heldendom

Elke dag kwamen we er wel weer 1tje tegen. We wisten niet waar ze vandaan kwamen. We durfden niet rücksichtslos de keuken in te lopen. 1st De deur open, met de arm de hoek om ‘t licht aandoen & goed om je heen kijken. Vooral nadat Tineke er 1tje met haar blote voeten had platgetrapt was die aanpak noodzaak geworden. Voor de nachtrust.
Sinds dat voorval durfde Tineke de slakken niet meer op te ruimen. Voortaan was ik altijd de aangewezen persoon. Terwijl ik zelf al helemaal niet gek was van die naakte beesten. Ze leken wel doorzichtig van slijmerigheid. Aan hun kleur te zien hielden ze niet al te erg van de zon. Ze waren lichtgeel tot grijzig wit. De grootte varieerde van een ½e cm tot bijna 10 cm lang.
Ik schoof ze met de stoffer op ‘t blik, deed de tuindeur open & gooide ze weg met een snelle zwaai. Geen verkeerde beweging maken, de zwaai krachtig genoeg inzetten, want anders kwamen ze voor m’n voeten weer naar binnen vallen. De kriebels schoten door m’n hele lichaam bij de gedachte dat ze ook op m’n sokken terecht hadden kunnen komen.

Hun aanwezigheid had waarschijnlijk met de beerput te maken, die op een bepaalde plek onder onze tuin lag. Een beerput was allang al niet meer toegestaan, tenzij ‘t aantoonbaar was dat deze al sinds mensenheugenis zich op die plek bevond. Tenminste, zo vertelde Kalis ons dat.
Kalis wilde op een zo goedkoop mogelijke manier z’n geld verdienen. Zo min mogelijk tijd besteedde hij aan z’n huisjes. Alle herstelwerkzaamheden werden door hem zelf verricht & dat liefst zo laat mogelijk. Als de stront weer ‘ns door de pot omhoog kwam, duurde ‘t een week voordat-ie langs kwam om te kijken wat er aan de hand was. Hij groef eigenhandig de afsluitende plaat van de beerput tevoorschijn, opende de put, trok handschoenen aan & ging op z’n knieën de afvoer ontstoppen met een lange dunne lier. Wij mochten binnen op zijn commando de wc een paar keer doortrekken & vervolgens komen kijken wat er allemaal uit de afvoer tevoorschijn kwam. Vooral stront was dat, ongelooflijke hoeveelheden stront met inmiddels ½-vergaan wc-papier. Tegen ‘t eind van deze bruine golf passeerden dan de opgezwollen tampons ons. Afkomstig van de bovenbuurvrouw, was onze conclusie.
Kalis kon weer vertrekken, vergat daarbij per ongeluk z’n lier, waardoor we bij de volgende verstopping zelf konden ingrijpen.

Aan de rand van de beerput, waar ‘t afsluitende deksel hoorde te zitten, zaten enkele xemplaren van de naaktslak die ons huis steeds weer kwamen bezoeken. Weggedoken voor ‘t licht. De geuren van onze afvalstoffen opsnuivend. Ze daar aan te treffen had geen positieve invloed op mijn houding tegenover ze.

Langzamerhand werd ik echter een held. In mijn eigen ogen dan. Misschien ook wel in die van Tineke, want die durfde helemaal niks.
Ik ruimde zonder bezwaar de slakken op uit onze keuken. Ik liep soms zelfs zonder behoefte aan licht de keuken in om snel iets uit de koelkast te pakken. Trof ik in ‘t licht van de koelkast een slak aan, dan schrok ik daar inmiddels niet meer van, maar pakte onmiddellijk ‘t daarvoor bestemde gereedschap beet & verwijderde ‘t beestje. Was de pot weer ‘ns verstopt, dan verrichtte ik dezelfde handelingen als dat ik de heer Kalis had zien doen, daarbij soms wel een ½ uur met m’n neus hangend boven de met stront & pies gevulde beerput, zonder dat mij dat interesseerde. De afvoer moest ontstopt, daar moest kleinzielig gedrag voor wijken.

Dat is inmiddels 14 jaar geleden. Tegenwoordig schrik ik me weer rot als ik in m’n huidige tuin een slak bij m’n voeten ontwaar. Ook al is ‘t een oerfatsoenlijke bruine, dan wel groene. & Als er op m’n werk iemand z’n behoefte niet doorgetrokken heeft, reik ik van een zo groot mogelijke afstand met m’n handen naar de spoelknop, ondertussen kokhalsneigingen met moeite beteugelend.

Alles is weer zoals ‘t hoort in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *