hema-inkopen

‘De Hema is een heerlijke winkel,’ zei ik tegen Rachel, ‘want ’t is een winkel van vrouwen.’
Ik wist ’t weer toen we ’t hoekje om kwamen lopen. ’t Hoekje van de snackdistributie richting winkel zelf. Deze Hema was wat dat betreft ideaal ingedeeld. Bij de Hemaworsten kom je de mensen tegen die moeten rusten of in afwachting zijn van hun gezelschap, ga je de hoek om, dan kom je de professionele kopers tegen.
Vrouwen zijn professionele kopers.
‘& Er komen hier nl vrouwen in alle soorten & maten,’ ging ik verder. ‘De Hema is een winkel voor elke vrouw. Van alle leeftijden, van alle standen.’
Behalve van de kaque, bedacht ik me snel, maar die vind ik toch niet interessant.
‘Dus voor een man zit er altijd wel wat tussen van zijn gading.’
Je zou er alleen met een kinderwagen moeten lopen, of er een kind voorgebonden moeten hebben aan de buik, want anders zien ze je niet. Zo gebiologeerd zijn de dames door de maten, de stoffen, ’t beste merk & de aanbiedingen. Ze pakken alles op, houden ’t tegen ’t licht, om te controleren of ’t wel om ’t lichaam past waarvoor zij hier bezig zijn, kneden ’t tussen de vingers, wrijven even om te voelen of ’t lekker glijdt & de naden op de juiste plek zitten, & vergeten daarbij volledig om zich heen te kijken, bijvoorbeeld naar die enkele man die als losgeslagen wild door dit amazoneland dwaalt.
Ik vertelde Rachel maar niet dat je als alleenstaande kinderloze man volledig anoniem door deze winkel rond kon waren, je ogen de kost kon geven, maar onbeslagen ten ijs huiswaarts kon keren als je niet van te voren wist wat & hoeveel je moest hebben. De Hema is een feest, je kan er je ogen de kost geven, maar je moet niet verwachten dat je aandacht krijgt van ’t passerend vrouwelijk schoon, want die zijn op dat moment met iets veel serieuzers bezig dan hun hormonen.
‘Kijk maar om je heen,’ probeerde ik Rachel ‘ns op een andere manier te laten kijken, ‘je ziet alleen maar vrouwen, slechts een enkele keer een man, maar die is dan in gezelschap van een vrouw. Zo’n man moet dan geduldig wachten op ’t hoekje van de schappen, op een kruispunt van gangpaden, anders past er niemand meer door, want z’n armen zijn volgehangen met tassen om de vrouw de gelegenheid te geven de aangeprezen goederen met 2 handen te kunnen keuren.’

‘Ik moet onderbroeken hebben,’ verklaarde ik even later.
Als m’n moeder nog m’n was zou doen, dan had ik een jaar geleden al nieuwe nodig gehad. Maar een man is zuinig & gaat vreemd genoeg efficiënter dan een vrouw met dat soort materialen om. Of ’t zou moeten zijn dat de slipjes van de vrouw door de man ietwat hardhandig van ’t lichaam afgerukt worden. Een man kent z’n eigen kracht niet altijd. Laat staan z’n onstuimigheid als ’t bedrijven van seks in ’t vooruitzicht wordt gesteld.
Aangezien ik vrijgezel ben, heb ik vrij weinig met onstuimigheid van doen, maar dat hoef ik m’n moeder niet uit te leggen. Bovendien heeft zij geen zeggenschap meer in de aanschaf van mijn onderbroeken.

Rachel volgde gedwee. Alsof ’t een soort vanzelfsprekendheid was. Een man kocht onderbroeken voor zichzelf & ’t vrouwelijk gezelschap liep even mee.
Ik deed ondertussen of m’n neus bloedde.
’t Was nl lang geleden dat ik dit onder begeleiding deed. Weer m’n moeder. Ergens in de puberale fase had ik haar duidelijk gemaakt dat ik mijn groeiend lichaam zelf wilde voorzien van allerhande bedekking, maar toen die schaamte voorbij was & mijn huishoudbudget nog niet voorzag in allerhande uitgaven, bier was belangrijker dan ’t ontbreken van gaten in kledingstukken, bleek ’t juist weer handig om m’n moeder de onderkleding te laten sponsoren. Elke cent telde indertijd. Zaak was ’t slechts dat ik van te voren al had bepaald welke onderbroek ’t lekkerste zat, ’t makkelijkst verkrijgbaar was, & waar geen enkele vergissing over mogelijk was. Dat bespaarde mij enkele guldens per ½ jaar. & Een ritje naar de Hema.

Ik heb ’t nog een keer geprobeerd met een andere dame. Na een gezellige avond, met veel drank, bekende ik dat ik nou toch ‘ns eindelijk, ik moest ’t niet langer uitstellen, ’t werd écht tijd, onderbroeken moest gaan kopen.
Ze had die van mij nog niet gezien, maar ik wist tijdens ‘t gesprek zo levendig te illustreren hoe mijn onderbroeken er inmiddels bijhingen, blijkbaar amusant genoeg om haar een ½ uur een lachkick te bezorgen, dat zij zich er iets bij kon voorstellen & de noodzaak ervan inzag dat zij mij zou begeleiden bij de jacht naar onderbroeken die niet door moeders waren uitgekozen. Vrouwen hadden ervaring in ’t aankopen van allerhande waar, vertelde zij, al vroeg in de jeugd werden de meisjes er op uitgestuurd ’t allemaal zelf te doen, dus die ervaring kon mij steunen in ’t opnieuw te proberen bepalen wat mij nou lekker zat.
Ze bedoelde: ze wilde wel een keertje met me mee onderbroeken kopen.
Ik bedoelde: ik vond ’t fantastisch als zij mee ging, maar alleen om makkelijker de schappen te kunnen vinden waar mijn moeder altijd mijn onderbroeken vandaan haalde.
Ik bedoelde ook: ik was best bereid haar vervolgens thuis te tonen hoe die onderbroek uiteindelijk zat.
Ze belde echter op ’t laatste moment af. Waarschijnlijk omdat zij mijn bedoelingen in nuchtere staat beter op waarde wist te schatten.
Ik besloot daarom op ’t allerlaatste moment toch maar nieuwe onderbroeken te kopen. Toen ’t écht écht niet meer ging.

Ik heb daardoor de Hema opnieuw ontdekt, wilde ik eigenlijk nog tegen Rachel zeggen. Maar we stonden al voor de onderbroeken. Dat hele verhaal over die vriendin heb ik dus maar verzwegen.
Bij vergissing stonden Rachel & ik iets te lang te kijken bij de modieuze uitvoeringen van datgeen waarvoor we gekomen waren. Waarop ik opeens weer wist dat je voor mijn aankleding altijd in de goedkopere stapels moest kijken. Waar niets uitgehangen werd aan een knaapje. De stapels waar alles op elkaar leek, alles behalve ’t nrtje op ’t stickertje. Van ’t stickertje wist ik nl ondertussen dat die naast de prijs ook de maat aangaf. Ik griste er 3 met de mijns inziens juiste maat uit ’t schap, daarbij vooral bedenkend hoeveel bier me dat zou kosten, & ging in de uit louter vrouwen samengestelde rij bij de kassa staan.

‘Heb jij een man gezien?’ vroeg ik op de roltrap naar beneden. ‘Een man in z’n 1tje?’
‘Nee,’ zei Rachel. ‘Of wacht, daar komt er net 1 langslopen.’
Een man met stoere passen zagen we passeren op de etage die ons tegemoet kwam. Elke stap voerde hem minstens een meter verder. Daarbij keek-ie niet op of om, zo druk was-ie bezig z’n gesprekspartner aan de andere kant van z’n mobiel te voorzien van allerlei informatie.
‘Maar die is door z’n vrouw op pad gestuurd,’ vulde Rachel aan. ‘Hij belt nu alleen nog omdat-ie moet weten waar hij kan vinden wat zij moet hebben.’

Kijk, Rachel is een vrouw die mannen snapt.

Of in ieder geval die ene die opgesloten zit in dat wereldje van Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *