memoriam

Foto 1: M’n ouders hebben ontbijt op bed. Gordijntjes van de caravan op de achtergrond. M’n moeder lacht, heeft Fassbinder, toen nog een zeer kleine poes, in handen. M’n vader kijkt naar ’t dienblad met eten & drinken. Thee, kaas, paté. Hij heeft een rode kop, zoals hij ’s zomers altijd een rood hoofd had van de vele uren in de zon. Hij heeft z’n karakteristieke hemd aan, z’n kettinkje bungelt er overheen. M’n ouders zijn 25 jaar getrouwd. We zijn met z’n allen in Zwitserland om dat te vieren.

Foto 2: M’n vader tussen z’n 2 zussen. Hij moet een jaar of 7, 8 zijn. Hij heeft een petje op, een korte broek. Z’n handen weggestoken onder z’n benen. Op de achtergrond bloemen. ’t Is zomer. Ze zijn waarschijnlijk met ouders op een uitstapje.

Foto 3: M’n vader bovenop een berg. Zwitsers, dat kan niet anders; hij wilde niet anders dan naar Zwitserland op vakantie. Niet een hoge berg. Op de achtergrond de met sneeuw bedekte alpen. M’n vader lijkt daarmee vergeleken op een heuveltje te staan. Hij kijkt de verte in. Z’n rugzakje staat naast hem; de grootte geeft aan dat ’t om een 1-daagse wandeltocht gaat. Korte broek, handen in de zij, wandelschoenen, heuptas.

Foto 4: M’n vader duwt een kruiwagen, volgeladen met bosafval. Oorwarmers tegen de kou, handschoenen ook. Er ligt nog wat sneeuw op ’t bruggetje waar-ie overheen loopt. Kale bomen. ’t Bos van m’n broer. M’n vader verricht vrijwilligerswerk. Hij is nog fit, sterk. De kruiwagen heeft een lekke band.

Foto 5: ’t Gezin, bij de geboorte van Marc, afgebeeld in portretjes op de draaischijf van een telefoon. Ma boven, Pa onder, Marc als pasgeboren baby in ’t midden. Een plek in de schijf blanco gelaten als toekomstig plekje voor Marc. Leeftijd van de andere kinderen variërend van 4 tot 12. We lachen allemaal, kijken schijnbaar naar ’t midden, ons nieuwe broertje, nr 6. We zijn een jong gezin. Een groot gezin, ook voor die tijd.

Foto 6: M’n vader bij aankomst in Santiago de Compostella. Recht, roodverbrand, grijs. Zomaar eens geen korte broek. Waarschijnlijk vanwege vliegen. Of anders omdat-ie niet te veel bagage op z’n rug wilde meenemen. Hij kijkt voor zich uit, onbekend naar wat. Op z’n rugzak hangen wat spulletjes samengebonden. Hij lijkt moe. Hij is er.

Foto 7: M’n vader & moeder bij een strandopgang. Een helder blauwe hemel. ’t Lijkt koud, ook door de dikke jassen van m’n ouders. Hun haar is inmiddels witgrijs. M’n vader lijkt iets te zeggen. Hij heeft Parkinson, dat zie je. ’t Is alleen nog niet vergevorderd.

M’n moeder heeft afgelopen weken alle adressen op de enveloppen geschreven. Ze vertelde door de telefoon dat ’t haar soms moeite kostte. Pa kwam terug. Ze kon er ’s nachts niet van slapen. Of ze zat met haar gemis alleen in huis.
Soms slikte ze dan maar een pilletje. Ik zei haar dat dat geen kwaad kon. Zoveel slikte ze inmiddels niet meer. De volgende dag bleek ze dan véél te laat wakker te zijn geworden. Maar ze had in ieder geval goed geslapen.
‘’t Is morgen 4 maanden geleden alweer,’ merkte ik vorige week op.
Dat besefte ze. Maar ’t waren vooral de kaarten die ze moest schrijven. Al die adressen. Ze werd er steeds weer met de neus opgedrukt. Ze wilde er soms mee stoppen, maar die kaarten moesten toch eens een keertje de deur uit.

2 Dagen later lag-ie bij mij in de brievenbus. Ik herkende meteen m’n moeders handschrift.
Ik herinner me weer dat we aan ’t in memoriam hebben zitten sleutelen, maar niet meer onder wat voor omstandigheden. Sommige zinnen komen me weer bekend voor. Tijdens de dagen voorafgaand aan z’n begrafenis moeten we aan de tekst hebben zitten werken. Ik ben de situatie alweer kwijt.
’t Is ver weg, 4 maanden.

Ondanks zijn geestelijke achteruitgang en groter wordende afhankelijkheid door de ziekte Parkinson in de afgelopen jaren, herinneren wij hem als een sterk en zelfstandig persoon, met een eigen gevoel voor humor, maar vooral als een zorgzame, bezorgde en liefdevolle man, vader en grootvader.

Nicolaas Johannes Zijp 1932 – 2004.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *