Om een glas beter te kunnen bekijken, boog de man voorover. Waarbij zn rug even krom bleef als ervoor. Er veranderde niets. Hij deed slechts een stap vooruit. Misschien dat zn hoofd zakte, maar meer niet. Dat was zijn buigen. Terwijl hij ondertussen zn ogen toekneep & hmf, hmf brabbelde.
Mag ik dat glas daar zien? vroeg-ie.
Deze? vroeg ik.
Volg mn vinger, corrigeerde hij mij. Daar, die pul.
Terwijl zijn verschijning steeds krommer oogde, werd mijn rug rechter. Ik moest ergens t geduld vandaan halen. Dan maar uit mn houding.
Hij hield t glas voor zn ogen. Vlak ervoor. Zn neus raakte t voorwerp bijna. Een neus met dezelfde kromming als zn kale magere voorhoofd. Zn lippen smakten hmf, legden hun waardering of afkeuring in t glas. Alleen voor hem zelf te verstaan. Hij hield t schuin, dan weer recht, bewoog t omhoog, tegen t licht, om daarna de bodem te bestuderen. Zn hand aaide de buitenkant, op zoek naar oneffenheden.
Ja, ja, zei hij, volg mijn vinger. Dat glas daar. Weihen
..?
Weihenstephan? maakte ik de naam af. Deze ½e literpul?
Nee, ernaast. Links.
Ik wilde t voor hem neerzetten, maar zn beetgrage handen hadden t glas al vast.
Ik zet t liever op de toonbank, zei ik.
Maar zn aandacht was al gezonken tot t hmf-niveau. Zelfde ritueel.
Zn keuze was gemaakt.
2 Maal deze pul, graag.
Ik pakte er 1 exemplaar bij. Plaatste de afgekeurde modellen terug in t schap.
Nou wilde ik vragen, begon hij ondertussen traag. Misschien een lastige vraag. Er bestaat een heel zwaar bier. Even kijken, hoe heet t ook alweer? Bij mij in t dorp kan ik t niet meer krijgen.
Belzebuth? Bush? Kanon?
Iets met een e. Hm, eek, eem, emu. Zoiets.
Eku? Een duits bier.
Ja, heeft u dat? Bij mij in t dorp kan ik t niet meer krijgen.
t Staat daar boven. Bij de andere duitse bieren. Op de bovenste plank. Als u er niet bij kunt, dan kunt u op een houten kratje staan.
Ik wilde hem wel zien reiken. Reiken naar de bovenste plank, met zn kromgetrokken houding. Ik wil mannen die me 10 minuten nutteloos bezig houden graag hun lichaam zien rekken. Ik zal die binnenskamersteruggetrokkenheid er wel eens uittrekken, uitrollen tot zn volle lengte.
Ik ging in de deuropening staan. Even frisse adem. Even weg uit de dwangbuis van de toonbank.
Thomas kwam me gezelschap houden. We lachten naar elkaar. Gekke vent.
Die vent was écht gek, begon Thomas.
Ik lachte. Maar t gezicht van Thomas betrok.
Shit, zei hij. Die vent staat er nog.
Ik volgde zn blik. De man stond enkele meters verder zn glazen & flessen opnieuw in te pakken. Zn stevige linnen boodschappentas werd geherstructureerd.
Schielijk stapten we weer naar binnen.
Ja, hij is gek, fluisterde ik.
Hij kwam weer binnen.
Ik wilde nog iets vragen, vroeg-ie met zn neus naar voren.
Een neus die lang geen zon had gezien.
Weet u de postjesweg?
Ik schudde mn hoofd.
& De van der Helststraat?
Ik trok een peinzend gezicht.
Een klant kwam van achter uit de winkel de helpende hand bieden.
De van der Helststraat is in de Pijp, hielp deze.
Hoe kom ik daar? was de volgende vraag.
U kan lijn 24, 25 of 16 nemen.
Lijn 24 of 25, herhaalde de zonderling.
& 16, voegde ik toe.
Weet u ook de postjesweg?
Jazeker, zei de klant.
Is die in de buurt van de postjeskade?
Ja, dat klopt.
Oh, dan weet ik die wel te vinden. De van der Helststraat is dus in de Pijp & de postjesweg in de buurt van de postjeskade?
Klopt.
Lijn 24.
& Lijn 25, voegde de klant toe.
& Lijn 16, fluisterde ik weer mee.
Goed, lijn 24 & 25 dus, zei de man.
& Lijn 16, was ik weer aan de beurt.
Lijn 24 & 25, stoppen die voor t paleis?
Ja, inderdaad.
Lijn 16 ook, voegde ik weer toe.
Goed, de postjesweg is in de buurt van de postjeskade & voor de van der Helststraat neem ik lijn 24 & 25.
Of lijn 16.
Bedankt hoor.
Graag gedaan, zeiden de klant & ik in koor.
Lijn 24 & 25, mompelde de man.
& 16, mompelde ik.
We werden meegetrokken de diepste diepten van Zijperspace in.