lenin

’t Was Lenin! Levensgroot.
‘Wacht even,’ riep ik naar boven. ‘Ik trek even sokken aan.’
Ik liep meteen langs de comp om muziek aan te zetten. Dit moest onder begeleiding van muziek plaatsvinden. Niet te hard, want dan kon ik de aanwijzingen niet horen, maar zeker niet te zacht.
Met m’n sokken aan stapte ik in m’n schoenen. De veters kwamen achter me aan slingeren toen ik weer naar buiten ging. Ik stapte diep de tuin in zodat ik zonder m’n nek te forceren alles goed kon zien.
Panos had Lenin aan een waslijntje gebonden. Nienke stond op de 2e verdieping om Lenin door te manoeuvreren. Ik moest ‘m opvangen.

Nienke had gezegd dat ’t om een groot doek ging. Dat ze niet wist wanneer ’t opgehaald zou worden. Maar dat ’t niet via ’t trappenhuis zou gaan. Of ik ’t goed vond. Had ze een paar weken geleden gevraagd. Gister nog een telefoontje van boven naar beneden om ’t te bespreken. Met nog steeds geen zekerheid omtrent de tijd.

Nienke had Lenin te pakken. Ze duwde ‘m van zich af, zodat de waslijnen ontweken werden.
Waslijnen zijn een essentieel onderdeel van ’t hedendaags huishouden. Ik merkte ’t zomaar ‘ns niet middels de knijpers die geregeld in mijn tuin terecht komen.
Lenin vervolgde z’n weg naar beneden. Ik stapte weer wat dichterbij. Ik hoefde geen overzicht meer te hebben. Beter was ‘m op te vangen.
Ik plaatste Lenin op de grond. Hij zat achter bubbeltjesplastic.
Soms is ’t handig geen kind meer te zijn. Ik liet de bubbeltjes heel.
‘Zal ik de waslijn losmaken?’ riep ik naar Panos.
‘Is goed.’
Op ’t moment dat Lenin van z’n strop bevrijd was, die aan ’t frame bevestigd zat, kwam Nienke naast me staan.
‘We dachten dat we ‘m ’t beste bij ons in ’t trappenhuis konden plaatsen, als-ie past. Ze komen ‘m na 11-en halen, maar we weten niet wanneer.’
We kantelden. We draaiden. We bewogen ‘m onder de waslijn door.
Daarna had ik ‘m in m’n 1tje vast. Bij ’t frame. Ik droeg ‘m door de tuindeuren heen. Nienke haalde alle stoelen uit de weg. Deed de gangdeur open.
Panos kwam binnen. Deed de keukendeur open. & Pakte de andere kant vast. Klein stukje de keuken in. Terug de gang in. Nienke opende de deuren.
We gingen naar buiten. Lenin nam de volledige stoep in beslag.
‘& Toen kwam er plots een voetganger,’ grapte ik.
We zagen ‘m al door ’t doek heen lopen. Slapstick á la Laurel & Hardy.
Panos trok Lenin mee ’t trappenhuis in. Maar bleef steken. De breedte was te hoog.

‘Dan moet-ie maar bij mij in de gang.’
‘Maar je bent er niet de hele dag,’ zei Nienke ½-vragend.
‘Ja, & ’t nadeel is dat ik m’n reservesleutels heb uitgeleend. & Ik heb ook geen mobiel meer.’
‘Voor 11-en maakt ’t niet zoveel uit. Dan komen ze nog niet.’
‘Jij bent er wel de hele dag?’
‘Ja, ik zorg dat ik de hele dag thuis ben.’
‘Dan kan ik bijvoorbeeld m’n sleutels achterlaten bij jou als ik de deur uit ga. & Ik bel bij jou aan als ik weer terug ben.’
‘Ja, da’s wel een goed idee.’

Lenin ging weer naar binnen.
‘Hij moet tegen de rechterwand,’ zei ik, ‘da’s ’t veiligst. Maar is ’t dan handiger als we ‘m keren? Zodat de schildering tegen de muur aan leunt?’
‘Nee, hoor. Da’s niet nodig. ’t Is beter dat ’t frame tegen de muur aanleunt. Da’s steviger.’
Ik zette ‘m neer.
‘Als ik niet de deur uit ga, dan laat ik dus niks van me horen.’
‘Ja, is goed.’

Nu staat Lenin in mijn gang. Of eigenlijk ligt-ie op z’n zij.
Lenin is groter dan ik. Met de spanwijdte van m’n gestrekte armen haal ik net niet de breedte.
Ik heb al 2 keer ’t ganglicht aangedaan om door ’t plastic naar ‘m te kijken.

Hij kleurt goed in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *