drupsgewijs

’t Drupt. ’t Drupt de vuilnisbak nat. De oude vuilnisbak, geïmporteerd uit Den Helder.
M’n moeder had haar oude vuilnisbak, zo’n ijzeren bak, met de stad als opdruk op ’t deksel, bij de vuilnis gezet.
Er zat dan wel geen bodem meer in, maar ik zei: ‘Moe, dat is zonde. Ik had ‘m graag willen hebben.’
Toen ’t al te laat was. Ze had geen vuilnisbak meer. Vervangen door de rolcontainers. Ieder gezin in Den Helder heeft 2 rolcontainers, groen & zwart, maar beiden esthetisch onverantwoord. Zeker in vergelijking met de oude ijzeren bak, Den Helder op ’t deksel.
Ze heeft haar vrienden & kennissen ingeschakeld. De volgende die de oude vuilnisbak bij de vuilnis wilde zetten, kon overwegen ‘m aan m’n moeder te doneren. Zij had een zoon die er veel plezier aan zou beleven.
Zo kreeg ik m’n vuilnisbak. Zo’n oude, met Den Helder op ’t deksel. Hij maakt lekker veel lawaai als je de klep toedoet. Dan weet iedereen weer dat je in de stad woont. In een gezellige stad, waar ijzer klinkt op ijzer, & je de buurvrouw zingend de was hoort ophangen.

’t Is de was die drupt. De was die niet gelukt is. We moesten de wasmachine nog maar een keer uitproberen. M’n broer dacht een oplossing te hebben, tegen ’t lekken, tegen m’n keukenvloer onder water zetten.
De oplossing was niet goed. M’n keukenvloer weer onder water. & De was wilde zodoende ook niet lukken.
Ik kon de testhanddoek & ’t testtoiletmatje wel uit gaan knijpen, maar van al dat wasmiddel krijg je van die ronde vingers, van die vingers waar niks aan wil beklijven. Ik heb ’t gewoon maar opgehangen. Nat. Dat drupt bovenop ’t vuilnisvat.

Ik hoorde een jongen op tv zeggen, ’t was lokale tv, dat hij zich afvroeg hoe ’t kwam dat je zag dat iets nat was. De tegels nat van de regen zien donker. Een t-shirt evenzo. Hoe kan dat nou, vroeg-ie de camera in. Ze lieten kort de straat zien, die net een regenbuitje achter de rug had. Daarna zoomden ze in op ’t t-shirtje dat de jongen aanhad. Maar die was droog.
Terwijl ’t eigenlijk over een heel ander onderwerp ging.
Toen stopte ’t korte interview. & Ik bleef denken.
‘Ja, dat komt doordat de druppels, ’t vocht, dat trekt er in, ligt erbovenop, & dan…….’
Verder kwam ik niet.
Ik wist inmiddels ook niet meer wat ’t oorspronkelijke onderwerp van ’t interview was. Ik dacht aan de kleur van nattigheid & hoe dat kwam.

Ik kan wel een tijdje blijven kijken, naar de druppels die op de vuilnisbak vallen. Ze gaan 1 voor 1. Soms met z’n 2-en. Ik wacht tot ’t hele deksel verkleurd is. Donkergrijs ipv licht. Er vormt zich een stroompje, de beste weg die een straaltje water, een verzameling druppels, kan volgen om naar beneden te komen. Sommige stukken deksel blijven daardoor droog. Omdat ’t niet op de route van de zwaartekracht ligt.
& Ook de wind heeft invloed. Die wiegelt de handdoek, zodat de druppels anders vallen, naast ’t deksel, op ’t randje van ‘t deksel, midden op ’t deksel, bijna ’t hele deksel nat, maar toch niet helemaal.
Stiekem volg ik ook de cementplekken. De stukadoors hebben die achtergelaten. Harde klodders cement op mijn vuilnisbak. Te hard om met m’n vingers af te krabben. Ik ben dan aan ’t lange-termijn-kijken. Kijken of de druppels, die gestaag doorgaan, invloed hebben op de klodders. Misschien worden ze geleidelijk aan week, vervolgens weggewassen, is mijn stille hoop. Ik besef dan wel dat ’t héél erg lange-termijn kan worden, maar ik heb geduld als ik naar druppels kijk.

Ik laat m’n blik afdwalen. Er is genoeg te doen terwijl je druppels kijkt. Ik kijk m’n tuin, ik kijk de vogels in m’n tuin. De 1 vliegt, de ander fluit. Sommige zoeken voedsel in mijn tuin.
Dat bekijk ik vanuit m’n huiskamer, vanachter de tuindeuren, of vanuit de keuken, terwijl ik thee aan ’t zetten ben.
Tenminste, dat wilde ik. Thee zetten.
Ik had de waterkoker in m’n handen, de thermoskan stond klaar voor ’t hete water. Maar terwijl ik schonk, hoorde ik een ander geluid. Anders dan ik gewend ben.
Je kan wel blijven kijken. Naar water dat druppelt, naar vogels die vliegen, naar alles wat je blik maar wil vangen. Maar je moet ook blijven luisteren, zei ik tegen mezelf.
& Dat water dat klinkt niet. Dat klinkt niet als heet water.

Ik heb ’t teruggeschonken. De waterkoker ditmaal wél aangezet. Terwijl ’t bezig was, ben ik weer gaan kijken. ’t Drupte door. Ik zag ’t kleuren. Lichtgrijs werd donkergrijs. Cement werd weggespoeld, hoewel ik dat nog niet kon zien. & Den Helder was inmiddels helemaal nat. Ik hoorde in de verte een buurvrouw een kinderliedje voor haar kleine zingen, terwijl ‘t water begon te borrelen.

Op een gegeven moment is ’t klaar met druppen, maar dat duurt nog wel een tijdje in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *