huis (2)

’t Staat klaar om versleept te worden. De kelder in. Waar ’t voor jaren onvindbaar zal blijven. Onopgemerkt in ieder geval. Waarna ik uiteindelijk zal besluiten dat ’t toch maar bij de vuilnis moet.
Zo zal ’t ong gaan. ’t Zal een uitgesteld einde tegemoet gaan. Geen afgesteld. Daar zijn ze te oud voor.
Ik heb er zelfs nog 1tje laten staan. Tijdelijk, totdat ze definitief vervangen gaan worden. Bovenop de boekenkast staat ’t er, alsof elk moment de muziek er weer uit zal luiden. Doodgemoedereerd tussen stenen bierpullen & een lamp. Gericht, zodat de muziek optimaal m’n kamer kan vullen. In zoverre die kleine ouderwetse boxjes dat optimaal konden.
Ik laat ‘m daar nog even. Ik wil niet door een kale lege plek er aan herinnerd worden dat ze me meer dan 25 jaar hebben begeleid (hoewel ’t slechts een kwestie van schuiven is om kaal & leeg te doen verdwijnen, daar is ’t boven op de kast druk genoeg voor). ’t Dient ook om te verbloemen dat ik te onhandig ben om even 4 boxen op te hangen. Nu staat-ie daar, nutteloos niet aangesloten, maar met de intentie de kamer te vullen, zo goed hij nog kan. De rechthoekige voorkant staart me eigenwijs aan als ik me omdraai: ik kan nog wel, ik ben bereid, ik ben een Dual!

De pick-up/versterker stond tussen ons in. Tussen ons beider bureaus. We hoefden onze handen maar uit te strekken om de naald van de plaat te halen. Of de handel op start te schuiven, waarna ’t automatisch z’n weg zocht (stond-ie op 45 toeren, dan moest je ‘m bij een maxi-single corrigeren, want dan ging de arm als vanzelf een stuk verder richting midden).
Carel zat links, bij de deuropening, ik zat rechts van de pick-up, bij ’t raam. Bij onze voeten, onder de pick-up, stond de kleine collectie platen. M’n broer disco & funk; ik synthesizer & reggae. Niet meer dan 10 exemplaren.
De knop van de volume werd ’t meest gebruikt. Correctie als we van beneden de trap een gil hoorden van te hard.
‘Zo goed?’ riepen we dan de hoek om naar beneden.
Correctie van de knop terug als we de kamerdeur weer dicht hoorden gaan: snel onze deur ook dicht & een klein tikje harder, anders konden we niet volop genieten.
M’n broer regelde de stand van de boxen. Daar had hij meer verstand van. Hij was technischer, had meer inzicht in dat soort zaken. Ik mocht zeggen of ’t beter klonk, gezeten achter m’n bureau, waarna Carel zelf weer plaats nam & ik op zijn instructies de boxen kleine stukjes moest verplaatsen.
’t Snoer moest ook weg, vond hij, ’t moest niet te zien zijn, of anders moest ’t zorgvuldig plat tegen de muur geplakt worden. Dus regelde hij haakjes & spijkertjes, gaf mij de oude jaargangen Okki & Taptoe aan, om ’t snoer boven op de kast achterlangs die jaargangen te laten lopen. 1 Deel is tijdens die actie merkwaardigerwijs in een spleet achter de ingebouwde kast gevallen & nooit meer teruggevonden. Jaren later hadden we ’t er nog over: waar dat ene deel toch naar verdwenen was?

Carel wist me ook te vertellen dat Dual een 1e klas merk was. Een goede investering van ons bollenpelgeld. Zouden we geen spijt van hebben.
Maar toen we in de winkel stonden, twijfelde ook Carel nog een moment. Zomaar 100 gulden per persoon uitgeven. Dat zou voor hem betekenen dat-ie geen brommer kon kopen.
Mijn ouders juichten dat toe. Liever muziek dan een knetterende machine waar elke dag in de garage aan gesleuteld moest worden. Daar hebben ze wellicht spijt van gekregen toen bleek dat onze belangstelling voor muziek enigszins fanatieke trekjes begon te krijgen (& die brommer kwam er evengoed wel).
‘Met zulke muziek kan je toch je huiswerk niet maken,’ zei m’n moeder.
‘Ah, Moe! Zonder die muziek kan ik me juist niet concentreren.’
Ik geloof nog steeds dat dat toentertijd een juiste opvatting was. Er moest drukte zijn, lawaai, anders kwam er geen overzicht in ’t hoofd. In ieder geval niet in die van mij.

Een Dual dus. Die ik mocht houden toen Carel de deur uitging. Inmiddels was ’t apparaat ong 5 jaar oud. Veel te oud, naar Carels maatstaven. Mij ging ’t niet om de kwaliteit van ’t geluid, maar om die van de muziek. Als ik mijn muziek maar kon afspelen. Ik vond ’t best om met ’t afgedankte apparaatje nog een paar jaar door te gaan.
20 Jaar later staat-ie eindelijk klaar om afgevoerd te worden. 1st De kelder in. De boxen in ieder geval. De pick-up/versterker misschien beter ergens anders te plaatsen. De vochtige kelder is vast niet goed voor al die snoertjes & draadjes in z’n ingewanden.
Ik zoek alleen nog een geschikt moment. Een moment dat ’t in de weg staat. Dat ik er niet meer omheen kan ’t op te bergen. Tot die tijd mag ’t me blijven herinneren aan de tijd dat ’t dienst heeft gedaan. 25 Jaar. ’t Zal straks definitief voelen dat ik m’n jeugd voorbij ben.

Langzaam nemen we afscheid van de oudste medebewoner van Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *