vrouwen

Kijk.
Ik zat te praten. Op een gegeven moment met een jonge vrouw. Veronique.
Ik mocht ’t schrijven zoals ik zelf wilde, zei ze me ooit.
‘Veroniek,’ zei ik toen.
Zij vond alles best.
Ik zat te praten. Zij heette Veronique. Zij begreep meteen. Zij wist wat de ziekte van Graves was. Ze wist er al van. Verbaasd dat ik ’t had.
Ok, geen ADHD. Dat niet. Geen verplichte ritolin.
We hebben nog veel meer gezegd. Maar ze vroeg op een gegeven moment vooral wie m’n nieuwe vriendin was.

Welke nieuwe vriendin?
Er bestaan nl vriendinnen in haar vriendenkring die ik graag mijn vriendin zou willen noemen. & Als ze mij, of als haar eigen vriend mij even vergunt, dan zou ik. Men begrijpt wel.
Al is nieuw slechts voor enkele uren. Dat doe ik graag. Nieuw is altijd van korte duur.
Nee, hoor, zei ik haar ook nog, ik ben vrijgezel. Dat zal ik waarschijnlijk ook blijven.
Zonder toelichting. Zonder aanhalingstekens.

Ik had haar kort ervoor aangeraakt.
Soms ben ik zo dapper. Snel. Plots. In haar zij.
Zij. Onderweg naar de wc.
Ze sloeg af.
‘Wat deed je wuft?’ vroeg ik later.
‘Ik raakte je alleen maar in de zij.’
‘Ik was onderweg naar de wc.’
‘Maar wie is je nieuwe vriendin?’
Nieuwe vriendin, vroeg ik. Dat is Rachel. Geen nieuwe vriendin. Ik heb haar alleen maar aandacht gegeven.

Rachel?
Dat vroeg Kika dan weer. O, jij bent Rachel! Rachel.
O, je kent me.
Ja. Van Ton. Ton z’n verhalen.
& Pieter zat er naast. Naast Rachel. Aan de andere kant Jeroen. Naast Kika.
Ik praatte met Veronique, die ik mocht schrijven zoals ik zelf wilde.

& Jeroen had een comp naar mij genoemd. Degene die alles serveerde.
De server, dacht ik.
Ik begrijp dingen redelijk snel, dacht ik toen nog.
& Zijn comp heette Vlo. Die van een ander Columbus. Maar die ertussen heette Ton. Naar mij.
‘We hebben een machine naar jou genoemd.’

& Alex. Zij is nog steeds een vrouw. Alex, zij stopte bijna een tong in m’n mond.
‘Alexandra,’ zeggen sommige mannen dan nog eigenwijs. Ze willen perse die vrouw herkennen in hun mond.
Dat mag ik eigenlijk niet zeggen.
Maar toen was alles al bijna voorbij.
Voorbij de 5 gesprekken die ik voerde.
Alex heeft grote borsten, waar je ruig in kan zwemmen. Ik liet ze tegen me aanleunen.

Ik had Rachel gebeld. Van ik wil je wel weer ‘ns een keer zien. Van anders zie ik je dinsdag of woensdag wel, want dan ben ik ook weer vrij. Maar eerder niet. Want ik werk de hele tijd.
Wat uiteindelijk best wel mee valt. Want zij kon me vanavond ook zien.
’t Leek een soort vriendinnenavond.
& We lachten. & We huilden. Hoewel ik iets minder. Dat laat zich altijd later raden. Voelen.

Maar toen ik thuis kwam, hè. Toen ik thuis kwam. Toen ik thuis kwam.
Toen Rachel & Veronique & Kika & Alex & m’n moeder & alles & de rest.
Ach, ik heb sterke ogen.
Niemand kan dat ontkennen, behalve ikzelf.
Ach, ik heb sterke ogen.
Er zijn vele vrouwen. Ze zullen zich onafhankelijk moeten maken. Mij weerstaan. M’n ogen. & Alles & de rest. Ze zullen zich sterk moeten maken.

Ik ben naar bed gegaan. Men hoeft zich niet meer ongerust te maken. Ik ben naar bed.
Of ik nog stukjes schrijf over vrouwen. Werd er ook gevraagd. Maar ik ga naar bed. Alleen.

Maar of ik nog stukjes schrijf over vrouwen in Zijperspace, werd er gevraagd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *