geluidsbarrière

Ik kwam thuis & ’t rollebolde.
’t Struikelde over de metalen stukken die aan de andere kant van ’t systeemplafond zitten. De stukken die systeem brengen in een systeemplafond. Ik ben er wat van begrijpen toen ik als uitzendkracht 3 weken lang 4 plafonneurs bij moest staan. Een geheel gerenoveerde flat van 13 verdiepingen.
Een plafond hangt niet zomaar. Daar hebben ze orde & regelmaat in aangebracht, zodat al ’t gewicht gelijkelijk & verantwoord verdeeld is.
& Ondanks dat systeem bestaat ’t uit heel veel onlogisch plotse uitsteeksels waar heel makkelijk over te struikelen valt. Daar is een rat niet op voorbereid. Een verlaagd systeemplafond heeft ’t waarschijnlijk helemaal nooit van gehoord. Daar leert ’t niet mee omgaan, zodra ’t moment is aangebroken dat ’t mag gaan nestvlieden.
Enkele ongemakkelijke haastige stapjes & ’t geluid alsof ’t over de kop ging.
‘’t Klinkt zwaarder dan een muis,’ schreef ik aan Roswitha.
Een muis trippelt immers. Dit was meer de overtreffende trap. Ritselen. ’t Sleurde meer mee. Log ook. Een muis zou niet struikelen.

Ik kan de locatie precies omschrijven.
1st Is er boven, daar waar ’t plafond zich nou 1maal bevindt. Dan is er de achterkant van de woonkamer, daar waar de overgang naar de slaapkamer bijna begint. Dan ook nog de linkerhelft daarvan, gezien vanaf waar ik nu zit. Waar ik gisteravond ook zat toen ’t rollebollen plaatsvond.
Ik ben daar blijven zitten. Ik durfde alleen nog door de deur naar de gang, de keuken, de wc. De kamer was in 2 helften gedeeld: de rattenhelft en mijn helft.
’t Was richting romanboekenkast, dat ook nog. Net niet te dicht in de buurt ervan. Maar ik kon horen dat de rat bij de buren vandaan kwam. De buurvrouw die nog niet zo lang geleden in de woning hiernaast was getrokken. Door de muur heen klonken luide stemmen van mensen die weer eens met z’n allen de stad in zouden gaan. Gelach, gezellig, gezamenlijk.
Angstaanjagend voor ratten, zoveel lawaai. Dat doet ze besluiten zich naar elders te begeven. Snel een muizendoorgang tot rattengrootte omgebouwd.
Zo moet ’t zich ong hebben afgespeeld. Niets is zeker, maar zo moet ’t verhaal zich hebben gevormd.

& Toen ’t zich veilig waande kwam ik.

‘Dat soort beestjes zijn banger voor jou dan jij voor hun,’ antwoordde Roswitha.
‘Dat ’t beest banger is voor mij dan ik voor hem, dat weet ik ook wel. Maar dat verandert niets aan de situatie.’

Ik overwoog muziek aan te zetten. Geluid, ik moest geluid hebben. Stampen op de vloer, slaan met de deuren, geschraap van de keel, gerinkel van m’n theelepeltje, radio, tv.
Dat laatste was al geen goed idee. De tv stond onder de onveilig verklaarde zone.
’t Werd ’t roffelen op ’t toetsenbord. De deur die open & dicht ging. Ik besloot mailtjes te versturen & eindelijk ’t toilet weer ‘ns schoon te maken.
Schoonmaakmiddelen maken ook geluid. Als je ze maar op de juiste manier inzet.
Die beesten zijn banger voor mij, bleef ik in m’n hoofd prenten. ’t Was ’t enige wat me restte. Ze moesten alleen weten dat ik er was.

Zoveel afleiding had ik op gegeven moment gevonden dat ik besloot een boek te gaan lezen. Op de bank, naast de romanboekenkast.
Totaal onnozel kan een mens zijn. In een mum van tijd kan ’t delen uit z’n lange termijngeheugen op een doodlopend spoor zetten, met slechts ’t doel ontspannen te kunnen hangen.
De rat functioneert ong ‘tzelfde & begon zich rond ‘tzelfde moment te roeren.
Rollebol. Opnieuw. Struikelend over ’t systeem in ’t systeemplafond. Slechts een bepaalde kleine deelsectie der mensheid, zich ’t leven doorslaand onder de naam plafonneurs, weten de logica er in te vinden.
Ik werd weer teruggejaagd naar mijn deel van de kamer. & Op mijn beurt legde ik ’t beest ’t zwijgen op door ’t geluid van een speelfilm via m’n boxen de kamer te laten vullen. Mezelf daarbij onderdompelend in de beelden ervan.

Bij sluitingstijd, de dag was voorbij, er was geen grens in tijd meer te overschrijden gezien de hangende oogleden & een algehele lichamelijke vermoeidheid, heb ik me ertoe gedwongen de gordijnen tussen voor- & achterkamer te openen. Ik heb een boek in bed gelegd, de mp-3speler met miniboxjes ook. Waarna ik me begon uit te kleden.
Er bevond zich iets boven mijn hoofd, of anders in mijn hoofd, ’t was maar net hoe ik ’t zelf wilde bekijken, wat zich niet liet controleren, tenzij ik ’t heft in eigen handen nam. Ik vulde m’n bed, m’n slaapkamer, met ’t geluid van een voor ’t slapen gaan verhalen vertellende kinderboekenschrijver.
Maar waar ik anders bloot in bed zou liggen, liet ik ditmaal m’n onderbroek & t-shirt aan. Voor de zekerheid, een mens weet immers maar nooit.

Ik wist alleen niet wat ik immers nooit kon weten van Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *