halverwege

Ooit had ik een grote boekenkast. Een hele grote boekenkast. Wel 3 meter lang. Misschien wel 3½.
We hadden nog maar een klein beetje ruimte over aan de bovenkant, toen we ‘m naar binnen brachten. & Door ’t raam kon-ie niet. We wisten zowiezo niet hoe we ‘m over ’t hek van de voortuin moesten krijgen, dus gingen we met ‘m door de deur.
We hebben ’t bed toen snel afgebroken. De losse onderdelen op de grond gelegd. Daar moesten we voorzichtig overheen stappen, met de kast in onze handen. De tuindeuren achter ’t bed opengegooid. & Met z’n 4-en duwden we ‘m, door de gang, door de slaapkamer, de achtertuin in.
Toen dacht ik dat we sterke mannen waren. Ik denk dat dat 1 van de weinige keren is geweest dat ik dat dacht.
Van daaruit, boekenkast glorieus midden in de achtertuin geposteerd, manoeuvreerden we de kast terug, maar dan de achterwoonkamer in.
Van tevoren hadden we wel moeten bedenken tegen welke muur hij zou moeten staan, want onderweg keren kon niet. Of achteraf.
’t Was een grote kast.
Al m’n stripboeken pasten er in. We hadden zelfs nog ruimte over.

Ik wilde ‘m geel verven. Net als dat de rest van ’t huis geel of grijs was.
Maar zij zei dat dat zonde was. Zo’n oude kast.
Er zullen vast nog wel mensen bestaan die weten dat ’t bij de leeszaal hoorde. De leeszaal van de bieb. ’t Oude gebouw.
Maar de meeste die dat nog hebben mogen meemaken zullen wel dood zijn. De meeste.
Hij verhuisde mee naar de nieuwe bieb.
Lange Ton & ik waren de kastverhuizers. Nou ja, wij hebben gezorgd dat heel veel systeemkasten uit elkaar & weer in elkaar werden gezet. We hadden aan ’t eind van de verhuizing veel verstand van kasten & hoe ze in elkaar zaten. We wisten op een gegeven moment ook heel goed hoe je moest zorgen dat ze niet gingen schommelen. We hebben ons er 4 weken van de zomer mee bezig gehouden.
Ergens halverwege de zomer, halverwege de verhuizing, vroeg de personeelschef of we wilden helpen met de kast uit de leeszaal. Die mocht op zijn kantoor komen staan.
We hebben karretjes gebruikt. Plankjes met 4 wieltjes eronder. 1 Karretje ging kapot.
We zijn er een ½e ochtend mee bezig geweest. We werden gewoon doorbetaald.
’t Was een oude kast, maar ook een dure kast. Er zaten veel uren in.

Ik wilde ‘m geel. Zij wilde ‘m blank.
Zij was wel vaker eigenwijs. Of ’t niet met me eens. Zij was ’t ook die ’t heeft uitgemaakt.
Uitmaken met haar, dat is zonde van je geld.
We spraken af dat we alles eerlijk zouden verdelen. Dat bleek vooral zonde van mijn geld. Maar voor de lieve vrede maakte ik me daar niet al te druk over.
De televisie ging naar haar, ’t huis ging naar haar, de installatie ging naar haar. Alleen dat wat eerder al van mij was, ging mijn kant op.
& Dat moest zo snel mogelijk weg. Ze had immers genoeg van mij. & Van al mijn spullen.

& O ja, die kast ook.
Die kast ook?
Ja, die kast ook.
Maar dat zou heel veel moeite kosten, dan moesten we weer door de slaapkamer, bed afbreken, & ‘m ergens kwijt kunnen.
Die kast ook! & ’t Bed zou niet uit elkaar gehaald worden. Volgende week moest-ie weg zijn.
Daar gebruikte ze heel veel uitroeptekens bij.

Dus kwam m’n vader helpen. Hij had een zaag geleend. Een elektrische zaag uit ’t bos van m’n broer.
Ergens in ’t midden hebben we ‘m doorgezaagd. De oude kast. De hele oude kast.
In die tijd waren er vast nog wel mensen die ‘m gekend hadden van de oude leeszaal. ’t Was nog maar 7 jaar later.
Maar nu niet meer. Er zijn er vast nog maar weinig. & ’t Enige wat die mensen nog over hebben is een herinnering.
Maar wie denkt er nou nog aan de oude leeszaal?

Er staan gelukkig nog wel wat stripboeken uit die tijd in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *