familie (vier)

Er gingen foto’s rond aan de mannentafel.
Ik zeg tegen Roswitha naast me: ‘Ik zit aan de vrouwentafel.’
Zij ook. Maar ik was de enige man.
Als vroeger met ooms & tantes. Dan ging dat ook altijd vanzelf. Dan had je de voorkamer & de achterkamer. & In 1 van die 2 delen zaten de ooms. In ’t andere de tantes. M’n moeder liep er tussendoor met koffie & borrels.
Nu zijn m’n broers & schoonzussen ook ooms & tantes geworden.
Ik ook. Maar ik zat aan de verkeerde tafel.
Roswitha zegt: ‘Ja, je zit verkeerd. Ik ook.’
Want zij vindt ’t bij mannen prettiger. Ze kijkt verlangend naar de mannentafel.
We krijgen ondertussen de foto’s aangereikt. M’n moeder in Canada. Samen met de zus van m’n vader op bezoek bij de andere zus van m’n vader.
Ik bedenk: ‘Ik was al helemaal vergeten dat m’n moeder weg is geweest.’
Ze maken ondertussen grapjes over tante Riet in Canada.
‘Ze stuurde nog een rekening,’ zegt tante Gré, de tante die nog steeds in Nederland woont, ‘of we de telefoonkosten wilden betalen.’
‘Wat?’ reageren we verontwaardigd.
Maar ’t was een grapje. Hoewel ze er toe in staat zou zijn geweest.
We lachen met onze tante mee.
‘Kijk, er is een plaatsje vrij,’ wijs ik Roswitha aan.
Een broer die vader aan ’t spelen is. Z’n kind maakt te veel lawaai of heeft nog niet genoeg gegeten. Daar moest opgetreden worden.
‘Dan moeten we er een extra stoel bij slepen,’ zegt Roswitha.
Zo, nu zitten we aan de mannentafel. We kunnen de boel nu veel beter overzien. M’n moeder in de verste hoek. Met naast haar tante Gré. Yvon aan de andere kant. & Leny daar weer naast.
Kees zit bij ons, de man van tante Gré. Met Jan & Marc. & Quint, die af & toe op moet staan om de dingen van zijn zaak te regelen. We eten immers bij hem.
We praten bij kleine hapjes. & Drinken bier.
Dat doet iedereen.
Maar Roswitha & ik doen nog wat extra. We klappen in elkaars handen. Vlakke handen tegen elkaar. Af & toe een duim die over een pink streelt.
‘Gaat ‘t?’ vraag ik tussendoor.
‘Ja, hoor,’ lacht ze naar me. ‘We zitten nu toch aan de mannentafel?’
‘’t Was misschien wel een goed idee van me om die wandeling te maken,’ zeg ik. ‘Dan was jij er even tussenuit.’
Tussenuit de overdonderende familie die mijn familie kan zijn, misschien wel altijd is voor iemand die eventjes binnen komt lopen.
‘Ja, jij hebt altijd goede ideeën,’ pest Roswitha & klapt weer even in m’n openstaande hand.
Dan komen de volgende foto’s er aan. Ik pak ze vast.
‘O, da’s van m’n vader,’ leg ik uit.
Waarna ik stil word.
Ik zie m’n vader in de kist. Ik zie een nichtje & schoonzus die elkaar huilend bij ‘t graf vasthouden. Ik zie mezelf. Met op m’n schouders m’n vader, omhuld door hout.
Ik kijk naar beneden. Zo lang mogelijk. & Wrijf zachtjes met m’n duim over Roswitha’s pink.
‘Ik heb nog niet eerder foto’s van die dag gezien,’ zeg ik haar, terwijl ik een druppel over haar hand uitwrijf.

De plaatjes worden weer beelden in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *