft zitten te pielen, maar gewoon de 2 uiteinden uit elkaar hoeft te trekken & beschikbaar is uw brood!
Dat afscheurplakbandje, t ding zal heus wel een officiële naam hebben, dat moet toch iemand hebben uitgevonden. & Vervolgens, de vinding bleek voor een grootindustrieel wellicht interessant genoeg, in productie zijn genomen. Een apparaatje althans, die plakband & strookje samenvoegen, een toeleverancier die aangetrokken wordt om scheurstrookjes te produceren speciaal ontworpen om te blijven plakken aan t plakbandje dat als strop om de broodzak komt.
Dat zijn de dingen waar ik me t meeste druk om maak. Als ik de tijd dat ik in mn hoofd daadwerkelijk probleemoplossend probeer bezig te zijn.
Laat ik t zo zeggen: ik zie iets voor me, er gebeurt me iets, & ik begin daar over na te denken.
Niets vreemds. Volgens mij doet iedereen dat.
Maar t zijn van die kleine pietluttige dingetjes vaak waar de meeste aandacht, verdeeld over een dag zeg maar, naar uitgaat. Waar de meeste energie van t denkvermogend orgaan naar toegaat.
Om nog even verder te gaan met dat brood: terwijl ik mn boterhammen sta te smeren vraag ik me af waarom sommige zaadjes loslaten van t Waldkorn & anderen niet. Waarom t grootste deel blijft zitten, maar dat er altijd uitzonderingen zijn?
Ik pak ze op met een natte vinger & voer ze naar mn mond. Hoe komt t dat ze blijven hangen aan een vinger die zich slechts een tel, of minder nog, heeft bevochtigd aan mn tong?
Kijk, die vragen dienen natuurlijk te worden opgelost.
Geen noodzakelijkheid, maar wel handig als die mogelijkheid geboden wordt.
Ik wil bijv ook nog weten hoe lang t duurt voordat men van een stuk land een pad kan schuren door er steeds weer overheen te lopen.
Als ik zelf over iets heen loop waarvan de identiteit van t pad-zijn nagenoeg verloren is geraakt, bij gebrek aan betreders ervan, dan zie ik t als mn taak de hoog uitstekende sprieten, dewelke verantwoordelijk zijn voor t doen opgaan van t pad in zijn omgeving, plat te trappen. Ik neem de obstakels om ze tot niets te verpulveren, om t stukje grond weer deel te laten nemen in de weg die ook anderen na mij zullen moeten gaan.
Hoeveel obstakels zal ik, & anderen na mij, moeten bewalsen wil ik van de weg die ik ga de functie van pad doen toebedelen?
t Lijken pietluttige dingen, zoals ik al zei, maar ik weet dat er mensen zijn die met mij zich afvragen hoe t met de dingen staat. Ik waag zelfs te denken dat de meeste tijd verspild wordt door t blijven stilstaan bij zulke onnuttige zaken.
De dingen, waarbij dingen staat voor alles wat in de volksmond nog anoniem is; de dingen, omdat de vraag nog niet eerder luidop gesteld is, laat staan dat er gewag werd gedaan van een antwoord.
Ik wil die informatie, de informatie over de kleine dingen.
Kunnen we niet een weblog opzetten? Een weblog der kleine dingen. Dat we daar de antwoorden geven. We gaan op zoek naar die antwoorden, & verspreiden vervolgens onze opgedane kennis. Zodat we daarna na kunnen gaan denken, onze tijd kunnen besteden aan de volgende dingen.
Dan blijven we tenminste nog een tijdje bezig in Zijperspace.