Ik kijk voor me uit de tuin in. Dat doe ik wel vaker. Onbewust, ik ben er niet helemaal bij, laat ik mn gedachten gaan over de guldenroede, die als een brede bos hoog uitsteekt boven de rest van de planten in zn directe omgeving. Ik ben in opperste conditie om over dit soort dingen te mijmeren. Ik denk niet echt, de gedachte is eigenlijk iets dat me overkomt, niet gepland. Ik zit met mn blote bast in de ligstoel. (De zon is warm genoeg; t wordt tijd dat mn borst ook ns een bruine teint krijgt. t Is weliswaar niet mn hobby: zonnebaden, maar ik had bedacht dat er tijdens t lezen van een boek best een poging gewaagd kan worden, kijken of die buik ook in staat is te veranderen van doorschijnend wit in roestig bruin.) Voor me uitstarend, mn boek opzij, mn ogen te moe om de volgende pagina te halen.
Op een gegeven moment moet de guldenroede besluiten om ipv recht omhoog te groeien, al zn energie daarin te steken, bloemen te willen ontwikkelen. Pluimen van bloemen in dit geval, geel. Wanneer besluit-ie dat? & Tuurlijk weet ik dat een guldenroede dat niet besluit, volgens mij is-ie niet tot denken in staat, maar waarom is t wel zo dat alle guldenroedes op dezelfde hoogte daartoe overgaan? Dat zit m in de struktuur van hun dna, hoor ik suggereren, dat ligt daar in besloten, ik weet t allemaal, ik heb t allemaal al ns horen vertellen, maar waarom, vraag ik mezelf af, waarom? Dat plantje daarnaast doet toch iets heel anders, dat denkt op zn eigen manier nuttig, efficiënter, weerbaarder, vruchtbaarder te zijn. De guldenroede is eigenlijk een eigenwijs stuk vreten (net als al die andere plantjes, incluis die ernaast), die zn eigen methode denkt te hebben ontwikkeld. Een eigen overlevingsstrategie.
Ik vermaak me wel als ik in de tuin een beetje om me heen kijk. Met een nietszeggende blik kan ik alles aanschouwen wat zich onberoerd, ik kan geen beweging, ook geen emotie, bij de plantjes waarnemen, laat afspelen in mn tuin. Verbazingwekkend evengoed, voor iemand die altijd tijd te kort heeft, voor iemand die zn tijd, elke seconde van de tijd die hij heeft, zo nuttig mogelijk in wil delen, geen moment verloren wil laten gaan, want er moet nog zoveel gedaan worden, beleefd worden, gezien, gelezen, ervaren.
Ondertussen word ik haast in slaap gesoesd door de kalmerende, onderdompelende gloed van de zonnestralen. Ik weet nog net de vrouwtjesmerel te registreren die over de guldenroede vliegt. Baldadig, driftig, met achter zich aan t mannetje. Luid kwetterend neemt ze plaats op de schutting. Weet dat beest eigenlijk wel dat ze net over de guldenroede vloog? Ik weet eigenlijk niet eens of vogels onderscheid kunnen maken tussen de verschillende soorten planten & bloemen. Tuurlijk weten ze wat eetbaar is & wat niet, dat hoort bij hun instinct, maar zien ze daadwerkelijk t verschil tussen een tulp & een guldenroede? Dat ding waar mijn gedachten al 10 minuten naar uitgaan. (Hoe komt t dat ik weet dat dit t vrouwtjesmerel is? Heb ik dat geleerd of weet ik dat instinctief?)
Nog zon gek ding: 1 van die staken guldenroede steekt zon 15 cm boven de andere uit. Ze lijken allemaal een gemiddelde lengte te benaderen, sommige zitten er onder, duidelijk ietsjes later geboren, maar die ene steekt opvallend in zn 1tje met kop & schouder boven de rest uit. Heeft die beter voedsel, daar onder in de grond, zijn de condities 1 cm verwijderd van buurman guldenroede stukken beter, of is de dna-struktuur bij hem gebaseerd op een vergissing, waardoor hij in een tijdsbestek van een kleine 2 maanden 15 cm sneller groeit?
Ik pak mn boek & lees verder.
We kunnen niet eeuwig stilstaan bij ongestelde vragen in Zijperspace.