drenthepad-ontmoetingen (1)

Voor de polder ten westen van de Aa bij het Huis te Glimmen stelt men zelfs voor de dijk door te steken en een aantal oude beeklopen in de polder uit te graven, zodat het water er in en uit kan stromen. Er zou hier zo een moerasgebied kunnen gaan ontstaan.

Zo vermeldde m’n wandelboekje.
Ik keek weer opzij. Er was veel meer water te zien dan gewoon een stroompje. ’t Waaierde breed uit. Aan beide zijden van de brug. Ik hoorde een kikker kwaken. Een lamlendig geluid van iemand die geen zin heeft in de dag.
Op de splitsing na de brug stond een vrouw met een hond. Zij keek rond, terwijl de hond rondsnuffelde naar een plek waar-ie kon bewijzen dat-ie langs was geweest.
Er kwamen 2 fietsers aan, van ’t pad links. Hij stak z’n sigaret aan. Zij keek uit over ’t water. Even later volgde hij haar voorbeeld.
Ik passeerde langzaam. Keek dan weer links, dan weer rechts. ’t Boekje in de hand.
‘Welk pad loop je?’ vroeg de vrouw op de fiets terwijl ze traag optrok naast haar man. ‘’t Pieterpad?’
‘Nee, ’t Drenthepad.’
‘Oh, da’s ook mooi.’
‘Zeker,’ reageerde ik. ‘Vooral hier. Ze hebben dit blank gezet?’
‘Ja,’ zei de man. ‘Maar ’t staat niet zo hoog, hoor. Je staat er hooguit tot je knieën in. ’t Zijn weilanden die onder water staan.’
‘Wanneer hebben ze dat gedaan?’
‘Zo’n 4 jaar geleden.’
‘Oh, dan is dit boekje al meer dan 4 jaar oud. Hier staat dat ze dat in de toekomst waarschijnlijk zullen doen.’
‘Nee, dat hebben ze alweer een tijdje geleden gedaan,’ zei de vrouw. ‘Ze wilden ’t in de oorspronkelijke staat terugbrengen.’
‘Vast veel mooier.’
Ze reden stapsgewijs met mij op. De man met z’n peuk in de hand. Af & toe maakten ze een extra bochtje op ’t pad, zodat ze ’t evenwicht bewaarden.
‘Waar kom je nu vandaan?’ vroeg de vrouw.
‘Uit Glimmen.’
Ik pakte ’t kaartje uit ’t boek erbij. Wees Appelbergen aan.
Ze waren er niet echt bekend mee zag ik aan hun gezicht.
‘Er stond een café, midden in ’t bos,’ lichtte ik toe. ‘’t Was gister in ’t nieuws. RTL.’
‘Oh, wij komen gister net terug,’ zei de vrouw. ‘We hebben nog geen nieuws gezien.’
‘Was jij dan ook in ’t nieuws?’ vroeg haar man.
‘Ja, ik ook,’ antwoordde ik. ‘Maar ik weet niet wat ik gezegd heb.’
‘Leuk,’ zei de vrouw. ‘Wij moeten hier in. Veel plezier met je wandeling.’
‘Dank je,’ reageerde ik meteen. ‘Jullie met je fietstocht.’
‘Veel plezier,’ zei de man.
Ze verdwenen om de bocht, de dijk af. 2 Racefietsers konden hen nog net ontwijken. Ik zag de vrouw nog 1maal omkijken. Ik daalde ook af, richting tunnel rechtdoor, waar de snelweg overheen ging.
‘’t Is hartstikke leuk,’ dacht ik, ‘’t is hartstikke leuk.’
Maar ’t volgende moment verweet ik mezelf alweer die simpele gedachte.

Alsof we nog nooit iemand waren tegengekomen in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *