welzijn

‘Hoe gaat ’t met je?’
‘Ach, ’t gaat wel goed.’
‘Dat klinkt niet echt enthousiast.’
‘Tja, ach. ’t Gaat wel.’
‘Wat is er aan de hand?’
‘Niet zo veel, hoor. Ik voelde alleen van de week iets in m’n darmen. Zo, hier, vlak onder m’n ribbenkast.’
‘Zitten daar je darmen wel?’
‘Ja, mij hoef je niet te vertellen waar je darmen zitten. De darmen zijn sinds jaar & dag ‘t spil van m’n onrust. Ik weet ze blindelings te vinden.’
‘Dan zal ’t wel.’
‘Maar ik hoorde van de week een Z-verkoper praten, die altijd bij mij z’n krantje komt brengen. Hij vertelde dat z’n vriendinnetje in ’t ziekenhuis ligt. Je weet wel, die hele dunne. Ze loopt al jaren over straat. Klein zwartharig dametje. Heel dunne junkie. Hij zegt dus dat ze in ’t ziekenhuis opgenomen is omdat haar schildklier niet werkt. Ze werd steeds dunner.’
‘Dan is de schildklier overactief.’
‘Ja, maar ze werd steeds dunner.’
‘Dat heb je als de schildklier te veel werk verricht. Anders word je nl heel dik.’
‘Ze was in ieder geval nog maar 31 kilo. Nou, ik hoorde dat verhaal & ik dacht meteen: dat heb ik ook.’
‘Jij bent opeens veel te dun?’
‘Ik ben natuurlijk zowiezo dunner dan andere mensen. Maar van de week stond ik bij ’t scheren voor de spiegel & toen vond ik dat m’n wangen zo ingevallen waren. & Als ik ’s ochtends bij ‘t wakker worden nog even in bed lag, dan had ik ’t gevoel dat m’n buik niets voorstelde; ik kon alle botten van m’n borstkas voelen. & M’n bekken die staken een minstens een cm uit. Dat gecombineerd met dat gevoel in m’n darmen deed me besluiten om minder te gaan drinken.’
‘Wat heeft dat nou met je schildklier te maken?’
‘Weet ik niet. Maar ik voelde me af & toe ook een beetje misselijk door dat gevoel in m’n darmen. 1st Dacht ik: wat is dit nou weer? Een beetje stekend gevoel in m’n darmen, deed niet echt pijn, ’t leek soms alsof ik honger had, & dan weer alsof ’t een opgeblazen buik was van te veel eten. Een echt prettig gevoel was ’t in ieder geval niet. Op een gegeven moment bedacht ik dat ik dat al eerder had gehad. In een periode dat ik heel veel gedronken had. Dus moest ik maar een beetje minder drinken. Hoewel ik de laatste tijd zowiezo al minder dronk dan voorheen. Op afgelopen vrijdag & zaterdag na dan. Dat verhaal heb ik je al verteld.’
‘Ja.’
‘& Ik ga dus steeds vroeger naar bed. Deels omdat ik dan denk dat ik de volgende ochtend meer tijd heb, nuchterder ben ook, kan ik beter nadenken, om m’n teksten te schrijven. Maar deels ook omdat ik moe ben. Lig ik er al om 12 uur in, lees ik nog een paar blzs & val ik in slaap. Tot ong 7 uur. Word ik wakker, schrijf ik een stukje tekst, ben vervolgens moe, ga weer naar bed & lig dan nog een uur te slapen. Dat klopte ook niet, dacht ik. Daar zullen m’n darmen vast ook mee te maken hebben. Of misschien wel m’n schildklier.’
‘Je maakt je wel druk.’
‘Ja, maar nou komt ‘t. Ik ga dus gisteravond naar bed. Ik denk om ½ 12. Ik had niks gedronken, ik dacht: dat moet ik vanavond maar ‘ns niet doen. Dat zou misschien wel betekenen dat ik slecht zou slapen, maar ik voelde me al zo moe dat ik dacht dat ik dat risico wel kon nemen. Ik lees m’n boek, val na een ½ uur in slaap, zie om ½ 8 pas hoe laat ’t is, & ben plots klaarwakker. Veel te lang geslapen, denk ik, zonde van m’n tijd. Nou, ‘t 1e wat ik ’s ochtends doe, vooral deze ochtend want ik werd ditmaal niet wakker gemaakt door de hoeveelheid bier dat zich in m’n lichaam bevond, is naar de wc gaan. Ik sta voor de pot, sta daar te plassen, kijk naar beneden, & ik zie een bolle buik.’
‘Ja, &?’
‘Nou, ja. Hm. Niks. Ik dacht, tja, dacht ik, hmm .. Heb jij dat dan nooit?’
‘Misschien.’

’t Voelde in ieder geval enigszins bevrijd in Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *