hoe vaak moet je jezelf scheren?

Eigenlijk weet ik ’t niet. Ik beweerde vroeger dat ik ‘t 1 keer in de week deed. Tot ik er achter kwam dat ’t gebeuren elke keer op een andere dag viel. Verbaasd was ik. Dat m’n baardgroei toch iets sneller ging dan gedacht. Er zaten meer mannelijke hormonen in m’n lichaam dan ik vermoed had.
Maar goed, als ik tegenwoordig zeg dat ik me 1 keer in de 5 dagen scheer, dan staan mensen, vooral mannen natuurlijk, nog verbaasd. Blijken die zich bijna elke dag te moeten scheren.
Ik vind ’t een vervelende gebeurtenis, dus stel ik ’t uit. ’t Moet secuur, je mag je niet snijden, geen haartje mag overgeslagen, je moet een scheidslijn maken van waar je wel scheert & waar niet. Verder wordt je huid droog, gaat wat strakker staan, & ben je gedwongen aftershave of balsem te gebruiken.
M’n werkgever zei ‘ns dat dat niet nodig was. Ik droeg in die tijd een afschuwelijke aftershave. Ik was die mening zelf ook toegedaan. Hij vond dat ’t op ’t werk niet naar aftershave moest ruiken. We verkochten bier, dan moest ’t ook naar bier ruiken.
‘Maar ik heb ’t nodig,’ zei ik. ‘Ik heb een gevoelige huid.’
‘Dan gebruik je maar alcohol,’ was zijn reactie. ‘Ik heb hier nog wel een flesje staan.’
Niet aangenomen. Ik heb een ander balsem gekocht. Voor de gevoelige huid.
Die huid heb ik van m’n vader. Als hij zich had geschoren zagen z’n wangen er roodgloeiend uit. Deels door de couperose, deels door ’t hete water dat hij gebruikte, maar vooral door de dunne huid. Hij voelde warm aan als ik ‘m een kus gaf vlak voordat-ie naar z’n werk ging. Bij m’n moeder bleef-ie dan nog wat langer stilstaan. Hij aaide z’n wang over die van haar. Om te laten voelen dat de overbodige haren weg waren. Daarna een kus, & een zachte veeg over haar wang, om nog even te laten voelen dat de kus er zat. Hij plakte de herinnering vast.
M’n vader gebruikte een scheerapparaat. Ik mocht ‘m in die dagen lenen. Als ik ‘m maar wel weer schoon maakte. Dat werd vaak vergeten. Dan moest je bij hoog & bij laag blijven beweren dat jij ’t niet was geweest, dat je ’t apparaat altijd schoonmaakte, dat je ‘m de dag ervoor had gebruikt & dat je daarna uit ’t doucheraampje de haartjes had laten wegwaaien, & dat je toen ontdekt had dat Pa ’t zelf vergeten was.
Maar ’t was zijn scheerapparaat, verdedigde hij zich dan. Degene die ’t leende diende zorg te dragen dat zijn haren waren verwijderd.
Dan was ’t zeker 1 van de broers geweest, kwamen we tot de conclusie.
‘Maar als ’t zo door gaat,’ zei m’n vader, ‘dan moet iedereen maar een eigen scheerapparaat gaan kopen.’
Die waren duur. Zo duur, dat m’n vader hooguit 1 keer in de 4 jaar een nieuwe voor vaderdag kreeg. Dan mochten de jongens, wij broers dus, de oude gaan gebruiken. Daarvan was ’t motortje ondertussen langzaam gaan lopen, waardoor de haartjes er pijnlijk uitgetrokken werden. Extra aftershave was noodzakelijk. We roken in die tijd allemaal naar onze vader. Behalve m’n oudste broer. Die had bij z’n wasbak op zijn zolderkamer z’n eigen flesje staan. M’n broer rook modern. Hij kon makkelijk vrouwen krijgen, dachten wij.
Ik was denk ik 21 toen ik voor ‘t 1st kennis maakte met ’t natte scheren. Ik was op stap met Jos & Peter. We logeerden enkele dagen bij iemand in Nijmegen. Aan ’t eind van de logeerpartij moest toch maar ‘ns m’n baard er af. Of wat zich daarvoor probeerde uit te geven. Vlassige haartjes met gapende gaten waar ’t niet volledig dekte.
Jos moest ’t uitleggen. Hoe ik ’t scheerschuim moest aanbrengen, hoe ik ’t mesje moest houden, hoe vaak ik moest spoelen, & wat te doen als ik mezelf gesneden had. Want er kwam een flinke jaap in m’n wang te staan doordat ik de smaak te pakken kreeg & ietwat te gehaast een haal naar beneden maakte. Ik kreeg opeens de geur van m’n opa terug. Als deze zich speciaal voor onze visite opgeknapt had, maar er een wondje op z’n wang zat. De aluinsteen die ik van Jos kreeg aangereikt om ’t bloeden te stelpen rook naar m’n opa van toen.
Ik vind ’t zonde om me te scheren als ’t wat wilder begint te staan. ’t Moet altijd nog net een dag langer blijven. Tenzij ik een vrouw moet gaan zoenen die dag. Dan ben ik wel bereid. Maar ligt dat niet in ’t vooruitzicht dan laat ik ‘t. Staat me goed. De kale plekken zijn grotendeels verdwenen ondertussen. Ik ben stoer als ik mezelf in de spiegel zie. Ik ben een man.
Maar wat zou ’t prettig zijn als die stomme haartjes bij een bepaalde lengte ‘ns wat minder jeukten.

Anders waren kinnen vast veel langer geweest in Zijperspace.
(Deze serie wordt u gebracht dankzij ‘t initiatief ‘5 vragen, 5 antwoorden’, zie toelichting, waarvoor men zich in Zijperspace zeer despotische vrijheden heeft toegeëigend)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *