interview

‘Ik weet niet wat er aan de hand is,’ zegt Boekenman, ‘maar ik slaap slecht. Ik heb de hele nacht liggen lezen.’
‘Daar heb ik ook wel ‘ns last van,’ zeg ik vanachter de toonbank, hoewel ik weet dat ’t bij mij naar alle waarschijnlijkheid een totaal andere ervaring is. ‘Gaat ’t dan slecht met je?’
Je zou ’t nl niet zeggen. Boekenman ziet er eerder vrolijk uit. Waarschijnlijk omdat-ie nog niet gedronken heeft.
‘Nou, ik hou er wel van om te drinken,’ z’n fles bier in z’n handen betastend, ‘maar dat is toch niet meer dan 8 flessen op een dag. Dat moet kunnen. Ja, ’t zal wel die kolere-methadon zijn. Daar blijf je last van houden.’
‘Hm, ja, da’s moeilijk, om daar van af te komen, heb ik wel ‘ns gehoord.’
‘’t Is smerig spul,’ zegt Boekenman nu verontwaardigd, ‘hartstikke troep wat ze je geven. Maar je komt er niet van af. Minderen gaat wel, maar van 1 naar 0 gaat niet. Als je ermee stopt, dan doe je 2 weken lang geen oog dicht.’
Ondertussen geeft-ie me ‘t 10tje dat-ie al die tijd in z’n hand heeft.
‘In de gevangenis sluiten ze je gewoon op. Wordt je gek, zonder dat je ook maar iets krijgt. Ja, 1 keer in de week een slaaptablet. Dat kan je voorgeschreven krijgen van de dokter.’
‘Heb je er trouwens een stuiver bij?’ onderbreek ik ‘m kort.
‘Nee, 1st boodschappen,’ legt-ie uit. ‘Of nee, 1st bier & dan boodschappen. Want ik moet weer boodschappen doen voor de dames.’
Ik geef ‘m z’n wisselgeld.
‘Ja, ik moet nu gaan,’ zegt-ie onmiddellijk, ‘want de mensen van NOVA komen ook nog voor een interview.’
‘Kom je op tv?’
‘Ja, vanwege de dood van m’n huisgenoot.’
Ik herinner me dat-ie enkele weken geleden strontlazarus & woest de winkel inkwam. Terwijl-ie de rest van de dag juist heel aardig & rustig was geweest. Hij zou z’n vriend opzoeken die in ’t ziekenhuis lag.
‘M’n vriend is dood,’ zei hij met woede in z’n ogen.
‘Was er iets met je huisgenoot aan de hand?’ durf ik ‘m nu te vragen.
‘Ja, er moet nu onderzocht worden hoe hij dood is gegaan,’ zegt Boekenman, terwijl de woede weer in z’n ogen terugkeert. ‘Met een steen op z’n kop op de Zeedijk. Dat weet ik. Dat ga ik hun bij NOVA ook vertellen.’
‘Oh, dus hij was ‘t.’
‘Ja, dat was hij.’
Hij staat ondertussen al bij de deur. ½ Binnen, ½ buiten. Hij heft z’n fles op. Ten teken dat-ie 1st die maar ‘ns achterover gaat slaan.
‘& Ik kom straks 1st langs om de fles terug te brengen.’
Met een lach. Alsof ’t een grappige mededeling is.
Ik houd m’n hand op. Om ‘m gedag te zeggen. Boekenman pakt buiten een krat, keert ‘m om, zodat-ie voor de winkel kan zitten. Dan begint-ie de wereld die passeert te becommentariëren. Af & toe bewegen z’n hoofd & z’n handen wild op ’t ritme van z’n opmerkingen mee. Z’n fles houdt-ie in z’n knuist geknepen.

’t Commentaar dringt als dof gemurmel door tot Zijperspace, zonder inhoud, maar met vorm.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *