ge-e-e-e-e-e-ek

Er staat een meisje voor me. Verlegen kijkt ze me aan. Ik ben een stuk groter, voel ik. Vooral ook omdat ik achter de toonbank sta. Haar vader is veilig groot. Zonder dat ze ‘t zelf door heeft poogt haar linkerhand zijn jaspand te pakken, maar ondertussen houden haar grote ogen mij in de gaten.
Ik heb haar net ‘mevrouw’ genoemd. 1st Kwam haar vader binnen.
‘Hoi.’
‘Hoi,’ zei hij terug.
Ik ken ‘m al een aantal jaren. Ik kan me nog herinneren dat z’n vrouw een dikke buik had. De inhoud van die dikke buik kwam nu achter ‘m aanlopen.
‘Dag mevrouw,’ zei ik tegen ‘t 5-jarig kind. Schichtig keek ze op. Ze probeerde zich snel achter de benen van haar vader te verstoppen, & van daaruit te verkennen wie die gekke meneer was die haar mevrouw noemde. Samen trokken ze de winkel in. Ik zie ze nu pas terug, nu vader z’n bier moet afrekenen.
‘Zo, mevrouw,’ begin ik weer, ‘hoe gaat ‘t er mee?’
‘t Blijft stil. Ik probeer haar belangstellend aan te kijken, maar zij kijkt weg. Naar haar vader.
‘Ze is nog steeds even enthousiast als ze mij wilt begroeten,’ zeg ik maar tegen hem.
Hij glimlacht een beetje. Geeft een aai over haar hoofd.

De buurvrouw komt binnen. Met haar dochter. Zelfde leeftijd als ‘t meisje dat voor me staat. Buurvrouw & dochter lopen achter vader & dochter langs. Vrolijk zeggen ze mij gedag in ‘t voorbijgaan.
‘Hoi, Ton.’
‘Hoi,’ zeg ik tegen de buurvrouw. Tegen haar dochter: ‘Dag, mevrouw.’
Vinden ze leuk als ze er 1maal aan gewend zijn.
Maar dan zie ik plots dat ze haar haar los heeft. Moet ik toch iets van zeggen, ook al ben ik met vader & dochter bezig.
‘Hé, wat heb jij opeens lang haar?’
Parmantig draait ze haar hoofd naar mij om. Grote grijns van ‘wat ben ik mooi, hè’.
‘Hoe kom jij opeens aan zulk lang haar?’ vraag ik verder. ‘Zo snel kan ‘t toch niet gegroeid zijn. Vorige week was ‘t nog veel korter.’
Ze kijkt me aan alsof ik niet helemaal slim ben. & Loopt achter haar moeder aan.
Ik kijk weer naar ‘t meisje voor me.
‘Snap jij dat nou? Vorige week had ze nog kort haar. & Nou is ‘t opeens lang. Dat kan toch niet? Jij hebt toch ook niet opeens lang haar.’
‘t Meisje legt haar handen in haar nek. Ze peutert iets los. Terwijl ze ‘t elastiekje naar voren trekt vallen haar haren over de schouders. Ze kijkt me voldaan aan. Met evengoed nog steeds die verlegen blik.
‘Heb jij nou opeens ook lang haar? Hoe kan dat nou? Ik heb jou ook nog nooit met lang haar gezien.’ Ik roep naar de dochter van de buurvrouw. ‘Moet je kijken. Zij heeft ook lang haar. Net zo lang als dat van jou. Snap jij nou hoe dat kan?’
‘Dat groe-oe-oeit,’ roept ze me toe. Ze valt bijna voorover van ‘t in m’n mond leggen. Daarna lacht ze.
‘Dat kan toch niet zo sne-e-el,’ roep ik haar terug. ‘Volgens mij zijn jullie een beetje gek.’
Dat is m’n conclusie. ‘t Is duidelijk van m’n gezicht af te lezen, ik zie ze staren. De beide meisjes zijn even stil.
Ondertussen geef ik de vader z’n wisselgeld terug. Hij pakt z’n tas in & wil vertrekken.
‘Nee,’ zegt opeens de dochter van de buurvrouw, ‘jij bent gek.’
‘Ja,’ zegt ‘t meisje voor me, ‘jij bent gek.’
Ze loopt achter haar vader aan naar de uitgang.
‘Nee,’ probeer ik nog achter haar aan te zeggen, ‘jullie haar doet raar. Jullie zijn volgens mij een beetje gek.’
‘Ge-e-e-e-e-e-ek,’ hoor ik nog terwijl de deur achter ‘t meisje dichtgaat.
‘Ge-e-e-e-e-e-ek,’ zegt de dochter van de buurvrouw haar na.

Zolang meisjes dat denken willen we dat graag zo houden in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *