meel (4)

Ton weet ook nog vragen aan de dame te stellen:

Toen ik jong was dacht ik vaak dat op een gegeven moment de liedjes op moesten zijn. Ik had net iets over noten geleerd op de muziekschool, wist zodoende dat daar slechts een beperkt aantal van waren, do re mi fa sol la si do, & vermoedde dat uiteindelijk alle combinatiemogelijkheden opgebruikt zouden raken. Dan zouden er slechts liedjes gemaakt worden die reeds eerder ontstaan waren.
Vanmiddag moest ik daar aan denken toen ik op m’n werk van boven de trap een lege doos naar beneden gooide. Hoeveel dozen moest ik laten vallen voordat ik me zou kunnen herinneren dat een voorgaande net zo’n weg afgelegd had? Er lijken enkele factoren van invloed te zijn op de val van de doos: de zwaartekracht, de vorm, de manier waarop ’t losgelaten wordt, de temperatuur, de toevallige luchtbeweging door ’t openstaan van de deur. Maar eigenlijk zijn dat nogeneens zo veel factoren. Ooit moet er een doos ‘tzelfde doen. Herhalen van wat er al ‘ns is gebeurd. & Dan moet ’t ook nog zo zijn dat ik me kan herinneren dat de val gelijk aan een vorige is.
Had ik m’n meeltje aan iemand anders geschreven, dan had ik een ander antwoord gehad. Nee, ik moet zeggen: had ik van iemand anders ’t i-meel-adres bekomen, dan had ik misschien wel anders daarop gereageerd. Je moet je daarbij voorstellen dat de omstandigheid zich dan net anders voordoet dan de doos die toevallig een zijflap heeft uithangen op ’t moment van loslaten boven aan de trap. ’t Is een omstandigheid, ogenschijnlijk niet van belang, die verregaande gevolgen kan hebben voor alles daarna. Er vormt zich plots een andere melodie.
Ik las ‘Nadja’ in de trein. Op 18-jarige leeftijd. Van Amsterdam naar Den Helder. Een jongen kwam tegenover me zitten.
‘Prachtig boek,’ zei hij. ‘Je moet ook ‘De golem’ van Gustav Meijrinck lezen. Dan praten we er later over.’
Ons gesprek in de trein aldus kort samengevat. Hij gaf me z’n adres & telefoonnummer & schreef daarbij de naam & titel van datgene dat ik volgens hem moest gaan lezen.
Op mijn beurt adviseerde ik anderen dat boek te gaan lezen. Bijna niemand deed dat. Maar wel Jan Bos. Jan Bos beschouwde ‘t als ’t beste boek ooit gelezen, vertrok naar India, kwam terug & ging dood. Maar hij had in ieder geval vlak daarvoor ’t beste boek ooit gelezen. Voor zijn beleving.
Schreef Breton ‘Nadja’ niet in 3 dagen? Hoeveel variaties kan je aanbrengen in die korte tijd? Zijn de variatiemogelijkheden anders als je besluit er langer over te doen (zijn er meer parameters mogelijk)? Wat heeft ‘t 1 met ’t ander te maken? Zal ’t ooit zover komen dat een doos zichzelf kan herinneren dat een voorgaande soortgenoot zijn afgelegde weg reeds doorgaan heeft? Wat heeft ‘Nadja’ in godsnaam met ‘De golem’ te maken, behalve dat ’t omstreeks dezelfde tijd geschreven is, tot de literatuur gerekend kan worden, vooral in de tijd omstreeks uitgave veel gelezen is, & elkaar ontmoette in de trein van Amsterdam naar Den Helder in ’t jaar 1982? Heb ik die jongen ooit nog ontmoet zonder ’t zelf te beseffen? Hoeveel mensen zijn er dood?

Ik zie nog steeds wel een beeld voor me van Jan Bos. Waarbij ik ’t idee heb dat ik ‘m zou kunnen omschrijven. Z’n hangende onderlip, als-ie zweverig, zoals ’t een hippie betaamde, mijmerde over occulte aangelegenheden & hermann-hesse-boeken. Z’n lange haar, die toch ook weer niet al te lang was, maar wel misstond in de new wave-cultuur, waar hij plots middenin zat. De lange joints die hij draaide & te lang voor zichzelf hield. De stugge wollen peruaanse trui, met touwtjes aan de nek. Z’n manier van praten van ‘hé man, doe toch even relaxt’. & Ik zie ‘m ’t boek lezen van Meijrinck, diep weggedoken in de bladzijdes, weggesloten van de rest, in ’t hoekje van de koffieshop, de gehele middag niet te bereiken, tenzij roepend dat iedereen toch best eens wat stiller kon wezen.
Maar als ik ‘m zo omschrijf, zit ik me af te vragen hoeveel ‘Jan Bos’-sen er nog in andermans geheugens bestaan. Welke melodie daarbij speelt, & of ’t zichzelf herhaalt. Misschien kunnen we ‘m weer tot leven wekken. Ook al heeft niemand daar behoefte aan.

Is er al ‘ns verteld dat er te veel verhalen leven in Zijperspace?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *