grijs

De buurman van de Gay- & Lesbianbookshop heeft nog wat kranten over aan ’t eind van de dag. Die kunnen wij gebruiken om glazen in te pakken. We krijgen ze vlak voordat Frank de deur van z’n winkel op slot doet. Wij hebben nog een klein uurtje te gaan; we blijven altijd een uur langer open, maar aangezien er niemand op dit moment aan bier lijkt te denken, of men zit reeds op ’t terras, kunnen we niets anders doen dan in de zon voor ons uit te zitten staren. Kijken naar wat er gebeurt.
Ik krijg de stapel kranten aangereikt. Frank kijkt onderwijl naar m’n kapsel waar de zon vol op schijnt.
‘Zo, je begint behoorlijk grijs te worden,’ zegt-ie.
Blijkbaar doet de zon de grijze haren duidelijker weerschijnen. Al jarenlang willen mensen opmerkingen maken over m’n verdere vergrijzing.
‘Ja, da’s al jaren aan de gang,’ reageer ik op Frank.
‘’t Begint serieus te worden,’ gaat Frank verder, ‘je jeugd lijkt voorbij.’
‘Ach, vind ik helemaal niet erg. Weet je nog m’n neef? Die had die posters gemaakt voor ’t Gay- & Lesbian Filmfestival. Die was vlak na z’n 20e al helemaal grijs. Bij mij kwamen de 1e grijze haren ook zo rond m’n 21e. ’t Heeft alleen niet doorgezet.’
Frank knikt.
‘’t Staat jou best wel mooi,’ zegt-ie, na me nog een kort moment aanschouwd te hebben. ‘Ik kan me voorstellen dat mensen de grijze haren er uit trekken, maar dat moet jij vooral niet doen.’
Ik glunder een beetje onder ’t compliment. Frank kijkt me nog ‘ns aan & keert zich dan om. Z’n vriend staat voor de winkeldeur ongeduldig te wachten om ’t weekend te laten beginnen.

Thomas, m’n zaterdaghulp, past in leeftijd 2 keer in die van mij. Dan houd ik nog wat jaartjes over ook. Hij werkte bij de Albert Heijn, maar nadat hij bij ons stage had gelopen, & er achter kwam dat ’t uurloon bij ons hoger was dan bij de grootgrutter, koos hij voor onze winkel. We hadden ‘m hard nodig. Hij vindt ’t bij ons niet zo massaal & anoniem als bij de AH. & Dat-ie in een speciale winkel werkt, vindt-ie ook belangrijk.
Hij is jong, maar door z’n lengte zie je dat makkelijk over ’t hoofd. Dit in tegenstelling tot z’n vriendjes & vriendinnetjes, die af & toe komen aanwaaien. Die zijn vaak nog klein & tenger, nog niet volgroeit. Thomas steekt makkelijk 2 koppen boven ze uit. Maar hij steekt ook af, met z’n rossige haar.
‘M’n vader heeft geen rood haar, m’n moeder niet, & ook m’n broer niet,’ heeft-ie wel ‘ns verteld, ‘m’n opa van moederskant wel; ’t heeft een generatie overgeslagen.’
Met z’n vrienden spreekt-ie telefonisch af. Z’n mobiel gaat een paar keer per dag af.
‘Wat ga jij doen vanavond?’ luidt de vraag elke keer weer.
Dan komt-ie de week erna bezaaid met blauwe plekken de winkel in.
‘Er liep een kleuter door de half-pipe toen ik met m’n skateboard naar beneden ging.’
Maar hij werkt door. Behalve als iemand langskomt, dan maken ze een praatje, maar dat mag van mij. Hij moet zich op z’n gemak voelen. Dat werkt prettiger.

Bij sluitingstijd komt Ingo. Thomas had ’t al aangekondigd. Hij komt even een biertje drinken, als ik ’t goedvind.
Tuurlijk.
Maar als ik om 6 uur de spullen naar binnenbreng, sla ik de deur voor z’n neus dicht. Een kleine jongen met een muts op. Tot vlak boven z’n ogen, zoals ’t hoort bij skaters.
‘Oh, daar is-ie al,’ zegt Thomas.
De deur gaat weer open, we wijzen Ingo de koelkast & de trap waar-ie plaats kan nemen, & beginnen met de kas opmaken.
Hoi,’ zeg ik tegen Ingo als we klaar zijn, ‘ik heb me nog niet voorgesteld: ik ben Ton.’
‘Hoi. Ingo.’
We schudden handen in de lucht.
We drinken een biertje voor de deur. Op gekantelde lege kratjes. Met z’n 3-en op een rij voor de etalage. We laten ’t publiek aan ons voorbijtrekken. Indien nodig geven we commentaar. Ondertussen beslissen Thomas & Ingo ook wat ze die avond gaan doen.
Ik zie in de verte 2 dames aan komen lopen. Zijn ze nou ouder of jonger dan ik, vraag ik me af, terwijl ik m’n ogen probeer te focussen. Op afstand gaat dat moeilijk zonder bril. Maar als ze voorbij zijn heb ik m’n conclusie getrokken.
‘Die vrouwen hebben volgens mij ong dezelfde leeftijd als ik,’ zeg ik naar opzij, ‘maar ik heb altijd ’t gevoel bij dit soort dames, dat ze er veel ouder uitzien.’
‘Hoe oud ben je dan?’ vraagt Ingo.
Minstens 2 keer zo oud als jij, denk ik weer, maar ik zeg: ’39.’
’39?’ zegt Ingo. ‘Dan ben je best wel vroeg grijs aan ’t worden.’
Hij haalt z’n moeder als voorbeeld er bij & ik ben alweer bereid ’t verhaal van m’n neef te gaan vertellen. De dames zijn inmiddels uit zicht verdwenen.

Er vindt een vergaande vergrijzing plaats in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *