forza

‘& Dan ook nog van die chorizo, asjeblieft,’ zeg ik.
Ik wijs.
‘Niet die pamplona,’ verduidelijk ik mezelf. ‘Maar ik weet niet hoe die chorizo ernaast heet.’
‘De forza,’ zegt ze.
‘De sterke,’ concludeer ik daaruit. ‘Ik kan ‘m maar niet onthouden. Terwijl ’t zo’n makkelijke naam is.’
‘Hoeveel wil je?’ vraagt de verkoopster.
‘Gewoon.’
Want gewoon is gewoon gewoon. Dan hoeven zij niet na te denken. Ik ook niet. & Zie ik vanzelf wel wat ik heb gekregen.
‘Een onsje dus.’
‘Ja. Maar niet te dunne plakjes.’
‘Nee, niet te dun.’
Ze weet ’t inmiddels. Ze gaat er voor de rest ook niet meer op in. Krijgt ze vast weer mijn verhaal te horen dat je bij te dunne plakjes de smaak van de worst niet meer proeft, denkt ze natuurlijk.
Haar collega, haar mannelijke collega, zou zeggen dat ’t nederlandse zuinigheid is, dunne plakjes. & Dan zou ik ijverig mee knikken. Dunne plakjes zijn nederlands zuinig, waarbij je niks proeft van de essentie van de worst. Zeker bij hete worsten.
& We zouden elkaar beamend hebben toegeknikt. Mannen die elkaar begrijpen.
Zij laat ’t zich maar aanleunen. ’t Kan haar niet zoveel schelen hoe mensen hun plakjes willen. Als ze ’t maar gezellig heeft.
Ik lach naar haar. Blij dat ze me begrepen heeft. Blij dat ze mijn gewoonte accepteert. Blij dat er in haar acceptatie een soortement bevestiging zit.
Dunne plakjes zijn maar niks.
‘Vorige week,’ ga ik verder, terwijl zij ‘t 1e plakje met de machine aansnijdt, ‘vroeg ik om ventricina bij een collega van je.’
Ik wijs de worst aan. Alsof zij niet weet welke of dat is.
‘Ik vroeg net als zo-even om ‘niet te dunne plakjes, alsjeblieft’,’ waarbij ik probeer de intonatie van de week ervoor te vangen, de beleefdheid, de subtiel verstopte smeekbede, ’t verzoek van een kenner er in weg te stoppen, een man die met beide benen recht midden in de wereld staat, een man die weet wat-ie wil; ’t zit allemaal in ’t korte stukje zin verborgen. ‘& Toen ik thuis kwam, toen ik m’n boodschappen aan ’t uitpakken was, toen bleek dat ’t toch allemaal dunne plakjes waren.’
Ze kijkt me verwonderd aan. De worst staat tegen ’t draaiende snijblad gedrukt.
‘Dan had ze je vraag vast niet gehoord,’ oppert ze.
‘Nee, want ze herhaalde mijn woorden: “Niet te dunne plakjes, dus.”’
‘Oh,’ zegt ze, ‘dan bied ik je namens m’n collega de excuses aan.’
‘Ach, ja,’ verzucht ik.
Ze houdt me ‘t 1e aangesneden plakje forza chorizo voor.
‘Is dit goed?’
Ik ga de diepte in met m’n bril. Van veraf valt dat aan de zijkant niet af te zien.
‘Hier, eet maar op,’ voegt ze toe.
Ze houdt haar hand nog wat dichter bij.
‘Ah, mooi. M’n lunch is al even geleden.’
Ik kauw ‘m naar binnen, om onderwijl te zeggen: ‘Precies goed.’
Ze lacht naar me & snijdt een ons.
‘Nog iets?’ vraagt ze vervolgens.
Alsof ze dat niet zou weten.

1 & Al voorspelbaarheid, toch, in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *