t Begint met de crème fraiche. Of eigenlijk eindigt t daarmee. Want ik voeg t als laatste toe. Maar altijd als ik de spullen om me heen verzamel, vandaag heb ik t voor me staan zoals ik t uit de plastic boodschappentas heb uitgepakt, zie ik de bakjes crème fraiche als 1st. De irritatie aan hen zie ik t 1st. Hoewel t ook met fascinatie te maken heeft. Ligt aan de manier van openen. Niet de bovenkant, nee, de onderkant. Als ik t omgekeerd boven de maaltijd hou, de net niet bereide maaltijd, & de crème fraiche de rest moet gaan vergezellen. Je kan t gaan uitlepelen, met mes, vork of daadwerkelijke lepel, maar dan blijft er altijd wat achter. Ik wil de volle mep. Ondanks korting bij de kassa wil ik alles waar ik voor betaald heb. Dus prik ik in de bodem, de op zn kopse bodem, gaatjes. Met mn puntige mes, niet met een vork. Dat is al een paar keer verkeerd afgelopen. Vork in duim, vanwege enthousiasme voor t prikken. Dus met t puntige mes beweeg ik snel een paar keer heen & weer, gaatjes er in pogend. Tot-ie zucht. & Alles er in 1 keer uitfloept. Zelfs met mn vinger schrapen levert geen extraatjes op.
Nadeel dus: ik moet niet de hele tijd in dezelfde regio van de onderkant van t bakje prikken. Dat kan ertoe leiden dat er een stukje plastic meekomt, wat mij ooit eens overkwam. Ik vond t een week later terug. Al kauwend wist ik meteen wat er aan de hand was. Ik zag t 3-hoekig stukje nog verdwijnen, zn schaduw in de bodem achterlatend, oplossen in dezelfde kleur als wat t omhuld had. Die zie ik nooit meer terug, dacht ik, of voel t hooguit ooit nog eens schuren langs de wanden van mn darmen.
& Vanwege die irritatie, niet alleen t crème fraiche-bakje, kook ik niet al te vaak. Diepvriesmaaltijden worden t. Ik sla in voor minstens 3 maaltijden. Dit recept 4. Hoewel ik dan weer te weinig Tortellini kook. Dat compenseer ik door extra verlekkerd te veel saus op de gevulde deegkrulletjes te scheppen. Dat maakt veel goed, denk ik dan. Dat maakt dat t zin heeft gehad, een vette bek, t druipt bijna langs mn kin omlaag, & ik proef die pepers tenminste. Stel je voor dat al die moeite door de zachte dons van t deeg overspoeld zou worden. Ik eet ook patat om de saus. Zo zit ik nu 1maal in elkaar.
Dan heb ik t over die pepers. Die ik van tevoren probeer te snijden. Ik ben nog niet begonnen, nog niet officieel, t vuur onder de pannen moet nog ontstoken worden, als ik de pepers alvast snijd. Dat vermindert irritatie van tegen de klok in werken. Je komt altijd tijd te kort in de keuken. De ingrediënten houden geen rekening met de de traagheid van de amateurkok.
Die pepers moeten zo gesneden worden dat je vingers er niet onder lijden. Of eigenlijk mn neus, of mn ogen. Daar blijk je onbewust altijd een keer te krabben of te wrijven. Moet je net die pepers gesneden hebben, op juist de verkeerde manier.
Dus verwijder ik t kapje, van beiden, ga boven de vuilnisbak hangen, mangel ze tussen mn 2 handen, zodat alle zaadjes los komen te zitten & schud ze dan uit. Snijd ik ze vervolgens in 4-en, t uiteinde laat ik vast, zodat de 4 reepjes bij elkaar worden gehouden, blijken er altijd wel een paar zaadjes te zijn blijven hangen.
Dat hadden we niet afgesproken, denk ik naar die zaadjes toe. Er volgt geklooi met een mes, zorgvuldige pogingen aanraking met de vingers te mijden & een kwartier later blijk je toch jeuk te hebben, branderige jeuk, aan de binnenkant neus.
Goed, die pepers, in kleine stukjes, ik heb t uiteindelijk toch voor elkaar, gooi ik op een gegeven moment bij t reeds lichtjes aangebakken spek. Die ik natuurlijk weer veel te goedkoop bij de Albert Heijn heb gekocht. Papperig, vet, niet krokant, een blubberige derrie. Daar had ik net zo goed voor kunnen omrijden naar de keurslager. Maar die zal dan wel weer de opmerking maken dat mager spek niet bestaat. Dat t een uitdrukking is voor mensen die niet meer weten wat vlees is, sinds ze t niet meer zelf hoeven te jagen, maar gewoon uit de supermarktschappen halen.
De knoflook, die vlak voor de pepers zijn toegevoegd, heb ik altijd weer net een week te lang laten liggen in t kastje, die had ik net zo goed wél mee kunnen nemen met de rest. Wat kost een zakje van 2 nou helemaal? Nu kost t moeite ze door de knijper te laten gaan, alle 4 de stukken, t wordt schrapen naar t midden van de knoflookknol om toch nog de gewenste hoeveelheid voor de maaltijd bij elkaar geschraapt te krijgen.
De champignons, ook een supermarktproduct, zijn van t kastanjesoort. Ik weet niet wat kastanjechampignon moet behelzen, maar ze zien er lekkerder, duurder, gezonder & vleziger uit dan die nepsoorten die helemaal verbleekt uit t onderste der aarde zijn gehaald. t Klinkt ook veel beter: kastanjechampignons klinkt naar een goede maaltijd.
Maar de daadwerkelijke irritatie van deze ligt vooral bij t feit dat ik me altijd zit af te vragen hoe ik die dingen dan schoon moet boenen. Wie schrijft dat voor? Dat kost veel te veel moeite. Dus spoel ik ze snel een beetje af. & Bedenk dan dat ik dat beetje extra door de champignon opgenomen vocht best wel in t eten kan waarderen. Brandt t bovendien niet zo snel aan.
& Terwijl de champignons bijna zwart staan te branden, alsook de rest in de pan, ben ik weer veel te laat begonnen met t snijden van de paprika. Die moet naar mijn zin toch elke keer weer in veel te kleine stukjes. t Moet wel, want anders past t niet bij de tortellinisaus, anders wordt t ook niet gaar. t Mag niet krokant namelijk.
Dus dan, vlak voor die ellendige bakjes crème fraiche worden leeggegooid, gaat de paturain er overheen. Zit ik met mn vingers te wroeten & te woelen om t in de pan gelegd te krijgen. Blijft t aan de pollepel plakken terwijl ik roer. Zitten mn vingers onder, alsook de pollepel. & De randjes van de pan, waar t nou juist niet moet zijn. Altijd die rottige randjes van de pan, waar je niet met de hele pollepel kan komen.
Verdomme, denk ik dan, & stop voor straf mn héle wijsvinger in de pan. Dat zal ze, denk ik richting de inhoud van de pan, terwijl ik die vinger vervolgens volledig in mn mond stop. Om m te blussen, want die saus is best wel heet.
Enigszins afgekoeld gieten we daarna de tortellini af.