Grafgeheugen

M’n geheugen & ik hebben een niet al te goede relatie. ‘t Ligt er vooral aan dat hij wil functioneren waar ik denk daar niet al te veel belang in te hebben & dat mijn wensenlijstje van mogelijk mooie herinneringen door hem door de shredder zijn gehaald.
& Bij ‘t vinden van woorden als bijv bovengenoemde ‘shredder’ geeft hij ook niet thuis.
Voor dat soort onvolkomendheden zijnerzijds heb ik een simpele taal uitgevonden die over ‘t algemeen goed scoort als een zoekopdracht (‘machine’ + ‘papier’ + ‘vernietigen’) nodig is om de frustratie niet te lang te laten duren. Naarmate ik ouder word, schakel ik die kindertaal vaker & sneller in. Da’s beter dan oeverloos & op niets af functies van m’n geheugen te proberen in te schakelen, terwijl de zich voortzettende verroesting zich onzichtbaar verstopt houdt onder ‘t drukvlak van de schaars beschikbare knoppen.

Ik heb al eens de wens geuit ooit op de leeftijd te komen dat als uit ‘t niets herinneringen, langvergeten gewaand, weer opkomen. Beroemde literatoren zijn mij voorgegaan in die fase in ‘t vinden van hun schatkist.
Hoewel ze dat lang niet allemaal zo wilden noemen. Vaak bleek ‘t juist een last te zijn, die plots opdoemende schimmen van vroeger, die als flarden met niet al te veel structuur zich opdrongen. Een geluk misschien dat zij zich gedurende hun leven zichzelf hadden getraind te noteren wat er in hun opkwam. Als je genoeg van dergelijke bierviltjes bij elkaar verzameld hebt gedurende de jaren, kan je er op een gegeven moment door de veelheid ervan nog wel een structuur in aanbrengen.
Een geluk bovendien dat ze ‘t naar een niet al te beroerd boek wisten te vertalen. Degenen die ‘t niet konden schreven een slecht boek & hebben we niets van gehoord.

Ik heb waarschijnlijk iets verkeerds gedaan. Hasj, bier, m’n aandacht er niet goed genoeg bij gehad. M’n duim niet leeg gezogen & de inhoud ervan niet als waarheid opgeslagen.
Maar eigenlijk vind ik dat ik niet eens zo extreem gezondigd heb.

M’n broer, ik ben nog steeds bezig zijn mate van drankgebruik in te halen, brengt me regelmatig op de hoogte van wie er zoal onlangs, of lang geleden (maar vergeten te vertellen), is heengegaan. Ik heb af & toe ‘t idee, ergens in m’n late jeugd ontstaan dat beeld, dat men daar een speciaal talent voor ontwikkelt, daar in Den Helder. Ik heb indertijd wel eens zitten tellen hoeveel mensen ik kende die al vertrokken waren. De junks, de zelfmoorden.
Ik verkeerde in de kringen om mezelf wat extra handen te wensen zodat ik meer telvingers voor de doden had.
Als dat zo hard gaat wordt ‘t op een gegeven moment niet zo moeilijk een andere kring te zoeken waar nog wel wat leven in zit.
Als m’n broer namen noemt, dat is ook ‘t nadeel van niet meer allebei dezelfde omgeving om ons heen te hebben, moet ik ‘m ook elke keer vragen waar ik die persoon dan van zou hebben moeten kennen. Welke omgeving, welke tent, wanneer. Dat ik een plaatje krijg & er iemand van toen dat plaatje werd gemaakt in blijkt te staan.

De laatste tijd gaan er echter niet meer zoveel mensen dood. Of die ik heb gekend zijn allemaal al vertrokken.
We praten tegenwoordig over andere dingen, geloof ik. ‘t Zou ook raar zijn als ik een zoekopdracht invoer tijdens ons gesprek. Laat de anderen maar naar hun mobiele beeldscherm kijken & denken dat ze leven.
Misschien bestonden de mensen die ik volgens mijn broer voortaan zal moeten missen niet in de tijd dat zoekopdrachten mogelijk werden.

& Raakten ze zo vermist in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *