lijflog 8

Vroeger gebruikten we zeep. ’t Was een kwestie van ’s ochtends vroeg goed je handen insoppen & ’t resultaat ervan door je haren smeren. Sommigen onder ons droogden ’t vervolgens met een föhn, maar daar wilde ik niet aan beginnen. Met een beetje geduld droogde ’t vanzelf wel tot harde stekelige puntjes.
Voordeel was dat de kussensloop redelijk lekker rook (als m’n moeder tenminste de juiste zeep had ingekocht).
Een nadeel kon ’t zijn als ik tijdens een bui naar buiten moest. Dan kwam ’t zeep in prikkelende stralen over m’n voorhoofd m’n ogen lastig vallen.

Daarvóór gebruikten we ook nog een tijdje brillcream. Dat was vooral vet & glad. Je kon je handen niet door je haren bewegen, want daarna was alles wat je aanraakte vet. Daar zijn we redelijk snel mee gestopt. Alleen Carel bleef ’t nog iets te lang gebruiken. Gelukkig is-ie op een gegeven moment ook overgestapt. ’t Zou anders een schande voor de familie zijn geweest.

M’n oudste broer gebruikte op een gegeven moment Murrays. Dat was een behoorlijk stug plakkerige substantie in een oranje potje. Met moeite kreeg je de restanten na insmeren weer van je vingers af. Ik vroeg me altijd af hoe kappers dat deden, hoe gingen zij door met de volgende klant knippen als ze net een nieuw kapsel van Murrays hadden voorzien?

Ik ben op een gegeven moment overgestapt op Murrays soft of Murrays light formula (de juiste benaming weet ik inmiddels niet meer). Die moest je ver voordat je ’t huis verliet in je haren gesmeerd hebben, anders viel je voorbijgangers lastig met een sterke kokosgeur. Er waren grote hoeveelheden jojoba aan dit goedje toegevoegd. Dat rook je al als je je neus boven de gele inhoud van ’t gele potje met paarse deksel hing.

Maar ze stopten met de import van dat produkt, zo vertelden ze me in de van Woustraat. Er was de laatste tijd gewoon niet meer genoeg vraag naar, wist de verkoopster me te vertellen. Maar misschien moest ik ’t volgende alternatief ‘ns proberen?
Vanaf toen gebruikte ik ’t alternatief, maar vergat ik steeds de naam van ’t produkt. Elke keer als ik de winkel betrad, vroeg ik naar Murrays soft, waarna ze me weer moesten uitleggen dat dat niet meer geïmporteerd werd. Door wijzen naar ’t licht oranje potje kreeg ik uiteindelijk toch altijd waarvoor ik was gekomen.

Na zovele malen die vergissing gemaakt te hebben zou je toch zeggen dat ik op een gegeven moment toch beter moest weten. Maar 1 maand geleden stond ik weer met m’n mond vol tanden.
‘Nee, meneer. Murrays soft verkopen we al een aantal jaren niet meer. Er was op een gegeven moment gewoon te weinig vraag naar.’
Ik bedacht ditmaal niet dat ik maar ff naar ’t potje moest wijzen dat de oranje kleur van mijn merk ’t meest benaderde. Ik liet me onmiddellijk ’t volgende produkt aanprijzen. Ze hield ’t me nl al voor.

Ik heb een keer eerder op zo’n wijze een haarprodukt gepresenteerd gezien. Ik weet dus hoe ik in dat soort situaties moet reageren. Met de handen op de rug. Zodat je niet de neiging hebt om je vingers in de pot te stoppen. Want dat mag niet, weet ik nav die eerdere poging.
‘Nee, meneer. U kan niet zomaar ’t produkt uitproberen. Dan kan ik ’t niet meer verkopen. Stelt u zich ‘ns voor dat alle klanten zouden doen. Wat voor enge ziektes men dan allemaal zou krijgen.’
Sindsdien stel ik me dat voor. & Dus kon ik heel braaf analyserend ’t spulletje in ’t potje bekijken. Ik moest aldus oordelen of ’t soepel genoeg was voor ’t smeren op de handen & stug genoeg voor ’t juiste resultaat in m’n kapsel. Voor de beoordeling van de geur mocht ik m’n neus wat dichterbij brengen.

Ik gebruik aldus sinds kort Murrays Wavine. Gestoken in een perzikkleurig potje, bedekt met paarse letters.

Daarom ruikt ’t in Zijperspace tegenwoordig ’s ochtends een kwartier lang naar ingesmeerde baby-billetjes.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *