Ik probeer ‘t 1 keer uit te leggen. 1 Keer, daarna niet weer een keer.
Mocht men ‘t niet begrijpen, dan is ‘t jammer. Ik heb m’n best dan gedaan; meer kon ik niet doen. Vooral niet in deze ingewikkelde materie.
Eigenlijk is ‘t dodelijk simpele materie, zolang je er niet over nadenkt. Ik ben erg goed om ogenschijnlijk simpele dingen ingewikkeld te maken. & Omgekeerd. Of zo men ‘t uitleggen wil.
Mocht men ‘t toch willen begrijpen, is ‘t aan te raden ‘t nogmaals van voor af aan te lezen. Niet dat dat iets oplost, maar de illusie is dan voor jezelf geschapen dat je er alles voor hebt gedaan.
Als je wandelt & er fietst iemand voorbij, dan heb je punt A. Punt A is op zich al een uniek punt. Speciaal geval, van rechtruggende grassprietjes, verdorrende helmstengels, legers stampende mieren. Tezamen op 1 punt, in dezelfde straal gelegen als de fietser-voetganger, oftewel: in ‘t verlengde ervan.
Punt B ontstaat op soortgelijke manier, maar ditmaal door ‘t passeren van een volgende fietser. Andere fiets, ander persoon, misschien zelfs ander uiterlijk, maar dat is niet ter zake doende.
Enig speciaal gevoel kan men ook hechten aan punt B, maar gewenning ontstaat reeds. Bovendien moeten we verder.
Punt A1 is ‘t punt waar de 1e fietser uit beeld verdween voor de voetganger. Hierbij is concentratie vereist, wellicht een bril, om juist te constateren waar dit punt zich bevindt.
Tussen punt A & punt A1 ligt een aantal stappen. Stappen door de voetganger afgelegd. Die stappen zijn geteld. Als ‘t goed is heeft de voetganger dat zelf gedaan. Wie moet zich anders bezighouden met deze zinnigheden, slechts een voetganger, men moge hem ook wandelaar noemen, toebedeeld. Tijd te veel, gedachten lichtelijk op hol, door een overdaad aan onzinnigheid onderweg ontstaan.
Goed, stappen zijn dus geteld.
Punt B1 wordt op dezelfde wijze vastgesteld als punt A1, maar nu natuurlijk mbv de 2e fietser.
Daarnaast worden de stappen tussen punt B & punt B1 geteld. Ook de stappen tussen punt A1 & punt B zijn noodzakelijk voor ‘t bepalen van de unieke plek C.
De unieke plek C, vanaf hier punt C genoemd, kan bepaald worden door vanaf punt A1 de stappen te tellen totdat fietser 2 inhaalt (dat is punt B). De stappen die geteld worden vanaf punt B tot aan punt B1 zijn noodzakelijk voor ‘t bijwandelen vanaf punt C. Want dat levert ‘t meest ideale plekje D op. Daar zou ‘t allemaal gaan gebeuren.
Waarom weet ik niet. Maar dat had ik bedacht tijdens ‘t wandelen. Ik wist ook niet wat ik ermee moest. ‘t Hield me in ieder geval een tijdje zoet. & Ik keek weer ‘ns op een geheel andere manier naar de voorbijtrekkende fietsers.
Ik was ‘t alweer vergeten voordat ik ‘t meest ideale plekje D bereikte. Ik snapte eigenlijk zelf al niet meer wat de bedoeling & de werkwijze ervan was. Gelukkig maar, anders had ik er misschien nog wel geloof aan gehecht ook.
Vooralsnog geen meest ideale plek in Zijperspace.