Iemand zei: Je weblog is je vriendje.
Ik zei: Nee, t is meer dan dat.
& Ik dacht na. Want ik wist dat t meer was. Maar nog niet hoe.
Alsof ik mn weblog slechts kon vertellen hoe ik me voelde. Dat kon t niet alleen zijn.
Alsof ik alleen maar aan mn weblog kon vertellen dat ik iets beleefd had. Ook dat niet.
Alsof mn weblog een afspiegeling kreeg voorgeschoteld van hoe ik eigenlijk in elkaar zat. Meer toch?
Stel nou dat je een vriendin krijgt?
Dan schrijf ik misschien niet meer.
Meen je dat?
Ja. Of ik weet alleen nog maar over haar te schrijven.
Oh?
& Ik ga me steeds slechter voelen. Want dat gaat zowiezo gebeuren. Ik ga ooit dood aan liefde. Dat komt dan allemaal terecht op mn weblog.
Ik dacht: Mn weblog ben ik zelf.
& Betrapte mezelf op t verzinnen van een gebeurtenis. Die kwam er op terecht.
Zie je, dacht ik, dat ben ik. Of zo denk ik dat ik ben. & Anders verzin ik ’t wel.
Maar niemand luisterde. Niemand wist immers wat ik zei. Of wist me te betrappen op een rare opmerking. Alles was immers waar. Voor hun. Voor mij.
Ik ben mn weblog, dacht ik.
Alles is waarheid. Of naar waarheid geschreven.
Maar nu.
Ik houd mn mond.
Ik schrijf niet. Ik steel de woorden zodat ze me niet ontglippen. Ik ben de eigenaar van mn woorden, mn zinnen, rechtmatig, maar niemand mag ze lenen. Nu even niet.
Er is een ongeschreven verhaal gepubliceerd in Zijperspace.