katern (2)

L.S.,

3 Weken zijn er inmiddels verstreken sinds ik onderstaande meel heb verzonden. Ik heb geen reactie er op mogen ontvangen.

In 1e instantie ging ik er vanuit dat ik niet onmiddellijk antwoord mocht verwachten. Toch zat ik de maandag na verzending ijverig m’n meelbox door te spitten op zoek naar een mogelijk antwoord afkomstig van uw uitgeverij. Maar daar ik niets aantrof dacht ik m’n geruststellende gedachte dat men ’t op kantoor vast druk genoeg had om zomaar even op een willekeurig meeltje te reageren & ’t bovendien mogelijk was dat er op dit tijdstip in ’t jaar vast enkele medewerkers op vakantie waren. De zon scheen nog onbarmhartig & men kwam de dag niet door zonder airconditioning of met meer aankleding van ’t lichaam dan 1 laag.
Dat is ondertussen een beetje veranderd. Wat men toen minder droeg heeft men inmiddels moeten aanvullen met een waterdicht omhulsel, daar de stortbuien slechts die mensen sparen die zich niet naar buiten begeven.
& Na die 3 weken zullen er ook wel mensen teruggekeerd zijn ten kantore van uitgeverij Atheneum – Polak & van Gennep. Er zal toch zeker 1 persoon zijn die mijn schrijven onder ogen heeft gehad.

Mijn vader had een oom die samen met z’n vrouw de groten der aarde met brieven bestookten. Zij waren zich zeer wel bewust van de dingen die zich op aarde afspeelden, lazen daartoe de krant, keken ’t nieuws, hadden de radio ook enkele uren per dag aan & daarnaast zullen ze vast onderling ook menig onderwerp besproken hebben.
Stond hen iets niet aan, dan schoven zij zich achter ’t bureau & pakten pen & papier op om dit te laten weten aan de persoon die er naar hun mening iets aan kon doen.
Presidenten, ministers, burgemeesters & allerhande soorten volksvertegenwoordigers hebben hun verontwaardiging kunnen lezen. & Ondanks hun totale desinteresse in ’t geloof werd ook de toenmalige paus regelmatig van hun mening op de hoogte gebracht. De goede man was zo vriendelijk hun bij tijd & wijle van antwoord te voorzien. Hij was daar overigens niet de enige in; enkele buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders zijn ook voor Oom Henk & z’n vrouw in de pen geklommen.
’t Vreemde was eigenlijk dat des te dichter de persoon aan wie een schrijven was gericht bij de maatschappelijke status van de 2 brievenschrijvers in de buurt kwam, des te minder kans er was op repliek van deze.

Daar moet ik dan aan denken als ik weer een keer teleurgesteld m’n meelbox sluit.

Ik schrijf niet zo vaak instanties aan, laat staan ambtenaren, instellingen of noem maar op wie men allemaal op de hoogte kan stellen van de eigen opinies. Ik lijk in ’t geheel niet op die inmiddels lang geleden overleden oudoom. Ik houd afstand, ik pak af & toe de telefoon op & doe m’n verhaal aan daarvoor opgeleide telefonistes, soms daarbij de weg gewezen door een doorkliksysteem, waarbij de nrs op de telefoon je door een menu sturen tot je op de in jouw onderwerp gespecialiseerde persoon terecht komt. Slechts zelden doe ik gewag van ’t feit dat ik ’t ergens niet mee eens ben, dat ik me tekort gedaan voel.

& Ik wil ook niet zeggen dat er zich bij mij dergelijke gevoelens voordoen tov ’t aangeschafte boek, te weten de Naturalis Historia van Plinius de Oudere. Ik ben zeer tevreden, trots zelfs over ’t feit dat ’t boek nu deel uitmaakt van mijn zeer bescheiden bibliotheek.
Maar, zoals in onderstaande, eerder verzonden, meel valt te lezen, ik vroeg me af of er meerdere exemplaren te lijden hadden aan ’t ondeugdelijk lijmen van ’t katern aan ’t kartonnen omhulsel, de kaft ook wel genoemd. Tevens heb ik middels diezelfde tekst de vraag willen stellen of er misschien toch nog een exemplaar van de Don Quichotte, zoals verschenen in de door jullie zo prachtig verzorgde Gouden Reeks, te bekomen was, omdat deze zich misschien op een verloren plekje ergens te uwer burelen bevond.

Helaas bleef ’t bij vragen. Antwoorden zijn tot op heden uitgebleven.

Dat was de reden waarom ik de vergelijking maakte met mijn vaders Oom Henk. Des te dichter ’t probleem & de daarvoor verantwoordelijke persoon bij de brievenschrijver lijken te staan, des te moeilijker ’t voor de ontvanger van ’t schrijven lijkt te zijn er snel & afdoende antwoord op te geven.
Ik had wellicht beter de huidige paus een oordeel kunnen vragen over mijn veronderstelling dat ’t uit z’n voegen hangende Naturalis misschien te wijten viel aan de godslasterlijke wijze waarop de oude Plinius de dingen der aarde & alles wat daar omheen hangt behandeld heeft.
De vraag, zult u waarschijnlijk zeggen, was niet zinnig geweest, ’t antwoord misschien nog wel minder, maar ik had wellicht meer kans gemaakt ’t laatste te mogen ontvangen.

Wederom vriendelijke groeten van een lezer in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *