hondenlog

M’n vader liet de honden die na Tasja ons gezin in kwamen ook altijd uit. Midas & Fleur. ’s Avonds laat. Nog even een blokje om.
Marc wilde ’t achteraf nooit bekennen, maar wij dachten ’t allemaal gezien te hebben. Voor Sinterklaas kreeg Marc Midas. Die zat in de schuur in een grote doos te wachten. De schuur die hoorde bij ’t oude huis. ‘t Huis waar alle jongens nog met z’n allen gewoond hadden.
Heel stiekem was Midas naar binnen gebracht.
‘Maar hij was voor ’t hele gezin!’ werd er benadrukt. Door Sint of Piet. Misschien dat 1 van m’n ouders dat op dat moment gezegd heeft.
Marc liet tranen bij aanschouwing van Midas. Dachten wij. Hij ontkende dat later.
In ieder geval had-ie waarschijnlijk nog nooit zo’n mooi cadeau voor Sinterklaas gekregen.
Ik liet Midas uit in de tijd dat ik gek was. Wat vaak ruzie veroorzaakte. Ik wilde grote wandelingen maken om tot rust te komen. Afleiding. Marc wilde ‘tzelfde. Maar Marc had geen gekmakende hyperventilatie. Ma moest er vaak bij komen om de ruzie te beslechten. Om uit te leggen waarom ik ’t nodig had.
Fleur kwam erbij. Enkele jaren later. Net als Midas een kooikerhondje. Kinderen gingen de deur uit, werden minder gek, of hadden een opleiding buiten de stad. Pa moest steeds vaker ’t rondje met de honden doen. Maar hij was ondertussen gepensioneerd.
De honden werden ouder. Zo ook m’n vader. Hij bleek de ziekte van Parkinson te hebben. Met Alzheimer later als gevolg daarvan.
Rond 10-jarige leeftijd overleed Midas. & Fleur bleef als enige over om ’t ritueel aan ’t eind van de avond te volvoeren. De rondjes werden kleiner. Zeker toen voor de 2e keer in korte tijd verhuisd moest worden.
Maar Pa leerde de buren kennen. De buren die ook een hond hadden & rond dezelfde tijd ’t laatste uitje hadden. Hij humde ze in ’t donker gedag, & werd daarop terug gehumd.
Geleidelijk aan moest m’n vader steeds meer gedwongen worden ’t rondje te lopen.
‘Niek, doe de honden nou even,’ zei m’n moeder tegen haar slaperige man.
Hij liep steeds moeilijker, raakte makkelijker in de war. Maar ’t was in ieder geval een beetje afleiding. Hij bleef in beweging.
Fleur ging evengoed op een gegeven moment naar Marc. Daar maakte ze haar laatste jaren door.
Pa bleef steeds meer binnen. Zag de buren slechts zelden. Hooguit als-ie op een boodschap werd uitgestuurd.
Hij zei wel ‘ns als-ie 1 van hen tegenkwam: ‘Hé, die ken ik nog van ’t uitlaten. Maar die loopt tegenwoordig niet meer zo goed.’
Daarbij z’n eigen situatie ontkennend.
Maar ook de kleinste boodschapjes ging-ie vergeten. Zelfs ’t papiertje waar de boodschappen op genoteerd stonden. Of hij wist niet bij welke winkel hij moest zijn.
Tasja is al jaren dood. Midas ook. Marc heeft na een tijdje afscheid van Fleur moeten nemen. Kooikerhondjes worden niet oud. Bij m’n ouders zullen geen nieuwe honden meer hun intrede maken.
M’n vader gaat ook de deur uit. Gister heeft m’n moeder gekeken naar de nieuwe groep. Geheel nieuw. Maandag komen de 1e bewoners. Bewoners die al in De Koogh zitten. Een interne verhuizing. Woensdag is m’n vader aan de beurt. Hij krijgt een kamer met een andere man. Misschien wel goed, dacht m’n moeder.
M’n vader zal geen rondjes meer om ’t huis maken. Dat is al jaren voorbij. Geen boodschappen meer. Hij hoeft niet meer de bril van m’n moeder te zoeken, die ze altijd kwijt is. Dat kon-ie overigens ook al niet meer. Als-ie bij ’t dressoir stond, was-ie al vergeten waarvoor hij die kant op was gelopen. Hij mag een enkele keer helpen bij de afwas. Dat kon-ie nog. Niet afwassen zelf; dan werd ’t niet schoon. Afdrogen. Dan ruimde Moe de boel wel op. Ik stel me voor dat iets soortgelijks ook wel op zijn toekomstige afdeling zal gebeuren.
& Een enkele keer kan er een familiedag zijn, zo luidt 1 van de doelstellingen van de nieuwe groep. Kan de hele familie langskomen. Of m’n vader kan een weekend naar huis. Op een gegeven moment zal-ie z’n draai wel gevonden hebben, zeiden ze tegen m’n moeder. Dan is ’t misschien leuk om dergelijke dingen te doen. Dan kan je er misschien op een bepaalde manier van genieten.
Woensdag gaat m’n vader weg. Voorgoed.
Dinsdag komt Schendelaar langs. Hij zal er bij zijn als m’n moeder ’t hem vertelt.

We weten dat er in ieder geval een hondenparadijs bestaat in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *