lamlendig

‘‘s Nachts besluit ik niet naar m’’n werk te gaan. ‘’t Wordt te gek. M’’n adem schuurt door m’’n keel. Alleen door wakker blijven heb ik ‘’t idee de nacht te kunnen overleven. M’’n hoofd bonkt.
½ 10 Bel ik op. Beide werkgevers. Zielig verhaal: verkouden & hoofdpijn, maar ‘’t zit wel goed.

Ik ga een was doen. Dat kan ik beter vroeg doen, want dan heb ik met alle loomte de hele dag de tijd de was op te hangen. Kijken of-ie ‘’t doet: de nieuwe 2e-hands.
Terwijl ik boterhammen smeer, zakdoek gereed om druipen te voorkomen, voel ik nattigheid aan m’’n voeten. ‘’t Gisteren neergelegde keukenvloerzeil staat blank. Nieuwe 2e-hands werkt niet.
Ik ben een uur bezig de vloer weer droog te krijgen. ‘’t Zeil moet, na nog geen 24 uur op z’’n plek gelegen te hebben, de rest van de dag opengeslagen liggen. De ondergrond moet drogen. De was trek ik uit de machine, laat ik in de tuin op een stoel uitdruipen tot ik een oplossing ervoor heb gevonden.

Ik probeer een boek te lezen. Nog maar 100 blz. Maar met ‘’t vooruitzicht dat ik de hele dag binnen zal moeten blijven, kan ik me niet concentreren.
Ik vlieg internet op, op zoek naar spelletjes. Ik haal binnen, ik gooi weg, tot ik laat in de middag een écht verslavend spelletje gevonden heb.
De was heb ik ondertussen bij de bovenbuurvrouw gebracht, 3-hoog ditmaal. Net terug uit Griekenland. Ondanks m’’n verkoudheid, een andere opgang, & ‘’t feit dat ik hun van 3-hoog 3 maanden niet gezien heb, voel ik me thuis. Zo vaak gebeurt ‘’t niet dat ik ziek thuis ben. Zie gebeuren wat er gebeurt op een paar vierkante meter. Boven & onder mekaar.
Ondanks dat neem ik ’t mezelf kwalijk dat ik niet genoeg dankbaarheid toon. Ik besef ‘’t me later pas. Dan ben ik echter al bezeten van ‘’t spel dat ik een uur lang op proef mag draaien op mijn computer, zodat ik ‘’t schuldgevoel snel vergeet.

Ik probeer meeltjes te versturen. ‘’t Aanslaan van de spatietoets gaat pijnlijk; gisteren is er tijdens ’’t schoonmaken van de keukenapparatuur een ijzersplinter achter m’’n nagel geschoten. De nagel van m’’n spatie-duim. Ik beperk ‘’t schrijven daarom tot een minimum. Afwassen trekt me ook niet. ‘’t Hete water lijkt de wond in te trekken, alsof er zout in ‘’t afwasmiddel zit.
Ik beperk me tot ’t beeldscherm. Als de proefperiode van ‘’t ene spel verstreken is, probeer ik een volgende uit. Elke keer besluit ik dat ‘’t ‘‘t laatste is, ‘’t boek is belangrijker dan spelletjes, maar verslaving heeft me te pakken.

’s Middags heb ik een maaltijd in elkaar geïmproviseerd. Dermate veel dat ik ‘’t als middag- & avondmaal gebruik. Ik stop de restanten in een bakje om morgenavond ook iets te eten te hebben.
Ik sta m’’n collega’’s in de vroege avond te woord, dat ik morgen weer ga werken, overmorgen ook.
Ik wil niet te lang meer opgesloten zitten. Daar ga ik te veel niets van doen. ‘’t Boek ligt er maar, op z’’n kop opengeslagen, nog 75 blz.

& Een stukje voor Zijperspace komt er waarschijnlijk ook niet van.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *