meel (7)

Waar was Ton ook alweer gebleven in de mededelingen richting dame?

Eigenlijk was ik ook nog niet uitgesproken over die billen van me. ‘Bips’, zoals we ’t vroeger thuis moesten noemen. Maar dat was in de zeer jonge jaren, toen zuster Petra nog op ons kwam passen. ‘Heb je wel je bips geveegd?’ was een veel voorkomende vraag, in die tijd.
‘Billen’ klinkt toch een stuk beter. Hoewel ook lichtelijk netjes. Om niemand voor ’t hoofd te stoten, denk ik. In ’t dagelijks leven zou ik net zo goed reet, kont, achterste (ouderwets evengoed) of gat kunnen gebruiken. Dat zal ik nu laten.
Ik denk dat daar ergens m’n pokkenprik zich moet bevinden. Hoewel ik ‘m nooit heb kunnen vinden. Ik heb er vriendinnen wel ‘ns naar laten zoeken. Ik languit voorover op m’n buik. Me laten verwennen door de zoekende blik van m’n vriendin. Op zoek naar ’t litteken van de pokkenprik, die de meeste anderen van mijn generatie op hun elleboog hebben. Die van mij was nergens te vinden. Wist ik van tevoren, maar ’t was zo lekker een vrouw naar me te laten kijken.
Maar goed, die billen moeten dus ook ingepakt worden. In onderbroeken liefst. Slipjes. Van de Hema. ’t Werd tijd dat ik nieuwe aanschafte, want ik vond ’t niet fatsoenlijk meer zoals ik bij de fysiotherapeute verscheen. Beide keren dat ik haar tot nu toe bezocht heb, mocht ik alles uittrekken, op onderbroek na. Dan wil je wel dat die er toonbaar uitziet. ’t Vergde een behoorlijke uitgedachte planning om de juiste onderbroek afgelopen maandag te kunnen tonen. Ik wilde perse die ene zonder slijtplekken, verkleuringen, of erger: gaten, tonen. Zo vaak sta ik niet meer bloot aan de blik van een vrouw. Ik vind dat ik dan gerust m’n best mag doen er op m’n paasbest uit te zien. Dat lichaam, daar werkt zij aan; ik dien dan wat aan dat geringe beetje rest te werken.
Op naar de Hema dus.
Ik vond er onderbroeken in saai-grijs, besmettelijk-wit, bij-voorbaat-vies-blauw, & liederlijk-mooi-groen.
’t Laat zich raden welke kleur ik koos.
Ik wist alleen niet welke maat ik moest hebben. Geheel automatisch doken mijn handen richting de onderbroeken met aanduiding 164, waarvan ik de betekenis niet kon bedenken, behalve dat ’t moest duiden op een maat van 1 van mijn lichaamsdelen in de buurt van mijn reeds genoemde billen. Ik ontvouwde ’t kleinood, temidden van winkelend huisvrouwenvolk.
Hoe lang zou ’t duren voordat een vrouw opgegaan is in de grijze massa van winkelend Hema-publiek? Alle vrouwen die ik daar tegenkom, ben ik bij verlaten van ’t pand reeds weer vergeten. Geen sexy uitstraling, geen overtuiging er nog iets ervan te gaan maken, slechts een blik van ‘ik moet zo snel mogelijk m’n kroost in zo goedkoop mogelijk kledij zien te hijsen’. Bij Zeeman schijnt die blik nog vernietigender te zijn. Waarschijnlijk bevinden zich in Engeland soortgelijke winkels onder soortgelijke duistere namen. Toch voel ik me op m’n gemak temidden van dit legioen van immer aanwezige genoeglijk voort schuifelende grootverbruikers van vrije tijd. Hoewel ik dat laatste natuurlijk niet weet te staven. Toch lijkt ’t alsof de huisvrouwen nog immer de enige te bereiken doelgroep is voor deze grootgrutter.
Ik had de onderbroek bijna voor m’n heupen gehangen. Om te controleren of ’t paste. Vanuit 3 hoeken zag ik blikken van vrouwen mijn kant op gaan, als bliksemschichten, op ’t moment dat ik de onderbroek een luttele 10 cm boven me uitstak. Die heupen liet ik maar even zitten. Ik stelde me m’n eigen billen voor. Die ‘strakke’ billen, volgens m’n peut, die er nog best mogen zijn op deze leeftijd, naar eigen indruk geconcludeerd. & Die voorstelling poogde ik te passen in ’t groene stukje stof.
Ik pakte er 3 in m’n hand. Toog vervolgens naar de mannenafdeling van verf- & lijmartikelen, om daar iets uit ’t schap te halen waarvan de kassière de indruk zou krijgen dat grote klussen op stapel stonden. Zodat ze haar mond zou houden over de wellicht verkeerd gekozen onderbroeken. Men dient goed voorbereid z’n ingeslagen waren af te rekenen, vind ik.
Thuis paste ik de onderbroek. Vlak na de broodnodige douche. Die veel te lang uitgestelde. Ik trok m’n broek eroverheen. & Kwam onmiddellijk tot de conclusie dat ’t weliswaar de goede maat was, maar absoluut niet gemaakt door handen die eerder iets mannelijks hadden gevoeld. In die zin dat al ’t elastiek precies op de verkeerde plekken zat. Op plekken waar de voorgaande Hema-slipjes geen striemen hadden achtergelaten.
Maar ze waren wel mooi groen. Dus liet ik ‘m aan. Zoals ’t lichaam ook went aan de strelingen van een nieuwe vriendin, dacht ik, zal ’t ook wennen aan de onervarenheid van dit naaistertje.

& Groen is bovendien de kleur van al ‘t behang in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *